The Thin Man (1934)

Regie: W.S. Van Dyke | 93 minuten | komedie, misdaad | Acteurs: William Powell, Myrna Loy, Maureen O’Sullivan, Nat Pendleton, Minna Gombell, Porter Hall, Henry Wadsworth, William Henry, Harold Huber, Cesar Romero, Natalie Moorhead, Edward Brophy, Edward Ellis, Cyril Thornton

‘The Thin Man’ begint met de uitvinder Clide Wynant (Edward Ellis) die vrijwillig uit het zicht verdwijnt. Maar, zo belooft hij zijn dochter, hij zou terug komen met kerst want dan gaat ze trouwen. Wanneer hij met kerst niet verschijnt, begint de familie zich zorgen over hem te maken. Als dan ook nog een medewerkster van hem vermoord wordt, ontaardt de film zich in een ware ‘whodunit’.

Als detective is ‘The Thin Man’ niet heel sterk. Hoewel de film een aantal momenten heeft die erg spannend zijn, is het toch een beetje aan de clichéachtige kant. Zon beetje elk stereotype dat je kunt bedenken van een oude detective, komt voorbij. Zo hebben we natuurlijk de norse politie inspecteur, de mysterieuze en sluwe vreemdeling, de ex-crimineel die door de detective was opgesloten en natuurlijk de kranteditie montage inclusief schreeuwende krantenjongetjes en draaiende persen.

Nee, ‘The Thin Man’ moet het echt van zn humor hebben, en dat doet de film dan ook zeer goed. Vooral het kibbelen tussen de detective Nick Charles (William Powell) en zijn vrouw Nora (Myrna Loy) is erg vermakelijk. Verwacht dus geen slapstick of lach-of-ik-schiet humor. De humor kan wel heel tenenkrommend zijn, maar is over het algemeen leuk en niet altijd even uitgelicht zoals in hedendaagse films. Daarnaast zijn de rest van de karakters, hoe cliché ook, leuk geschreven. Een goed voorbeeld is de zoon van Clide Wyant, Gilbert (William Henry), die op een iets enge manier zn eigen criminologisch onderzoek probeert te doen en daarbij anderen de stuipen op het lijf jaagt.

Het enige echte minpunt aan de film is dat het acteerwerk vreemd over komt. Het is een beetje houterig en de acteurs hebben de neiging om zich zeer naar hun typetje te acteren. Toch is het zeker niet zo dat de acteurs slecht spelen want hun spel stoort niet. Het lijkt dan ook meer te liggen aan de manier van spelen uit die tijd dan aan de kwaliteit. Het is ook natuurlijk aan te raden om deze film niet te vergelijken met hedendaagse films en dat terwijl de snelheid van het plot toch zeer modern aandoet.

Opmerkelijk is trouwens dat de titel van de film niet verwijst naar Nick Charles maar naar de uitvinder Wynant. Maar omdat de pers en de bezoekers er van uitgingen dat het verwees naar de detective, hebben deze vervolgens die naam aangehouden.

‘The Thin Man’ is een zeer vermakelijke film die beslist de moeite waard is om te huren als je zin hebt in een avondje onschuldig plezier. De film mag dan wel zeventig jaar oud zijn, hij staat nog steeds als een huis.

Bertine van Hövell

Waardering: 4

Bioscooprelease: 25 januari 1935