The Velvet Queen – La panthère des neiges (2021)

Recensie The Velvet Queen CinemagazineRegie: Marie Amiguet, Vincent Munier | 92 minuten | documentaire

In ‘The Velvet Queen’ trekken natuurfotograaf Vincent Munier en schrijver Sylvain Tesson samen de Tibetaanse bergen in om de magnifieke landschappen en het plaatselijke dierenleven in beeld te brengen. Hun ultieme doel? Een glimp opvangen van de illustere sneeuwluipaard, een dier dat net zo mooi als ongrijpbaar is.

De film begint met een weids shot van een uitgestrekte hoogvlakte dat in eerste instantie wat vragen oproept. We zien diverse zwarte dieren die in een soort dans verwikkeld lijken met een groepje kleinere witte wezens. Bij nader inzien blijkt het te gaan om een kudde jaks (grote runderen) die wordt belaagd door een roedel wolven, waarbij de roofdieren een van de kalveren in het vizier hebben. Een bombastische soundtrack ontbreekt: het tafereel wordt gebracht zoals het gebeurt, zonder extra opsmuk, aandikking of dramatisering.

Die benadering is maatgevend voor de rest van de film. De dieren – de ene keer van heel dichtbij in de vorm van fraaie en gedetailleerde close-ups, de andere keer als nietig aandoende stipjes in het machtige berglandschap – stelen de show, zonder dat we een karrenvracht aan informatie krijgen over hun gedrag, biologie of ecologie. Omdat ‘The Velvet Queen’ wel duidelijk probeert te maken hoe je schuwe dieren in hun natuurlijke leefomgeving filmt en fotografeert, is er ook een sterke focus op het reilen en zeilen van Munier en Tesson. Ingepakt in dikke lagen thermokleding waden de twee Fransen door de sneeuw, kruipend en liggend, en altijd met verrekijker en telelens in de aanslag, op zoek naar de beste plekjes in het onmetelijke landschap om dieren op de gevoelige plaat vast te leggen.

Of dat lukt, blijft altijd de vraag. Voor de leek lijkt het Tibetaanse hoogland namelijk vooral een leeg en onherbergzaam landschap waar de flora en fauna dun gezaaid zijn. Maar Tesson heeft een motto dat gaandeweg de film zeker opgeld doet: “Als je niets ziet, dan kijk je niet goed.” Met een gezonde dosis geduld, vasthoudendheid en ecologische kennis weet het tweetal een gevarieerd spectrum aan mooie diersoorten vast te leggen. De jaks en wilde ezels komen als schimmen uit het mist- en schemerlandschap tevoorschijn, terwijl de esthetisch bekoorlijke Tibetaanse vos zich tegoed doet aan fluithazen. Waar op de verraderlijk steile rotskliffen lammergieren en blauwschapen huizen, zijn de uitgestrekte vlakten het domein van de pijlsnelle en atletische Tibetaanse antilopen. We zien ook een berenfamilie die op een gegeven moment iets te dichtbij komt en maken kennis met de manoel, een kleinere en uiterst wollige verwant van de sneeuwpanter. De panter maakt zijn reputatie als ‘geest van de bergen’ trouwens meer dan waar en blijkt enorm lastig op te sporen. Wat ook opvalt: de dieren hebben de filmers vaak eerder in hun vizier dan andersom, wat leidt tot de nodige indringende blikken in de camera.

Het noeste, aanstekelijke en jongensachtige avonturisme van Munier en Tesson wordt auditief ingekleed door hun eigen overpeinzingen. Die resulteren soms in interessante en ware bespiegelingen (Tesson heeft gelijk als hij de expeditie en het decor dat hem omgeeft beschrijft als een tegengif voor de ‘poppenkast van de mensheid’ die het moderne, jachtige leven vaak is). De film is grotendeels een pleidooi voor aandachtig kijken en opgaan in het moment in een almaar doorjakkerende wereld. De mooie, ingetogen en spiritueel aandoende soundtrack van Nick Cave en Warren Ellis onderstreept die boodschap op subtiele wijze.

Anderzijds doen sommige quasifilosofische commentaren soms wat naïef en tegenstrijdig aan. De constatering dat ‘zulke landschappen iedereen goed zouden doen’ illustreert de contradictie. Als iedereen naar deze gebieden zou afreizen, zou het namelijk snel gedaan zijn met de magie. Dan wordt de bekende zin uit het Eagles-nummer ‘The Last Resort’ waarschijnlijk voor de zoveelste keer bewaarheid: “You call someplace paradise, kiss it goodbye.” Het is beter als de weinige echte wilde plekken die nog resteren op aarde het domein blijven van de dieren, planten en de incidentele ecoloog, fotograaf of filmmaker die weet hoe je om dient te gaan met zulk kostbaar natuurhistorisch erfgoed.

Frank Heinen

Waardering: 4

Bioscooprelease: 17 maart 2022