The Wild Hearts-De Vilde hjerter (2008)

Regie: Michael Noer | 80 minuten | documentaire

Wat gebeurt er als een groep jong volwassen mannen op hun brommers van Denemarken naar Polen rijden? Wat gebeurt er onderweg, wat gebeurt er binnen de groep en wat ondergaat de individueel zelf? Ieder lid van The Wild Hearts heeft zo zijn eigen motivatie om mee te gaan op deze roadtrip, met als gemene deler vrijheid. En alcohol, heel veel alcohol. Onderweg worden ze met elkaar maar vooral met zichzelf geconfronteerd. In het begin worden enkele leden geïntroduceerd, ze vertellen waarom ze op hun eigen vage wijze meegaan met deze tocht. Door de alcohol is niet alles meer zo samenhangend maar wel duidelijk is dat ze van elkaar houden, dat Denemarken fucked up is en dat vrijheid het hoogste goed is. Daarna krijg je meteen een beeld van wat deze jongens het liefst doen: zuipen en uit de kleren gaan. Het zal bevrijdend werken.

De trip start in Odense, “The asshole of Denmark” zoals de bromfietsbende het zelf noemen. Maar eerst wordt er een goed afscheidfeest gegeven. En bij The Wild Hearts betekent dat veel alcohol, live muziek, veel geouwehoer en geschreeuw, naakt dansen of op je brommer rijden – of dat nu binnen of buiten is – en voor sommigen: gebrandmerkt worden. Dit nare ritueel is gezamenlijk in het leven geroepen om deze tocht, deze periode in hun leven, voor eeuwig vast te leggen. Met als symbool een hart. Na dit afscheid kunnen ze gaan. Onderweg vraagt ieder voor zich af waarom hij meegegaan is met de tocht. Bij verschillende kampvuren wordt daar over gedelibereerd en druk gediscussieerd. Voor de een is het een afsluiting van zijn wilde levensstijl, een ander realiseert zich dat het voor hem meer een cliché is.

Na een week is de euforie er een beetje af en na dagen van regen en beginnende vermoeidheid neemt de geïrriteerdheid toe. De eenheid in de groep verdwijnt en de verveling sluipt er ondanks de vrijheid in. Verandering van omgeving, gek als ze worden van alsmaar in de bossen slapen tussen de muggen, doen ze besluiten in een stad te overnachten. Dat was een juiste beslissing en de sfeer klaart weer op.

Vlak voor het einde krijgt een van The Wild Hearts een ongeluk (en dat is géén brommerongeluk!) en belandt in het ziekenhuis. De vraag is of ze hem achter zullen laten om het oh zo belangrijke en weken naar toegeleefde eindpunt te bereiken, het hele doel van de trip, of dat ze ervoor kiezen dat de groep en alles wat ze samen meegemaakt hebben onderweg belangrijker is dan het fysische eindpunt. Dit is aardig bedacht maar wordt een beetje snel afgeraffeld. Het komt daardoor gekunsteld over. De chaos van The Wild Hearts op dat moment in hun leven wordt extra benadrukt door de extreem losse manier van filmen. Niet alleen de camera wordt spontaan gehanteerd, vooral het wisselend gebruik van filmsoorten voegt een extra dimensie toe. Grofkorrelige beelden mengen zich met onscherpe beelden, kleurrijk voor overdag met het grijsgroene van nachtbeeld. Daarnaast worden beelden vertraagd of juist iets versneld of wordt er fel belicht vanuit een niet gangbare hoek. Naast dat het beeld heel afwisselend is, is het geluid dat ook. Veelal worden simpelweg de omgevingsgeluiden intact gelaten. Of dat nu het geschreeuw van de mannen is, de natuur waarin ze hun tent opslaan of het dorp of stadje waar ze gaan brommer repareren/stappen/slapen.

Onder de stukken waarin de jongens onderweg zijn is heel sfeerbepalend en humoristisch Deense en Duitse muziek uit de jaren 70 gemonteerd. Sfeerbepalend omdat ze nu eenmaal door Denemarken en Duitsland rijden, en omdat de tocht de vrijheid van de jaren 70 uitstraalt. Het is een mooie en leuk bedachte aanvulling. Aan het begin van de film ben je geneigd te denken ‘in wat voor puinhoop ben ik nu beland?’ en de film is niet altijd even aangenaam om naar te kijken met die rare fratsen van die rare Denen. Maar ondanks de baldadigheid intrigeren deze bizarre bromfietsgekken en wordt je meegesleept door hun enthousiasme en naïviteit op deze weg naar volwassenheid.

Barbara Plasmans