Thunderball (1965)
Regie: Terence Young | 130 minuten | actie, thriller, avontuur | Acteurs: Sean Connery, Claudine Auger, Adolfo Celi, Luciana Paluzzi, Rik Van Nutter, Guy Doleman, Molly Peters, Martine Beswick, Bernard Lee, Desmond Llewelyn, Lois Maxwell, Roland Culver, Earl Cameron, Paul Stassino, Rose Alba, Philip Locke, George Pravda, Michael Brennan, Leonard Sachs, Edward Underdown, Reginald Beckwith, Harold Sanderson
‘Thunderball’, de vierde James Bond film, kwam uit in 1965 en was inzet van een ingewikkelde strijd om de rechten van het verhaal. Het was de bedoeling dat dit de eerste James Bond film zou worden. Voormalige medewerkers van Ian Fleming, Kevin McClory en Jack Whittingham hadden een rechtszaak tegen de schrijver aangespannen omdat het in 1961 uitgekomen boek volgens hen teveel overeenkomsten vertoonde met het eerder door hen drieën geschreven script, dat overigens nooit gebruikt is voor een film. Daarom is ‘Thunderball’ ook de enige film waarbij Albert ‘Cubby’ Broccoli en Harry Saltzman niet genoemd worden als producers, die eer komt aan Kevin McClory toe. Dit was de beste oplossing, omdat het alternatief minder aantrekkelijk was: James Bond was inmiddels zo’n kassucces, dat het risico te groot was als er een rivaliserende geheim agentenfilm uitgebracht zou worden door McClory.
Het budget voor ‘Thunderball’ was meer dan die voor alle drie de vorige drie Bond-films (‘Dr. No’, ‘From Russia With Love’ en ‘Goldfinger’) en dat is goed te zien. De locaties waar geschoten is (voornamelijk de Bahamas) zijn prachtig, exotisch en de speciale effecten zijn bijzonder vooruitstrevend. De gadgets die James Bond hanteert zullen zelfs in hedendaagse actiefilms niet misstaan. Als James in het begin van de film met zijn jetpack de lucht in vliegt, is dat bijvoorbeeld erg verrassend.
Sean Connery wordt bijgestaan door een stel bekwame acteurs. De voormalige Miss Frankrijk, Claudine Auger speelt de rol van Dominique ‘Domino’ Derval en is – hoewel ze de enige is die niet – althans letterlijk – in bed belandt met 007, wel hét Bondmeisje van de film. Als onderdrukte en mishandelde minnares van de aartsvijand van James, Emilio Largo (een rol van Adolfo Celi), is zij zeker de interessantste van de dames in deze film. Haar verdriet om haar – in opdracht van Largo – vermoorde broer is haar drijfveer om James te helpen en uiteindelijk speelt ze een sleutelrol in de ontknoping van de film.
Largo is de nummer 2 agent voor SPECTRE, een rijke playboy die in een belachelijk groot huis woont, waar zijn haaien zelfs een eigen zwembad hebben. Omdat hij ook een jacht, de Disco Volante, heeft, spelen veel scènes zich op, aan en onder het water af. Vooral de scènes onder water vertragen de film. Er zit een scène in waarbij James en zijn kornuiten het opnemen tegen de mannen van Largo. Deze scène is tergend langzaam, al zitten er wel – al dan niet bedoeld – grappige stukjes in. Dit is één van de grote nadelen van de film, naar de huidige maatstaven is een moment om de kamer even te verlaten, of de fast forward knop op je afstandbediening in te drukken..
De andere Bonddames die hun opwachting maken in ‘Thunderball’ zijn Paula Caplan (een rol van Martine Beswick), James’ collega, waarvan we eigenlijk niet veel te weten komen (jammer!) en Patricia Fearing (Molly Peters), de blonde sexy fysiotherapeute met wie James in het eerste half uur van de film onder andere een voor die tijd zeer provocatieve scène in een stoomcabine heeft. Als ‘bad girl’ zien we Luciana Paluzzi in de rol van Fiona Volpe, een meedogenloze moordenaar, die Bond verleidt en daar zichtbaar van geniet. De makers hadden het goed in de gaten dat Paluzzi veel beter geschikt was voor de rol van Fiona, dan die van Domino, waarvoor ze eigenlijk auditie deed.
Eigenlijk is ‘Thunderball’ een hele bijzondere Bond film, je ziet 007 immers nauwelijks in de outfit waarin je ‘m normaal gesproken kan uittekenen. In plaats daarvan word je getracteerd op een jonge Connery (35 toen de film uitkwam!) in zwembroek en strakke duikpakken. Ook is het de eerste echt epische vertelling, en dit in combinatie met de speciale effecten (waar de film nog een Oscar voor won), en het feit dat ‘Thunderball’ een van de grootste kassuccessen was in de jaren zestig, moet voldoende reden zijn om de film minstens één keer te bekijken. De rimpelige oudewijvenvingers die de cast door het urenlange weken tijdens de opnamen van de waterscènes hebben opgelopen mogen dan inmiddels vervangen zijn door échte rimpels, en sommige acteurs leven niet eens meer, ‘Thunderball’ zelf heeft de tand des tijds doorstaan, maar mag ook een klassieker genoemd worden.
Monica Meijer
Waardering: 3.5