Three Kingdoms: Resurrection of the Dragon – Saam gwok dzi gin lung se gap (2008)

Regie: Daniel Lee | 102 minuten | actie, drama, oorlog, geschiedenis | Acteurs: Andy Lau, Sammo Hung Kam-Bo, Maggie Q, Vanness Wu, Andy On, Rongguang Yu

Sinds de opkomst van digitale animatietechnieken zijn historische films weer helemaal terug van weggeweest. Mythische steden, enorme paleizen en duizenden man grote legers kunnen relatief gemakkelijk en goedkoop op het doek worden getoverd. In Hongkong is de historische actiefilm eigenlijk nooit weggeweest, omdat ze een goede basis vormde voor een ouderwets potje knokken aan draadjes. Kortom de aloude martial arts films waar Hongkong om bekend staat en die lange tijd alleen daar gemaakt konden worden omdat dit genre verboden was op het vasteland van China.

‘Three Kingdoms’ is wederom helemaal Hongkong (wel in coproductie met China en Zuid-Korea) en dat is zowel een voor- als nadeel. Voordeel omdat het verhaal weer prettig sentimenteel is: veel slaafse trouwheid binnen de feodale pikorde, waar eer en zelfopoffering centraal staan, met een flinke dosis nostalgie en oude jongens krentenbrood. Boeddhistische zelfreflectie en koppige volharding voeren de boventoon en waar in Westerse gelijksoortige films de helden altijd strijden voor behoud voor wat er is, (voor vrijheid en tegen de indringers) daar zie je in Chinese films juist dat de helden strijden om iets te veranderen, maar hier vaak niet in slagen.

Het nadeel is dat tempo en toon weer eens niet altijd gelijk lopen. Voor een epos duurt de film eigenlijk te kort: het verhaal, plotwendingen en karakteropbouw worden er een beetje doorheen gejaagd en de nadruk ligt wat teveel op de gevechten of reflectieve stiltemomenten. Dit is iets dat we wel vaker tegenkomen in films uit Hongkong waar de bioscoopbezoeker blijkbaar wat minder zitvlees heeft en wat sneller verveeld is. Op een paar spectaculaire momenten na vallen de gevechten ook wat tegen, iets dat meestal wel in orde is met dit soort genre films, maar ook hier weer gaat veel verloren door een te snelle montage en vervelende vertragende en versnellende effecten.

Uiteindelijk is ‘Three Kingdoms’ wel een geslaagde en vermakelijke film, maar het blijft toch wat lopendebandwerk uit een filmindustrie waar speelfilms in een verfrissend rap tempo worden gemaakt, maar waar dit ook wel eens ten koste gaat van de uitwerking. Met net wat meer rust in de montage, een langere en meer uitgewerkte opbouw en ook wat meer ruimte voor de over het algemeen prima acteurs (Andy Lau, Sammo Hung Kam-Bo) had ‘Three Kingdoms’ best in de Nederlandse bioscopen kunnen draaien, in plaats van straight to video voor de Europese markt.

Alberto Ciaccio