The Werewolf Shadow – La Noche de Walpurgis (1971)

Regie: León Klimkovsky | 87 minuten | horror | Acteurs: Jacinto Molina/Paul Naschy, Gaby Fuchs, Barbara Capell, Patty Shepard, Andrés Resino, Yelena Samarina, Julio Peña, José Marco, Betsabé Ruiz, Bernabe Barta Barri, Luis Gaspar, Ruperto Ares, María Luisa Tovar, Eduardo Chappa

Op de dvd-hoes van ‘The Werewolf Shadow’ staat als informele ondertitel ook nog vermeld: ‘The Werewolf versus The Vampire Woman’, hetgeen de lading beter dekt dat de officiële titel. Twee legendarische filmmonsters, de weerwolf en de vampier, voor de prijs van één. Jammer genoeg is er zo weinig werk van gemaakt dat er nauwelijks sprake is van horror. De film is er één uit een lange reeks weerwolffilms, die naar verluidt ook prima los van elkaar te zien en nogal wisselvallig van kwaliteit zijn. Aan het einde van het vorige deel is de weerwolf, alias Waldemar Daninsky (gespeeld door Paul Naschy, die eigenlijk Jacinto Molina heet) doodgeschoten.

Deze film begint met twee lijkschouwers, die op het onzalige idee komen om ’s nachts bij volle maan de zilveren kogels te verwijderen. Hierdoor komt de weerwolf weer tot leven en doodt hij de twee. Buiten weet hij ook nog een vrouw dood te bijten, waarbij niet geheel toevallig haar bovenkleding losgescheurd wordt en haar borsten ontbloot worden. Al gauw duiken Elvira (Fuchs) en Genevieve (Capell) op, twee studentes die een thesis aan het schrijven zijn over een vampier-gravin uit de Middeleeuwen. De dames gedragen zich alsof ze samen één stel hersenen delen – hetgeen het hele thesis-verhaal niet bijzonder geloofwaardig maakt. Ze vinden het graf, nemen het zilveren kruis mee waarmee de vampier gedood is en natuurlijk komt prompt ook de gevaarlijke gravin Wandessa (Shepard) weer tot leven en zijn de poppen aan het dansen.

Geregisseerd door de Argentijnse tandarts León Klimovsky, die op latere leeftijd werk maakte van zijn hobby, is de film behoorlijk teleurstellend. De Kijkwijzer vaardigde een aanbeveling van 12 jaar en ouder uit en voor horror is dat veel te tam. Bijzonder schokkende dingen gebeuren er dan ook niet. Een flink aantal mensen legt weliswaar het loodje, maar echt overtuigend en bloederig wil het allemaal niet worden. De weerwolf ligt door gebrekkige special effects dichter bij de Lon Chaney jr. films over de ‘Wolf Man’ van dertig jaar eerder, dan de ‘American Werewolf in London’ van tien jaar later. Eigenlijk had hij net zo goed de extreem harige man kunnen heten en op de kermis kunnen staan. De menselijke variant, de gekwelde en ongelukkige Waldemar, wordt door Naschy wel degelijk neergezet. De overige acteurs dienen als toekomstig slachtoffer of als beeldvulling. Zo hoeft Wandessa, de vrouwelijke vampier, niets anders te doen dan bekers bloed drinken en maniakaal lachen. Gelukkig hoeft Wandessa niet lang alleen over de hei te dolen, algauw weet ze Genevieve (in een erg open jurkje) tot zich te lokken om Elvira te bedreigen. Grappig is wel dat de weerwolf eigenlijk de held van het verhaal is. In zijn gewone gedaante helpt hij de studentes bij hun “onderzoek” en beschermt hij hen bij gevaar. Ook als weerwolf komt hij hen te hulp.

Voor een film die nog geen anderhalf uur duurt, zijn er te veel stukken waarin eigenlijk niets gebeurt en alleen maar gepraat wordt. Liefst in de slaapkamer van Genevieve en Elvira, hetgeen een gelegenheid is om de dames in zo weinig mogelijk kleren te laten rondhuppelen. Het verhaal heeft zo mogelijk nog minder om het lijf, want zelfs de binnenkant van dvd-hoes ruiterlijk toegeeft. Van het eveneens geroemde surrealistische tintje en de dromerige sfeer valt maar bitter weinig te merken. Tenzij de dromerige sfeer slaat op de tijd waarin het verhaal geschreven werd en met het surrealistische tintje de volkomen onrealistische gang van zaken. Een goed doortimmerd plot is geen vereiste voor een sterke horrorfilm, maar bij afwezigheid van de elementen die dit tot een sterke horrorfilm zouden moeten maken, valt het ontbreken van een plot nog meer op. Er zat veel meer potentieel in ‘The Werewolf Shadow’ dan eruit gehaald is. Een gemiste kans.

Hans Geurts