The Toxic Avenger (1984)
Regie: Michael Herz, Lloyd Kaufman | 80 minuten | actie, horror, komedie, romantiek, fantasie | Acteurs: Andree Maranda, Mitchell Cohen, Pat Ryan, JR, Jennifer Babtist, Robert Prichard, Cindy Manion, Gary Schneider, Mark Torgl, Dick Martinsen, Chris Liano, David N. Weiss, Dan Snow, Doug Isbecque, Charles Lee Jr., Xavier Barquet, Patrick Kilpatrick, Larry Sulton, Michael Russo, Norma Pratt, Andrew Craig, Ryan Sexton, Sarabel Levinson, Al Pia, Reuben Guss, Kenneth Kessler, Barbara Gurskey, Donna Winter, Mary Ellen David, Dennis Souder, Joe Zarro
Wat Mario voor Nintendo is en Sonic voor Sega (was), dat is de Toxic Avenger, liefkozende Toxie genaamd, voor Troma. Deze uit de kluiten gewassen, afschuwelijk gemuteerde, en met bulten en zweren vol zittende superheld is het boegbeeld geworden van dit subversieve filmlabel. Het is tevens de bekendste, en waarschijnlijk beste film van het in 1974 door Lloyd Kaufman en Michael Herz opgerichte Troma. De film is een ontzettend slecht geacteerd, zeer foute, en met bloot en gore doorspekte mix van ‘Frankenstein’ en ‘Revenge of the Nerds’, en heeft, verrassend genoeg, best een aantrekkelijke charme. Verre van een kwaliteitsfilm, slaagt ‘The Toxic Avenger’ er toch in om, op zijn eigen krankzinnige manier, regelmatig de juiste snaar te raken.
Sommige flauwe grappen, zoals die waarin iemand (meestal Toxie) in het kruis geraakt wordt, worden wel erg vermoeiend; verschillende plotlijntjes krijgen te veel of onnodige aandacht; en het acteerwerk is te slecht voor woorden, maar er valt ook veel te genieten. De creatieve en gore executies van Toxie moeten worden gezien om geloofd te worden. Een hand wordt in de frituur gestopt, een heel lichaam in een pizza-oven, ogen worden uitgestoken, ingewanden uit een buik getrokken, en een oud lilliputtervrouwtje wordt in een wasmachine gestopt. En de meeste executies worden passend afgesloten met Melvins handelsmerk – een in de mond/schedel van het slachtoffer gepropte zwabber.
Maar niet alleen Toxie moordt met veel begeleidende “gore”. De schurken – de pestkoppen die Melvin op de fitnessclub lastig vallen – krijgen een wrang en op waarheid gebaseerd achtergrondverhaal, waarbij een nare hobby van de groep mannen en vrouwen belicht wordt. Ze vinden het namelijk bijzonder opwindend om voetgangers en fietsers met hun auto aan en over te rijden. Het liefst minderheden, vrouwen, en kinderen, waarvoor extra punten worden uitgedeeld. In de film leidt dit tot een gruwelijke, en controversiële scène waarin een kind wordt overreden en zijn hoofd – dat nochtans duidelijk een meloen is – onder de banden van de auto uiteenspat. Verder wordt er een klant van een fast food restaurant zonder pardon met een dubbelloops geweer omver geknald en wordt een blindengeleidehond, op tamelijk realistische wijze, doodgeschoten. Alles wat maar fout en goor is, wordt door Troma ingezet. Geen heilig huisje blijft overeind in ‘The Toxic Avenger’, een platte exploitatiefilm die werkt ondanks en dankzij zijn amateuristische pulpkarakter.
Toxie zelf is soms een beetje een contradictie. Hij gromt als een beest tijdens zijn aanvallen, maar blijkt even later een perfecte uitspraak te hebben, en klinkt als een geschoolde theateracteur. Zijn executies zijn gruwelijk en zijn kracht onmenselijk, maar tegelijkertijd heeft hij eigenlijk maar een klein hartje. Het contrast dat uit deze elementen voortkomt is vaak zeer komisch. Grappig is het wanneer hij zojuist de overvallers van een tacorestaurant heeft afgeslacht en vervolgens op een blind meisje afstapt en haar netjes vraagt om met hem mee naar buiten te gaan. Ook de eerste keer dat Toxie in zijn nieuwe gedaante bij zijn moeder langsgaat, die verschrikt de deur dichtsmijt, resulteert in een grappig scène wanneer Toxie zich terugtrekt om de (chemische) afvaldump en daar een foto van “Mummy” ophangt. Ahhh, zielig hoor. Maar gelukkig is het mooie blinde meisje niet vies van een beetje mutantenliefde
Het verhaal wordt, ondanks de korte speelduur, op een gegeven moment redelijk eentonig en is ook wat warrig in zijn verhaallijntjes. Het was genoeg geweest om slechts de pestkoppen van de fitness club de schurken te laten zijn, maar er wordt ook een groepje beruchte criminelen onder leiding van ene “Cigar Face” toegevoegd, en een corrupte burgemeester, die als een soort maffioso de scepter zwaait in de stad. De rechterhand van deze burgemeester is een fascistische agent die geïnspireerd lijkt door Dr. Strangelove, vanwege zijn Duitse tongval en referenties aan de “Führer” en het “bevel is bevel” credo. Een andere Kubrick referentie vindt plaats wanneer één van de fitness club schurken in zingen uitbarst wanneer hij een oud dametje in elkaar trapt, net als Alex pleegde te doen in ‘A Clockwork Orange’.
Kortom, het lijkt erop dat alles wat maar een beetje bruikbaar leek te zijn voor de filmmakers, ook daadwerkelijk in de film terecht is gekomen. Maar ook al is het hierdoor een beetje een rommeltje geworden, door het grote onzin en pulpgehalte van de film, maakt dit allemaal weinig uit. Ook het acteerwerk, waarvan het de vraag is of de acteurs werkelijk zo slecht zijn en zo’n verschrikkelijke timing hebben, of dat dit alles misschien precies de bedoeling zou zijn geweest, is enerzijds irritant – vooral Melvin zelf werkt op de zenuwen met zijn overdreven nerdy gedoe – maar anderzijds grappig door het overdreven amateurisme.
De film is wellicht niet zo hilarisch of dijenkletsend als hij had kunnen zijn, maar in zijn genre is het een klassieker, en met de juiste instelling en het juiste kijkgezelschap, is ‘The Toxic Avenger’ een ideale partyfilm.
Bart Rietvink