The Train Robbers (1973)

Regie: Burt Kennedy | 92 minuten | western | Acteurs: John Wayne, Ann-Margret, Rod Taylor, Ben Johnson, Christopher George, Bobby Vinton, Jerry Gatlin, Ricardo Montalban

Hollywood-legende John Wayne speelt de hoofdrol in deze western uit de oude doos, die vooral opvalt door de cinematografie van William H. Clothier (tweevoudig Oscar-genomineerde). De beelden zijn werkelijk schitterend en het overzetten naar dvd is door Warner Brothers erg fraai gedaan. De kleuren zijn scherp en helder en het beeld is smetteloos. Aangezien de visuele pracht de grote troefkaart van ‘The Train Robbers’ is, maakt het nogal wat uit dat de film er ook op dvd zo goed uitziet.

De keuze van regisseur Burt Kennedy om het verhaal – waarvoor hij zelf het scenario leverde – zo kaal en strak mogelijk in beeld te brengen, is een gelukkige geweest. De uitgestrektheid van het “Westen” (er werd gefilmd in Mexico), met de onafzienbare vlaktes, de prairies en onbarmhartige woestijnen, wordt geweldig in beeld gebracht. Het hele land lijkt wel uitgestorven te zijn en er zijn genoeg gevaren te trotseren. Enerzijds de natuur door middel van brede rivieren, zandstormen en nachtelijke onweersbuien. Anderzijds de grote groep naamloze schurken die achter de good guys aanzitten.  Die laatste groep bestaat uit zes “goeien” èn één dame.

Het uitgangspunt van Kennedy’s scenario lijkt maar weinig om het lijf te hebben en zit vol (ogenschijnlijke) onwaarschijnlijkheden. Jammer genoeg is niet de moeite genomen om herkenbare schurken te maken, aangevoerd door een slechterik, die tegenwicht zou kunnen bieden aan de onverstoorbare held, Lane (John Wayne). Toch heeft Kennedy een paar aardigheidjes in het plot verwerkt. Wie is bijvoorbeeld de geheimzinnige man (gespeeld door Ricardo Montalban), die eenzaam achter zowel de helden als de schurken aanrijdt? Sommige vragen worden pas op het einde beantwoord en dan blijkt dat de kijker stiekem toch een beetje gefopt is met de aanname dat de inhoud van de film maar magertjes is.

De film drijft op de wisselwerking die Wayne heeft met de weduwe Mrs. Lowe (Ann-Margaret) en met zijn vrienden Jesse (Ben Johnson) en Grady (Rod Taylor). Ann-Margaret geeft “The Duke” goed tegenspel, al valt ze jammer genoeg tegen bij een scène waarin ze een soort dronkenschap speelt, die alleen in Hollywood-films voorkomt. Onder alle grappen, one-liners en ruwe kameraadschap tussen Wayne, Johnson en Taylor, ligt een verregaande staat van nostalgie besloten. De drie realiseren zich dat ze ouder worden en hun beste tijd achter hen ligt. Door de hele film heen zijn er groot aantal momenten dat er gewoon gepraat en gemijmerd wordt over het verleden en wat er de volgende dag voor hen in het verschiet ligt.

Hoewel ‘The Train Robbers’ een duidelijk verlangen uitspreekt naar de meer traditionele westerns zoals ze destijds niet meer gemaakt werden, met stoere helden en een “van dik hout zaagt men planken” moraal, is de film ook weer geen standaard-western te noemen, zoals ze in de jaren 50 bij bosjes gemaakt werden. Juist de maar sporadische actie, de lange, stille momenten en natuurlijk de onafzienbare leegte om de hoofdrolspelers heen, maken de film juist weer heel anders. Des te moeilijker juist om van te genieten als je bepaalde verwachtingen hebt. Wie een ouderwetse western verwacht, zal zich al snel vervelen bij het filosofische gepraat bij het kampvuur. Wie een western verwacht met een cynische anti-held en meer geweld (zoals bijvoorbeeld van Clint Eastwood of Sam Peckinpah) zal zich algauw ergeren aan de onkreukbaarheid en rechtschapenheid van Wayne en diens vrienden.  Een merkwaardige film over het geheel genomen, die zeker de moeite waard is om te bekijken, al is het maar vanwege de fantastisch gefilmde landschappen.

Hans Geurts