There’s No Business Like Show Business (1954)

Regie: Walter Lang | 117 minuten | komedie, drama, musical, romantiek | Acteurs: Ethel Merman, Donald O’Connor, Marilyn Monroe, Dan Dailey, Johnnie Ray, Mitzi Gaynor, Richard Eastham, Hugh O’Brian, Frank McHugh, Rhys Williams, Lee Patrick, Eve Miller, Robin Raymond, Dorothy Abbott, Charlotte Austin, George Chakiris, John Doucette, Elaine DuPont, Isabelle Dwan, Donald Kerr, Jimmie Maddin, Matt Mattox, Buzz Miller, Ron Nyman    

Tot ver in de jaren vijftig hadden de productiestudio’s meer macht over de filmsterren dan andersom. Het kwam vaak genoeg voor dat een acteur of actrice wegens ‘contractuele verplichtingen’ in een film moest opdraven waar hij of zij helemaal geen zin in had. Voor de musical ‘There’s No Business Like Show Business’ (1954) werd nog gezocht naar een filmster die voldoende box-office appeal had om de film een succes te laten worden. En wie was er in die tijd een grotere ster dan Marilyn Monroe? De actrice had eigenlijk helemaal geen trek in een rol in die film, maar toen haar de hoofdrol in ‘The Seven Year Itch’ (1955) werd beloofd, besloot ze toch toe te happen. Speciaal voor de diva werd er een nieuw personage gecreëerd en liedjes die eigenlijk aan andere acteurs waren toegezegd, nam zij nu voor haar rekening.

Zoals in de meeste musicals is het verhaal van ‘There’s No Business Like Show Business’ (naar het stuk van Lamar Trotti en tot script verwerkt door het echtpaar Ephron) flinterdun. Centraal staat de familie Donahue. Vader Terrence (Dan Dailey) en moeder Molly (Ethel Merman) verdienen de kost als vaudeville-artiesten. Hun kinderen Steve (Johnnie Ray), Katy (Mitzi Gaynor) en Tim (Donald O’Connor) krijgen het vak zodoende met de paplepel ingegoten. Als ze ouder worden, verandert er echter het een en ander. Steve, die nooit echt heeft genoten van het zingen en dansen, besluit op een dag dat hij liever priester wil worden en stapt uit het vak. Katy leert een charmante tekstschrijver kennen en raakt zwanger van hem. En de jongste spruit, Tim, ontmoet de knappe Vicky (Marilyn Monroe), die zelf aspiraties heeft als artieste en een concurrente wordt van de Donahues. De relatie tussen de twee gaat niet over rozen en wanneer Tim denkt dat Vicky hem bedriegt met haar manager vlucht hij in de drank.

In tegenstelling tot zijn meesterlijke genregenoot ‘Singin’ in the Rain’ (1952) zijn de door Irving Berlin gecomponeerde en geschreven liedjes niet geïntegreerd in het verhaal. Nee, in ‘There’s No Business Like Show Business’ lijkt het er meer op dat er tussen de groots opgezette muzikale intermezzo’s haastig wat plot geweven is om het geheel samenhangend te laten lijken. Daarin is men jammer genoeg niet geslaagd, want deze film hangt als los zand aan elkaar. De liedjes zijn absoluut het sterkste punt. Er is verreweg het meeste geld in gestopt, want de decors, kleding, choreografie en muziek zijn geweldig. Precies wat je mag verwachten van regisseur Walter Lang, die van dergelijke kleurrijke en overdadige settings zijn handelsmerk maakte. Maar alles wat er tussen zit komt wat armoedig over en is in feite niets meer dan een verzameling clichés. Gelukkig zijn er genoeg muzikale intermezzo’s in deze film verwerkt, anders was het helemaal moeilijk geweest om de film uit te kunnen kijken.

De cast zet zijn beste beentje voor en ook al was Marilyn Monroe aangetrokken als grote trekpleister, het zijn Donald O’Connor en Ethel Merman die de show stelen. De fantastische (en altijd zwaar onderschatte) O’Connor – wiens eigen leven behoorlijk wat overeenkomsten vertoonde met dat van zijn personage – had al in ‘Singin’ in the Rain’ bewezen een geweldige zanger en danser te zijn en ook in ‘There’s No Business Like Show Business’ krijgt hij volop gelegenheid zijn talenten te etaleren. Ethel Merman is all over the place en heeft zeker niet de beste zangstem, maar ze zet de film compleet naar haar hand. Monroe doet haar ding en dat is ongelooflijk zwoel zingen en heupwiegen. Vooral haar versie van Berlins ‘Heat Wave’ laat een verpletterende indruk achter. Dan Dailey en Mitzi Gaynor zijn degelijk en sympathiek. Het grote probleem is Johnnie Ray, een crooner die met ‘There’s No Business Like Show Business’ zijn eerste en meteen ook zijn laatste film maakte. Zingen kan hij absoluut, maar zijn acteerwerk is tenenkrommend. Een misser van jewelste van de casting!

Verrassend genoeg wist ‘There’s No Business Like Show Business’ maar liefst drie Oscarnominaties te veroveren, voor beste kostuumontwerp, beste scoring of a musical picture en beste verhaal (Lamar Trotti), waarvan met name de laatste nominatie de nodige vraagtekens zal oproepen. Zelfs voor wie dol is op de ouderwetse Hollywood-musical zal ‘There’s No Business Like Show Business’ namelijk tegenvallen. Het grootste manco is de onsamenhangendheid van deze film. De muzikale intermezzo’s komen zonder uitzondering geweldig uit de verf, maar de plot is zo erbarmelijk dat je de neiging hebt de film dan maar door te spoelen naar het volgende liedje. Zonde van het vele talent dat hiermee is gemoeid. Wil je een kwaliteitsmusical zien? Dan kun je beter kijken naar ‘Singin’ in the Rain’!

Patricia Smagge

‘There’s No Business Like Show Business’ verschijnt woensdag 1 augustus 2012 op blu-ray (‘Forever Marilyn: The Blu-Ray Collection’).