The Roman Spring of Mrs. Stone (1961)
Regie: José Quintero | 99 minuten | drama, romantiek | Acteurs: Vivien Leigh, Warren Beatty, Lotte Lenya, Coral Browne, Jill St. John, Jeremy Spenser, Stella Bonheur, Josephine Brown, Peter Dyneley, Carl Jaffe, Harold Kasket, Viola Keats, Bessie Love, Elspeth March, Henry McCarty, Warren Mitchell, John Phillips, Paul Stassino, Ernest Thesiger, Mavis Villiers, Thelma D’Aguilar, Cleo Laine, Maria Britneva, Edward de Souza, Jean Marsh, Joe Sonessa
Deze film wordt ook wel – nogal direct – aangeduid als ‘The Widow and the Gigolo’ en deze benaming dekt de lading feitelijk nog beter dan de officiële titel ‘The Roman Spring of Mrs. Stone’.
De Mrs. Stone in kwestie is een gevierde actrice, gespeeld door Vivien Leigh in haar op één na laatste filmrol, die twijfelt aan haar talent en haar schoonheid langzaam maar zeker aan het verliezen is. Ze weet haar man (Philips, in een zeer ondankbare rol) te overtuigen om op vakantie te gaan, maar in het vliegtuig naar Rome krijgt hij een hartaanval en wordt ze weduwe.
Op dat moment begint de aantiteling en wordt het verhaal een tijdje later weer opgepikt als Karen Stone eenzaam in haar grote appartement zit. Ze wil niet meer terug naar New York, durft haar acteercarrière niet meer op te pakken en bevindt zich in een volkomen isolement. Vooral is ze bang wat de toekomst zal brengen. Inmiddels heeft ze wel kennisgemaakt met de geslepen Contessa (gravin) Magda, die in haar levensonderhoud voorziet door jonge mannen als gigolo voor haar te laten werken. Deze vrouwelijke pooier wordt met veel verve gespeeld door Lenya, die aan haar rol een Oscar-nominatie overhield.
Die eer was Leigh ook wel gegund geweest. Hoewel ze al twee Oscars op zak had (respectievelijk voor ‘Gone with the Wind’ en ‘A Streetcar Named Desire’) zet ze hier een topprestatie neer en schetst ze een intrigerend portret van een wanhopige vrouw. Naar verluidt kwam haar overtuigende spel voort uit haar grote persoonlijke problemen. Haar huwelijk met Lawrence Olivier was net op de klippen gelopen en Leigh leed al aan de chronische tuberculose die haar uiteindelijk noodlottig zou worden.
Noodlottig in de film is de komst van de protegé van de Contessa, het goudhaantje Paolo di Leo (Warren Beatty) wiens doel het is om via Stone hogerop te komen – en vooral rijk te worden. Beatty ziet er – jong als hij destijds was – erg goed uit in zijn vlotte kostuums en gebruinde kop, maar hoewel hij meer dan degelijk speelt, is zijn dik aangezette Italiaanse accent bij vlagen nogal storend. Desondanks is het niet moeilijk te raden waarom Karen Stone zich tot hem aangetrokken voelt. Haar “vriendin” Meg (Browne), die wel erg vaak in Rome opduikt voor iemand die als politiek journaliste in Washington gestationeerd is, probeert Karen te overtuigen terug te komen naar de VS en geeft haar merkwaardig egoïstisch advies. De Contessa bespeelt intussen zowel Karen als Paolo om haar zin door te drijven en vooral haar geld te incasseren. Paolo en Karen lijken een tijdje echt verliefd en gelukkig met elkaar, maar dat de film geen “happy end” heeft, is vanaf het begin al duidelijk. Zo wordt Karen de hele film door gestalkt door een mysterieuze jonge Italiaan, die rond haar appartement rondhangt. Dan verschijnt ook nog de aankomende Amerikaanse actrice Barbara (St. John) op het toneel, die Paolo’s interesse wekt. Uiteindelijk komt het tot een dramatisch einde, al laat de slotscène ruimte voor enige interpretatie van de precieze betekenis.
‘The Roman Spring of Mrs. Stone’ is een minder bekend werk van de befaamde toneelschrijver
Tenessee Williams dan zijn ‘A Streetcar named Desire’ (ook verfilmd met Leigh dus), ‘The Night of the Iguana’, ‘Cat on a Hot Tin Roof’ of ‘The Glass Menagerie’. Oorspronkelijk een novelle met dezelfde titel heeft het geheel een vrij toneelmatige opzet. Hoewel er af en toe scènes met beweging zijn (paardrijden, auto’s) speelt de actie zich eigenlijk altijd af in een afgesloten ruimte, vergelijkbaar met een toneel. Verschillende shots brengen wel de pracht van Rome in beeld, met weidse panorama’s en bekende plekken (de Spaanse Trappen waren destijds nog niet zo overspoeld met toeristen als vandaag de dag). Het acteerwerk van Leigh en Lenya is zoals gezegd van hoog niveau. Beatty kreeg echter veel kritiek, niet alleen over zijn accent, maar weet er toch een redelijk overtuigende zwoele, maar harteloze “loverboy” uit te persen. Voor een film uit begin jaren 60 wordt er ook behoorlijk vrijmoedig gesproken over sex en de praktijken van de Contessa.
Grappig is het tenslotte om Lenya en St. John hier in één film te zien, beiden zouden later in een James Bond film met Sean Connery opduiken. St. John als Bondgirl in ‘Diamonds Are Forever’ en Lenya als alles behalve een Bondgirl als de gevaarlijke KGB-agente in ‘From Russia with Love’ (degene met dat mes in de punt van haar schoen).
De film is nooit echt een groot succes geworden en de eerste kritieken waren vooral negatief. De Oscarnominatie van Lenya heeft niet veel aan de status van de film veranderd en het kan ook niet een “vergeten klassieker” genoemd worden. Williams zette eigenlijk altijd twee sterke hoofdrolspelers tegenover elkaar. Dat is misschien wel wat deze bewerking mist. Beatty was wellicht nog niet ver genoeg om een sterkere rol neer te zetten tegenover Leigh, zoals Brando dat ten opzichte van Leigh wel kon – en Paul Newman bijvoorbeeld als verbale sparringpartner van Elizabeth Taylor in ‘Cat on a Hot Tin Roof’. Hierdoor haalt ‘The Roman Spring of Mrs. Stone’ niet de klassieke status die het had kunnen hebben.
Hans Geurts