The Young Savages (1961)
Regie: John Frankenheimer | 103 minuten | drama, misdaad | Acteurs: Burt Lancaster, Dina Merrill, Edward Andrews, Vivian Nathan, Shelley Winters, Larry Gates, Telly Savalas, Pilar Seurat, Jody Fair, Roberta Shore, Milton Selzer, Robert Burton, David J. Stewart, Stanley Kristien, John Davis Chandler, Neil Nephew, Luis Arro
’n Nieuwe draai geven aan vertrouwde genres, daar was regisseur John Frankenheimer (1930-2002) in gespecialiseerd. Als een van de weinige tv-pioniers streefde hij naar innovatieve en opvallende beelden. Hij maakte zijn debuut voor het witte doek met ‘The Young Stranger’ (1957), wat leidde tot een reeks klassiekers waarvan ‘Birdman of Alcatraz’ en ‘The Manchurian Candidate’ (beide 1962) de bekendste zijn. Hoewel hij na een verhuizing naar Europa tegen het einde van de jaren zestig niet meer prominent in beeld was in Hollywood, bleef hij spannende kaskrakers als ‘French Connection II’ (1975) maken en ook in de jaren tachtig en negentig was hij een drukbezet regisseur. Ook op latere leeftijd was hij nog innovatief. Zo bracht hij met ‘Ronin’ (1998) – een van zijn laatste films – de opwindende, magnifiek gefilmde car chase in beeld op een manier die de filmwereld nog niet eerder had gezien. Frankenheimer werkte veel samen met Burt Lancaster, met wie hij vier films zou maken. De eerste van dit illustere viertal was ‘The Young Savages’ (1961). Lancaster was aanvankelijk nogal verbaasd toen hij de set van die film opliep: nog niet eerder had hij met een regisseur gewerkt die zulke innovatieve camerastandpunten gebruikte!
‘The Young Savages’ heeft qua thematiek wel wat weg van ’12 Angry Men’ (1957) van Sidney Lumet. Beide films draaien om een moord met een raciaal motief en in beide films wil de hoofdpersoon de waarheid boven tafel krijgen: ze nemen niet zomaar genoegen met het voor de hand liggende standpunt. Grote verschillen zijn er echter ook. Zo speelt ‘The Young Savages’, in tegenstelling tot ’12 Angry Men’ zich niet in slechts één ruimte af. In deze film keert Lancaster, net als zijn personage Hank Bell, terug naar zijn roots in East Harlem, Manhattan, New York. Een buurt waar de Italianen de dienst uitmaken, maar waar ook de Puertoricanen langzaam maar zeker van zich doen spreken. De buurt wordt geteisterd door raciale spanningen tussen jongeren (‘West Side Story’ (1961), anyone?)’ en het duurt dan ook niet lang of drie Italiaanse jongeren worden opgepakt voor de moord op een jonge Puertoricaan. Het is een misdaad waar de hele stad van siddert. De ambitieuze openbaar aanklager Edward Andrews (R. Daniel Cole) ziet zijn kans schoon: als hij deze zaak juist afhandelt – in dit geval is dat niet te missen – levert hem dat goede publiciteit op en die kan hij goed gebruiken nu hij zich verkiesbaar gaat stellen voor de gouverneurspost. Zijn rechtschapen assistent Hank Bell (Lancaster) wordt op de zaak gezet. Hij blijkt echter persoonlijker bij de zaak betrokken dan gedacht: de moeder van een van de jongens is zijn ex Mary DiPace (Shelley Winters) en hij voelt nog altijd wat voor haar. En dus besluit Bell om zelf eens op onderzoek uit te gaan.
De film werd in 35 dagen opgenomen met een beperkt budget. Voor Lancaster – die overigens ook in het echte leven romantisch gelinkt werd aan Winters in die tijd – was het een tussendoortje, als voorbereiding op ‘Birdman of Alcatraz’, waarvoor hij opnieuw met Frankenheimer zou samenwerken. Naar verluidt maakte de nukkige filmster het de onervaren regisseur niet al te gemakkelijk op de set. Desondanks zou de samenwerking uitstekend bevallen: waarom zouden ze anders nóg drie films samen maken? ‘The Young Savages, gebaseerd op het boek ‘A Matter of Conviction’ van Evan Hunter, heeft een veelbelovende set-up. Maar scenarioschrijvers Edward Anhalt en JP Miller grijpen mis zodra ze het personage Mary DiPace uit de hoge hoed toveren. De beweegredenen van Hank Bell om de zaak tot op de bodem uit te willen zoeken, omdat hij nog altijd iets voelt voor zijn ex, die toevallig de moeder is van een van de verdachten – het is allemaal wat vergezocht en dat doet afbreuk aan een verder relatief geloofwaardig verhaal. Veel interessanter dan DiPace is Karin (Dina Merrill), de uit de rijkere suburbs afkomstige echtgenote van Bell die beweert een liberaal te zijn maar haar kennis duidelijk uitsluitend uit schoolboeken heeft geleerd. Bij de eerste de beste confrontatie met de straatbendes die New York teisteren, piept ze ineens heel anders.
‘The Young Savages’ leunt sterk op de sterke schouders van Burt Lancaster, die de absolute ster is in dit geheel – al vraagt de rol van Hank Bell niet het uiterste van zijn acterend vermogen. In de bijrollen zijn Shelley Winters, Dina Merrill, R. Daniel Cole en Telly Savalas (in zijn debuut op het witte doek) degelijk, maar veel opmerkelijker dan het acteerwerk en het script zijn de regie en de cinematografie. Frankenheimer speelt met onconventionele camerahoeken en de moed die hij daarmee toont mag absoluut geprezen worden. De grauwe, spannende zwart-witfotografie van Lionel Lindon is voor een groot deel verantwoordelijk voor de grimmige sfeer die de film ademt. Ook al is het verhaal dus niet feilloos, in technisch opzicht is ‘The Young Savages’ zeker interessant te noemen. En fans van Burt Lancaster mogen deze film al helemaal niet missen, want hun held komt hier uitgebreid aan bod.
Patricia Smagge