The Valley of Gwangi (1969)

Regie: Jim O’Connolly | 96 minuten | animatie, western, avontuur, romantiek, fantasie | Acteurs: James Franciscus, Gila Golan, Richard Carlson, Laurence Naismith, Freda Jackson, Gustavo Rojo, Dennis Kilbane, Mario De Barros, Curtis Arden, Jose Burgos

De films waarin de legendarische Ray Harryhausen zijn stop-motion animatiekunsten vertoont betreffen meestal mythologische of legendarische avonturenverhalen. Verhalen waarin Goden en monsters figureren en die vaak heel duidelijk in een fantastische of fictieve context plaatsvinden. Films over Sindbad de zeeman is een voorbeeld, en natuurlijk over de avonturen van Jason en de Argonauten, de grootste hit van Ray Harryhausen. ‘The Valley of Gwangi’ is in dit opzicht een wat vreemde, en interessante eend in de bijt. De eerste helft van de film doet eerder aan als een Western met stoere held en een schone dame dan een fantasievolle film bevolkt door monsters en magiërs. Dit, en natuurlijk de altijd vakkundige en indrukwekkende animaties van Harryhausen maken van ‘The Valley of Gwangi’, die in het verloop van de film een standaard, King Kong-achtige vorm aanneemt, een boeiende film, zowel voor de genrefan als algemene filmliefhebber.

De Westernvorm en de verwikkelingen van de personages maken dat de kijker op een voor dit genre onconventionele manier betrokken raakt bij deze mensen en het verhaal waarin ze figureren. Dat wil zeggen, de kijker volgt gewoonweg de verwikkelingen die zich direct in beeld afspelen – oftwel, het romantische verhaaltje en de dramatiek tussen Tuck (James Franciscus) en T.J. (Gila Golan) – zonder andersoortige verwachtingen te hebben. En dan verschijnt er ineens een miniatuurpaardje in beeld, prachtig vloeiend geanimeerd door Harryhausen, waardoor de kijker weet dat er iets meer aan de hand is.

Nog steeds heerst er een Westernsfeer, met de typische beelden van galopperende cowboys en bijbehorende opzwepende, vrolijke muziek, maar zodra de vallei is betreden, is het tijd voor de meesteranimator om zijn kunsten te laten zien. Dat betekent rondvliegende Pterodactyls, gevechten tussen een Tyrannosaurus en een Triceratops, en confrontaties met de Tyrannosaurus Gwangi zelf. Deze oerbeesten bewegen redelijk “realistisch” met vloeiende animaties van bijvoorbeeld de zwiepende staarten en happende kaken, maar door het wisselende kleurgebruik is het contrast met de omgeving soms wel wat opvallend. Wanneer de beesten een paarse kleur hebben, en een glimmende huid, zijn ze wat “fantasievoller” en rubberachtig dan wanneer ze een aardse kleur hebben waarmee ze beter bij de omgeving passen en het echt lijkt of ze hier thuishoren. Maar hun uiterlijk en bewegingen zijn altijd fascinerend.

Wanneer Gwangi eenmaal gevangen is, verandert de film in een voorspelbare ‘King Kong’-kloon, maar ‘The Valley of Gwangi’ blijft eigenlijk altijd wel een vermakelijke film, die door de wat realistischer context van de Westernfilm, inclusief sfeervolle beelden van de bergen en gesteentes, iets extra’s biedt ten opzichte van de gemiddelde monsterfilm.

Bart Rietvink