The Tournament (2009)

Regie: Scott Mann | 97 minuten | actie, thriller | Acteurs: Robert Carlyle, Kelly Hu, Ving Rhames, Sébastien Foucan, Liam Cunningham, Ian Somerhalder, Scott Adkins

Welkom in het pittoreske Middlesbrough. Bevolking: circa 143.000 bij aanvang van de film, aanzienlijk lager op het moment dat de aftiteling over het scherm rolt. Het Noord-Engelse stadje dient namelijk als arena voor enkele tientallen (huur)moordenaars die op leven en dood strijden om een geldprijs van tien miljoen dollar en de dubieuze eer zich de beste hitman ter wereld te kunnen noemen. Het toernooi wordt gesponsord door sadistische miljardairs, die dankzij de bij kandidaten geïmplanteerde GPS-zendertjes en het gehackte cameranetwerk van de politie over de schouders van hun favorieten kunnen meekijken. Waar camerabewaking al niet goed voor is.

Ook de lokale bevolking mag meespelen: in de meeste gevallen als levend schild, maar de alcoholistische priester Joseph Macavoy (Robert Carlyle) valt helemaal met zijn neus in de boter. Hij wordt min of meer per ongeluk aangemerkt als doelwit, nadat het volgzendertje van één van de huurmoordenaars in zijn koffie terecht is gekomen. Organisator Powers (Liam Cunningham) blijkt ook de beroerdste niet en schrijft de priester daarop doodleuk in als deelnemer. Overlevingskans: één op vijfhonderd, minimuminzet: honderdduizend dollar. “Place your bets please.”

Het mag duidelijk zijn dat de plot flinterdun is. Dat mag de pret echter niet drukken, want ‘The Tournament’ staat garant voor anderhalf uur non-stop actie. De huurmoordenaars gaan elkaar met allerhande vuurwapens, vechtsporten en geïmproviseerd wapentuig te lijf op alledaagse locaties als een kerk, een tankstation en een stripclub. Daarbij blijkt al snel dat je de film vooral niet al te serieus moet nemen. Zo is de enige vaardigheid van ’s werelds beste huurmoordenaar (Ving Rhames) het feit dat hij simpelweg te cool is om geraakt te worden door kogels. In de meest hilarische scène van de film blijft hij stoïcijns voor zich uit staren terwijl de kogels hem om de oren vliegen. Helemaal onstopbaar is hij overigens niet. Kijkers die bekend zijn met ‘Pulp Fiction’ kijken vermoedelijk onwillekeurig even de andere kant op als Rhames weer eens wordt vastgebonden door een gestoorde redneck. De laatste hoofdrol is voor Kelly Hu, die als stereotype Aziatische hitwoman uíteraard gespecialiseerd is in exotische vechtsporten.

Over de meeste personages kom je weinig meer te weten dan hun naam. Robert Carlyle is de enige acteur die zijn karakter enige diepgang meegeeft, maar is opvallend genoeg ook het minst relevant voor wat door moet gaan voor een plot. De scènes waarin de priester worstelt met zijn alcoholisme zijn bovendien bepaald niet bevorderlijk voor het tempo van de film, die verder als een sneltrein voorbij raast. Het was beter geweest om het verhaal te vertellen vanuit het perspectief van een van de andere deelnemers, wier onderlinge vendetta wel iets met het toernooi te maken heeft. Vader Macavoy lijkt er slechts te zijn bijgesleept om het verhaal herkenbaar te maken voor de mindere stervelingen onder ons, die niet als psychotische huurmoordenaars door het leven gaan.

Actiefilms staan of vallen doorgaans met de humor. Die is in ‘The Tournament’ weliswaar dunbezaaid, maar niet afwezig. De voornaamste bron van comic relief vormen de twee klagende technici die de boel draaiende moeten houden. Het duo doet daarbij verdacht veel denken aan de iconische mopperende oude mannen uit The Muppets. Ook de vechtscènes werken op de lachspieren, omdat de kogelregens regelmatig worden afgewisseld door hilarisch stompzinnige woordenwisselingen. “Zijn je kogels op? Ik heb er nog wel een paar voor je!” Het is indrukwekkend wat regisseur Scott Mann voor elkaar heeft gekregen met een minimaal budget. De film is slechts een excuus om een geweldsexplosie van anderhalf uur op het scherm te toveren, maar dat doet het dan ook uitstekend. Voor liefhebbers van laagdrempelige actiefilms is ‘The Tournament’ een absolute aanrader. Wie minder opheeft met ontploffende hoofden en amputatiehumor, kan de film beter links laten liggen.

Tom van Leeuwen

Waardering: 3