The Trollenberg Terror – The Crawling Eye (1958)

Regie: Quentin Lawrence | 84 minuten | horror, science fiction | Acteurs: Forrest Tucker, Laurence Payne, Jennifer Jayne, Janet Munro, Warren Mitchell, Frederick Schiller, Andrew Faulds, Stuart Saunders, Colin Douglas, Derek Sydney, Richard Golding, George Herbert, Anne Sharp, Leslie Heritage, Jeremy Longhurst, Anthony Parker, Theodore Wilhelm, Garard Green, Caroline Glaser, Jack Taylor

De zusters Anne (Janet Munro) en Sarah Pilgrim (Jennifer Jayne) zijn op weg naar Genève. In de trein ontmoeten ze Alan Brooks (Forrest Tucker) die vertelt dat hij op het volgende station zal uitstappen. Om onverklaarbare redenen wil Anne opeens ook naar de Trollenberg en voor Sarah het goed en wel in de gaten heeft, is Alan Brooks bezig om voor de zusters een onderkomen voor de nacht te regelen.  In de herberg horen ze over de vele mysterieuze verdwijningen op de Trollenberg. Alan Brooks is hierin meer dan geïnteresseerd. Tegelijkertijd is Philip Truscott (Laurence Payne), een andere gast in de herberg, op zijn beurt in Alan geïnteresseerd en doet telefonisch navraag naar hem. Alan loopt op dat moment toevallig langs, maar laat niet blijken dat hij iets heeft gehoord. Alan blijkt te zijn uitgenodigd door professor Crevett (Warren Mitchell) die in zijn observatorium de radioactieve wolk bestudeert en zo zijn eigen ideeën heeft over de connectie tussen de wolk en de vele mysterieuze verdwijningen en onthoofdingen. Alan en hij hebben eerder iets soortgelijks meegemaakt in het Andes gebergte. Daar bleek vooral een helderziende vrouw het voorwerp van een meedogenloze achtervolging van een radioactieve wolk. Dit keer vormt de telepathisch begaafde Anne een gevaar voor de buitenaardse wezens door haar talent en dat voorspelt weinig goeds.

Het is de tijd van de Koude Oorlog en communistenjacht en de film hoort dan ook thuis in het rijtje van ‘Them!’ (1954) en ‘Invaders from Mars’ (1953), films die inspelen op het gevoel van onbehagen en machteloosheid van gewone burgers tegenover een geheimzinnige vijand die alom aanwezig lijkt te zijn. Voor de kijker blijft het dan ook lang gissen hoe de onderlinge verhoudingen precies liggen en wie te vertrouwen is en wie niet. En sluw als de wezens zijn, maken ze gebruik van betrouwbare mensen door die zo te bewerken dat ze precies doen wat zij willen waardoor ze nog meer kwaad kunnen aanrichten dan via rechtstreeks geweld mogelijk geweest zou zijn. Het is niet lastig te raden op wie of wat dit slaat. De uiteindelijke verschijning van de wezens is ronduit knullig, maar tot die tijd is de techniek in het observatorium erg boeiend en zijn de aanvallen, ondanks hun voorspelbare verloop, spannend. Vooral Forrest Tucker en Warren Mitchell dragen door hun onverschrokken, maar niet platte heldendom bij aan het gevoel dat er altijd hoop blijft op een goede afloop, hoe verderfelijk en dodelijk de vijand ook is. Iets waar de kijkers in die barre tijden ongetwijfeld meer behoefte aan hadden dan een verontrustend open einde.

Diana Tjin-A Cheong