The Vampire Bat (1933)
Regie: Frank R. Strayer | 60 minuten | horror, science fiction | Acteurs: Lionel Atwill, Fay Wray, Melvyn Douglas, Maude Eburne, George E. Stone, Dwight Frye, Robert Frazer, Rita Carlyle, Lionel Belmore, William V. Mong, Stella Adams, Harrison Greene
Het begin van deze in 1933 door Majestic Pictures uitgebrachte ‘The Vampire Bat’ is sfeervol en vooral veelzeggend. Nachtelijke schaduwen, grote aantallen vleermuizen in de boomtoppen, angstige dorpelingen, het bijgeloof dat hoogtij viert, de notabelen van het dorp met hun hysterisch gepraat over menselijke vampiers die in vroeger eeuwen het dorp teisterden… het zijn taferelen die in hun klassieke herkenbaarheid veelbelovende voorbodes zijn van wat komen gaat. Als er dan ook nog melding wordt gemaakt van de slachtoffers die al weken lang met bijtwonden in hun nek en zonder bloed in hun aderen worden gevonden lijkt niets lijkt in de weg te staan van een onvervalste vampierklassieker. Maar het een en ander pakt anders uit dan, mede door de misleidende titel van deze film, in eerste instantie wordt gedacht. Een vampier die zijn aanwezigheid duidelijk laat gelden blijft achterwege. Wellicht ietwat tegenvallend voor de verstokte vampierfan want attributen als crucifixen, knoflook, houten staken en aanverwante zaken komen daardoor ook niet op de proppen. Wel is er, ook omdat er met de regelmaat van de klok slachtoffers blijven vallen, sprake van een gedurende de eerste helft van de speelduur goed opgeroepen, uitgebouwde en vastgehouden spanning. En over een gepast vampierachtig sfeertje valt, met name in het eerste deel van dit verhaal wanneer alles zich in het teken van vampirisme afspeelt, zeker niet te klagen wanneer de duistere sfeer die de openingsscènes kenmerkt ook daarna wordt vastgehouden. Een sfeer die niet veel onderdoet voor die van de Universal-Dracula films. Meer dan dat, door meerdere aspecten in het verhaal lijkt deze film maar al te zeer geïnspireerd door het succes van Universal’s ‘Dracula’ uit 1931.
Na het eerste deel valt echter op dat het verhaal verandert in een moordmysterie. Het geloof in vampirisme wordt grotendeels losgelaten en het verhaal komt in het teken te staan van de ontmaskering van wie of wat de moorden op zijn geweten heeft. Voor veel horrorfans wellicht wat minder geslaagde ontwikkelingen, omdat naast het loslaten van het meer vampiergeoriënteerde sfeertje er ook, zeker in vergelijking met het eerste deel van deze film, zich wat tekortkomingen voordien. Relatief veel gepraat over de oorzaak van de gepleegde moorden, de identiteit van de dader die te vroeg duidelijk wordt, de te grote voorspelbaarheid die daardoor ontstaat en een paar optredende onduidelijkheden. Toch weet regisseur Drayer de aandacht ook in het vervolg van zijn film vast te houden. Door de interessante draai die hij eraan heeft gegeven, doordat de dader niet alleen blijkt te staan, er de nodige slachtoffers gemaakt blijven worden en de booswicht in dit verhaal diverse van de hoofdpersonen niet alleen om de tuin weet te leiden maar deze ook ten prooi lijken te gaan vallen aan diens gestoorde en misdadige plannen. Daarnaast weet regisseur Drayer, hoewel anders dan in het eerste deel van zijn film, ook in een later stadium een duister sfeertje vast te houden. Mede door de juist gekozen omgeving en de nodige geslaagde decors. Een donker kasteel, een laboratorium waar geheimzinnige en weerzinwekkende experimenten uitgevoerd worden, nachtelijke opnamen in schaars verlichte en mistige straatjes en steegjes, donkere grotten… het draagt op effectieve wijze bij aan de sfeer die deze film uitademt. Compleet met verdachtmakingen, achtervolgingen en noodlottige confrontaties door toedoen van de doorgeslagen en met toortsen uitgeruste dorpelingen.
Wel wordt door de verschillende ontwikkelingen en door de ontknoping duidelijk dat naast ‘Dracula’, ook de invloeden van die andere bekende horrorklassieker, ‘Frankenstein’ uit 1931, zich maar al te duidelijk in ‘The Vampire Bat’ laten gelden. Redenen dus ook dat het er wel erg sterk op lijkt dat er met deze aanpak is geprobeerd een graantje mee te pikken van het toenmalige succes van deze twee horrorklassiekers.
Er is verdienstelijk acteerwerk van de diverse acteurs en ook een welkom weerzien met enkele bekende namen uit diverse horrorklassiekers. ‘Dracula’ en ‘Frankenstein’ oudgediende Dwight Frye is getypecast als de zich vreemd gedragende en verwilderd kijkende dorpeling Herman die van vampirisme wordt verdacht. En Frye kwijt zich als vanouds op bijna onnavolgbare wijze van zijn optreden en weet daarmee, hoewel zijn optreden relatief kort is, ook de show te stelen. Ook weer een keurig en gedistingeerd optreden van de eveneens in meerdere Dracula/Frankenstein klassiekers optredende Lionel Atwill als dokter von Niemann, en degelijk actweerwerk van Melvyn Douglas als de sceptische en rationeel ingestelde inspecteur Brettschneider. Verder geslaagd ondersteunend werk van de latere ‘Scream Queen’ Fay Wray en van Maude Eburne als de bazige tante, hoewel de rol van Eburne vrij overbodig lijkt en de humor die er in haar rol is verwerkt inmiddels nogal gedateerd overkomt. Het bovenstaande maakt ‘The Vampire Bat’ tot een sfeervolle kruising tussen een horrorfilm en een mysterie verhaal. Wellicht zullen niet alle kijkers er even gecharmeerd van zijn dat deze film beide aspecten in een enkel verhaal probeert te verenigen, maar al met al heeft regisseur Drayer met deze film wel een op meerdere fronten verdienstelijk en onderhoudend verhaal afgeleverd. Een film die weliswaar het niveau van zijn overduidelijke Universal-inspiratiebronnen ‘Dracula’ en ‘Frankenstein’ niet weet te bereiken, maar desondanks door de liefhebbers van horrorfilms en klassiekers niet gemist mag worden.
Frans Buitendijk