Tien torens diep (2009)

Regie: Marc Willard | 148 minuten | avontuur, familie, geschiedenis | Acteurs: Tom Hodgson, Soy Kroon, Charlotte Hoffman, Levi van Kempen, Alexander van Bergen, Dennis Verhagen, Maureen Havlena, Bas Keijzer, Jasper Beerthuis, Guus Dam, Stefanie van Leersum, Laura van Kuik, Nellie Benner, Thei Dols, Mitchell Immerzeel, Ruud Drupsteen, Jacques Vriens    

Kinderboekenschrijver Jacques Vriens geniet een grote populariteit onder zijn doelgroep en het is eigenlijk verrassend dat ‘Tien torens diep’ pas de eerste verfilming van een boek uit zijn oeuvre is. Het boek verscheen in 2004 bij Van Holkema & Warendorf/Unieboek B.V. en werd het jaar daarop getipt door de Nederlandse kinderjury. Het is een meeslepend verhaal dat zich afspeelt in het Limburg van 1958. In het fictieve mijnwerkersplaatsje Oranjedorp wonen de twee vrienden Stef en Victor. Ze zijn een jaar of elf en weten niet beter dan dat zij later ook koelpieten worden, net als hun vaders en Stefs broer Victor. Een koelpiet is een mijnwerker en Stef en Victor hebben dan ook de jonge koelpietenclub opgericht. Leeftijdsgenootje Wietske, dat ook in de kolonié woont, wil dolgraag bij de club, en na enige aarzeling stemmen de twee jongens toe. Wietske moet echter wel een aantal tests doen, alvorens zij toegelaten wordt. ‘Tien torens diep’ is een spannend en ontroerend verhaal over vriendschap en trouw, dat je met een ruk uit zult lezen. Vriens beschrijft de avonturen van de drie vrienden zo vlot dat de film zich al bijna tijdens het lezen aan je ogen voltrekt. Geen wonder dus dat producent Bijker het wel zag zitten om van het boek een miniserie te maken.

In zes afleveringen van elk zo’n 25 minuten wordt de (jonge) kijker meegetrokken in de jaren vijftig. Het decor helpt daarin een handje: er is overduidelijk veel moeite gedaan om een zo authentiek mogelijke sfeer te creëren. Ook de jeugdige acteurs doen het uitstekend; zij spelen op overtuigende wijze kinderen die nog geen weet hebben van mobiele telefoons, Hyves of Playstation. Het taalgebruik is daar uiteraard op aangepast. Stef en Victor zijn erg gelovig opgevoed, Wietske daarentegen vindt het geloof maar raar – zij krijgt ook niet anders mee van haar atheïstenouders – maar daardoor is zij in het dorp een buitenbeentje. De (groeiende) vriendschap tussen de drie kinderen is sterk verbeeld. Weliswaar biedt het scenario daarin geen echte verrassingen, toch weet elke aflevering met een redelijke cliffhanger te eindigen. In grote lijnen wordt het boek gevolgd, al ligt in de serie de nadruk op de ultieme droom van Stef en Victor om eens in de mijn te komen. Dit is natuurlijk veel te gevaarlijk en daarom verboden, maar toch weten de drie steeds een manier te bedenken waardoor hun doel dichterbij komt. In het boek blijft het bij een droom, maar in de verfilming zorgen deze pogingen voor nagelbijtende spanning. Daarnaast is het erg mooi de net-tieners te zien omgaan met de problemen en onwetendheden die bij die leeftijd horen: ze zijn te oud voor kinderachtig gedoe, maar te jong voor volwassen zaken zoals ‘vreselijke gemeenschap’, zoals Stef denkt dat het heet. Er worden naast het mijnwerkersleven ook andere zaken uitgediept, zoals pesten, geloof, boetedoening, familiebanden en relaties tussen atheïsten en Christenen. Het geloofsaspect zorgt er gelukkig niet voor dat de serie te braaf is en ondanks de zware thema’s wordt ‘Tien torens diep’ nergens zwaar of deprimerend, wat vanzelfsprekend weer met de doelgroep te maken heeft.

‘Tien torens diep’ is een vakkundig gemaakte miniserie, die op een aansprekende manier jongeren kennis laat maken met een stukje geschiedenis, waarover maar weinig bekend is. Het overtuigende acteerwerk, het mooie verhaal en de authentieke setting zijn redenen genoeg om deze sympathieke Nederlandse productie te kijken.

Monica Meijer