Three Seasons (1999)

Regie: Tony Bui | 113 minuten | drama, romantiek | Acteurs: Ngoc Hiep Nguyen, Ngoc Minh, Phat Trieu Hoang, Diem Kieu, Hanh Kieu, Don Duong, Huu Doc Nguyen, Hong Son Le, Ba Quang Nguyen, Huu Su Tran, Duc Hung Luong, Harvey Keitel, Diep Bui, Hoang Trieu, Tran Long, Tuong Trac Bui, Hyunh Kim Hong, Manh Cuong Tran, Lola Guimond, Thach Thi Kim Trang

Tony Bui’s eerste speelfilm is een echte “crowdpleaser”. Een film met het hart op de juiste plaats, schilderachtige beelden van Vietnam, en met een verhaal dat positieve elementen als hoop en menselijke veerkracht als eindgedachten heeft. En naast een inkijkje in een exotische cultuur krijgen we ook nog een Westerse (cult)lieveling gepresenteerd: Harvey Keitel. Geen wonder dat de film vele prijzen in de wacht heeft gesleept, waaronder drie op het door Robert Redford opgerichte Sundance Festival. Toch is de film vaak wat te simpel of nietszeggend om al deze accolades werkelijk te verdienen. Er worden vier verschillende verhalen verteld, die niet veel met elkaar gemeen hebben anders dan dat ze iets zeggen over Vietnam als land of samenleving. Echter, de verhalen zijn meestal niet bijster interessant of bevredigend uitgewerkt. Vaak is er potentie en denk je dat er een mooie karakterstudie gaat volgen, maar niet zelden wordt er voor een weinig verrassende invalshoek gekozen die ook al beter en verder behandeld is in andere films. Het zijn uiteindelijk vooral de stille observaties en technische kwaliteiten, zoals het mooie camerawerk, die ‘Three Seasons’ boven water weten te houden.

Zo lijkt het verhaal van lotusbloemenplukster Kien An (Ngoc Hiep Nguyen) die lepralijder Dao (Manh Cuong Tran) een klankbord verschaft aanvankelijk op iets interessants af te stevenen. De manier waarop ze wordt buitengesloten uit de groep lotuspluksters op het water, bijvoorbeeld doordat er niet wordt meegezongen met het lied dat ze tijdens het plukken ten gehore brengt, belooft een interessant onderzoek naar de hiërarchie of pikordes binnen deze cultuur, maar dit aspect wordt al snel verlaten ten faveure van het eenzijdige verhaal over de zielige teruggetrokken Dao die Kien uit zijn schulp helpt te komen en niet langer bang laat zijn voor zijn identiteit. Wellicht symbolisch voor de Vietnamese natie, maar als verhaal op zich in feite oninteressant. Vooral de quasi-diepzinnige gedachtestromen die Dao uit zijn mouw schudt doen het geheel onnodig pompeus en gekunsteld overkomen. Gelukkig dat er nog momenten tussen zitten die wat charmanter overkomen, zoals wanneer Kien An haar bloemen probeert te verkopen in de stad en te maken krijgt met concurrentie van verkopers van plastic bloemen. Hoewel ook dit weer aanleiding is voor kritiek op de veranderende (op snelle winst beluste) maatschappij, krijgen we hier mooie momenten van bezinning voorgeschoteld en subtiel acteerwerk.

Ook Harvey Keitel’s verhaal over de Westerling die vergeving of afsluiting wil voor zijn “aanwezigheid” in het land tijdens de oorlog – hij verwekte er een kind – is vrijwel uitsluitend waardevol op een symbolische wijze. Het verhaal op zich biedt ons grotendeels een apathisch voor zich uit starende of dronken Keitel, die denkt aan zijn verloren dochter. Wanneer hij haar dan eindelijk vindt, komen we wat te weten over zijn spijt en behoefte aan verzoening, maar vervolgens komt de vertelling tot stilstand. De reactie van zijn dochter of verdere uitwerking van het verhaal lijkt Bui niet interessant te vinden. Iets boeiender is het verhaal over jongetje Woody (Huu Duoc Nguyen); een verhaal dat zo mogelijk nog minder om het lijf heeft dan dat van Keitel. De jongen raakt zijn koffertje met handelswaar – aanstekers, sleutelhangers – kwijt, en gaat hier de rest van de film naar op zoek. Het is niet de vraag wie zijn koffertje heeft meegenomen, die hier interessant is, maar het besef van de schrijnende leefsituatie van deze jongen. Het heeft sowieso al iets triests om hem te zien leuren met zijn waar voor de deuren van hotels of in louche bars, maar wanneer hij zijn koffertje kwijtraakt realiseer je je als kijker pas écht goed dat dit koffertje zijn hele leven is. Hij kan niet anders dan de stad aflopen en overal zoeken en vragen. We zien hem door de regen lopen, en wanhopig, en hongerig, op een stoepje zitten. In dit laatste moment blijkt echter nog een mooie solidariteit en hoop door te schemeren, wanneer er een meisje (Thach Thi Kim Trang) – ook een straatkindje – naast Woody komt zitten en hem een stukje van haar brood geeft. Wat later zien we hem met een stel andere kinderen eventjes voetballen met een blikje in de stromende regen. Spelen is essentieel voor kinderen, zo blijkt maar weer.

Het meest complete verhaal in ‘Three Seasons’ is dat over cyclobestuurder Hai (Don Duong) die een oogje heeft op het mooie hoertje Lan (Diep Bui). Lan gaat met rijke klanten mee naar hun hotels terwijl Hai van een afstandje toekijkt en, vanaf het moment dat hij haar te hulp moest schieten met zijn fietstaxi toen Lan uit een hotel werd achtervolgd door twee mannen, nu desnoods nachten voor het hotel waar Lan “werkt” doorbrengt, om haar maar naar afloop naar huis te kunnen brengen. Hij is namelijk direct verliefd op haar geworden en trekt zich niets aan van zijn status als cyclochauffeur of die van haar als hoertje (zoals zij dat wel doet). De liefde moet immers alles kunnen overwinnen. Toch? Hoewel het grenst aan stalken is Hai’s doorzettingsvermogen en zijn geloof in liefde en Lan’s waarde als persoon bemoedigend om te zien. Hij blijft ervan overtuigd dat haar relatieve afstandelijkheid slechts een façade is, en er ook van haar kant een verlangen naar “meer”, en naar hemzelf, schuilt. Als toeschouwer blijf je hier ook op hopen. In ieder geval is het verhaal verantwoordelijk voor één van de meest aantrekkelijke scènes van de film, te weten de pittoreske scène met de rozenblaadjes, die ook het onderwerp van de poster vormt.

Kortom, ‘Three Seasons’, is een niet onverdienstelijke, maar toch iets te makkelijke verzameling verhalen geworden. De film springt visueel regelmatig in het oog en biedt mooie observaties van het leven in Vietnam, maar laat helaas inhoudelijk enigszins te wensen over.

Bart Rietvink

Waardering: 3

Bioscooprelease: 18 november 1999