The Slammin’ Salmon (2009)

Regie: Kevin Heffernan | 90 minuten | komedie | Acteurs: Jay Chandrasekhar, Kevin Heffernan, Steve Lemme, Paul Soter, Erik Stolhanske, Michael Clarke Duncan, Cobie Smulders, April Bowlby, Will Forte, Lance Henriksen, Vivica A. Fox, Morgan Fairchild, Sendhil Ramamurthy, Angel Oquendo, Olivia Munn, Jeff Chase, Carla Gallo, Rosalie Ward, Jim Gaffigan, Bobbi Sue Luther, J.D. Walsh, Smith Cho, Jim Rash, Gillian Vigman

Het heeft zo z’n voordelen om te werken voor een gewelddadige psychopaat met de intellectuele capaciteiten van een pantoffeldier. Althans, dat ontdekken de werknemers van visrestaurant The Slammin’ Salmon. Als hun baas tot over zijn oren in de schulden blijkt te zitten bij de Japanse maffia, looft de ex-bokser een beloning uit aan het lid van de bediening dat in een avondje tijd het meeste geld (lees: fooien) binnen weet te harken door zich in te likken bij de mateloos irritante klanten van het restaurant. De winnaar krijgt een zak met geld, terwijl de verliezer dusdanig wordt toegetakeld dat hij de rest van de maand door een rietje moet eten. Als dát niet motiveert…

‘The Slammin’ Salmon’ is de jongste film uit de koker van komiekenclub Broken Lizard; de lichtelijk ontwrichte geesten achter films als ‘Beerfest’ en ‘Supertroopers’. Wie bekend is met het eerdere werk van de beroepslolbroeken weet wel zo’n beetje wat er van ‘The Slammin’ Salmon’ verwacht kan worden: melige slapstick zonder een noemenswaardig plot. Helaas bereikt de film op geen enkel punt de kwaliteit van zijn voorgangers, wat deels heeft te maken met de slijtage van de door Broken Lizard eindeloos gerecyclede succesformule: sympathieke nietsnutten met uitzichtloze banen in absurde situaties parkeren.

Daarnaast is ‘The Slammin’ Salmon’ zelfs naar de toch al niet bijzonder hoge maatstaven van Broken Lizard een wel erg makkelijk tussendoortje, met grappen die vrijwel zonder uitzondering zo mogelijk nog flauwer zijn dan het eten in het fictieve visrestaurant. De humor leunt vooral op pijn, vernedering en plaatsvervangende schaamte, wat zich vrijwel uitsluitend leent voor erg voor de hand liggende grappen. Zo verdwijnt een in een dessert verborgen trouwring in de maag van de manager, wordt een terminaal zieke man gemolesteerd door een paard en regent het pijnlijk slechte woordgrappen. De magere plot kabbelt daarbij langs voorspelbare lijnen voort.

De heren van Broken Lizard leunen in de film zwaar op de bijrollen (veelal in de vorm van klanten die de staf het leven zuur komen maken), waar ‘gerespecteerde’ B-acteurs als Lance Henriksen en Vivica A. Fox voor mogen opdraven. Fox is heerlijk over-the-top in de rol van de in de derde persoon over zichzelf pratende popster Nutella, maar Henriksen (bekend uit zo ongeveer iedere andere B-film van de afgelopen jaren) maakt bar weinig indruk. De voornaamste reden om toch naar The Slammin’ Salmon te kijken luistert naar de naam Michael Clarke Duncan, die als Cleon ‘Slammin’ Salmon een voor de film haast onkarakteristiek grappige rol heeft. Voor liefhebbers van de man wellicht een reden om de film in huis te halen, maar verder zitten vermoedelijk alleen masochisten en filmrecensenten dit simplistische niemendalletje uit.

Tom van Leeuwen