Titanic (2012)

Regie: Jon Jones | 240 minuten | drama | Acteurs: Peter McDonald, Ruth Bradley, Georgia McCutcheon, Steven Waddington, Glen Blackhall, Antonio Magro, Michele Moran, Perdita Weeks, Linus Roache, Tim Downie, James Wilby, Stephen Campbell Moore, Lyndsey Marshal, Lee Ross, Geraldine Somerville, Toby Jones, Maria Doyle Kennedy, Jenna-Louise Coleman, Shane Attwooll, Matt Devere, Lloyd Hutchinson, Kevin Lukacs, Geoffrey Thomas, Sophie Rundle, Laurie Hagen, David Calder, Miles Richardson

Nòg een productie over de ‘Titanic’? Welja, waarom niet? Zou dat de gedachte zijn geweest bij het geven van het groene licht voor deze rijk aangeklede Britse miniserie? Valt er na alle films, tv-films en documentaires nog meer te vertellen over de beroemdste scheepsramp uit de geschiedenis? Volgens de Oscarwinnende scenarioschrijver Julian Fellows (‘Gosford Park’) wel. Hij maakt er een uitgebreide soap van, in de trant van zijn successerie ‘Downton Abbey’, vol met tegenstellingen: strijd tussen de klassen (rijk en arm, maar ook tussen oud en nieuw geld), conflicten tussen katholieken en protestanten, Engelsen en Ieren, Italianen en Amerikanen. Allerlei stromingen en sociale vraagstukken uit die tijd komen aan bod: de mogelijkheid van een Europese oorlog, anarchisten, voorvechtsters van het vrouwenkiesrecht en de kwestie rondom zelfbestuur voor Ierland (“Home Rule”).

Zo vormen de opvarenden van de ‘Titanic’ een microkosmos van de samenleving in 1912 – zoals het ongetwijfeld in werkelijkheid ook was – maar is de vraag of al deze verwikkelingen nu zo interessant is in het licht van de komende tragedie. Als kijker is het niet zo boeiend dat de passagiers zich opwinden over een Italiaanse steward in de dinerzaal van de eerste klas, of dat Benjamin Guggenheim met zijn maîtresse reist, of dat elektricien Maloney stiekem een andere hut in de derde klas neemt, in de wetenschap dat zulke maatschappelijke conventies binnen de kortste keren academisch zullen worden zodra het schip lek stoot op de bekende ijsberg.

Keer op keer herhaalt Fellows’ script dezelfde patronen: veel van de opvarenden worden op de één of andere wijze achtergesteld: Amerikaanse bedienden worden geminacht door Engelse bedienden, waarbij het voor de Engelsen onderling ook nog uitmaakt voor wie je precies werkt; soms is het incidenteel, bijvoorbeeld omdat de officieren van rederij White Star Line worden achtergesteld door een opgedrongen nieuwe officier, vaak is het structureel: een tweedeklas passagiers wordt nooit een eersteklas passagier, om nog maar te zwijgen voor de opeengepakte massa’s in “steerage” (derde klas).

Wat de miniserie wel doet, is de futiliteit laten zien van de klassetegenstellingen. Snobisme en onderlinge rivaliteit, net zo min als welk geloof je hebt, of welke vooroordelen over anderen, doen er niet meer zoveel toe, als de reddingsboten op zijn en ruim 1500 van de 2200 opvarenden in het ijskoude water van de Atlantische Oceaan zullen omkomen. “Death is the great Equalizer” luidt het gezegde, maar hier is dat wel enigszins een valse vergelijking. De boten werden allereerst volgeladen met vrouwen en kinderen, waarbij de eerste klas de meeste kans had om te overleven.

Het geheel is fraai aangekleed en er wordt goed geacteerd – ook al zijn de conversaties niet altijd van het hoogste niveau. Er komen een aantal bekende gezichten van andere televisieseries (zoals ‘The Tudors’ en ‘Downton Abbey’) of bijrollen in speelfilms voorbij: belangrijke rollen zijn er voor Linus Roache (Lord Manton) en Geraldine Sommerville (Lady Manton) en Toby Jones en Maria Doyle Kennedy (als het echtpaar Batley). Het schip is vooral van binnen te zien, van de brug tot aan de stokersruimten en van de luxueuze suites en het promenadedek tot aan de nauwe gangetjes en kale stapelbedden in de derde klas. Ondanks het beperkte budget zijn ook een aantal acceptabele shots van de Titanic aan de kade en varend (en zinkend) op zee. Een interessante invalshoek is ook de voorbereidingen op de reis. Het zijn details die wellicht niet centraal zijn voor het plot, maar wel een frisse dimensie geven aan het geheel. Zo zien we elektriciteitsleidingen loshangen, de inventarisatie van voorraden (3500 uien bijvoorbeeld) en discussies op het hoofdkantoor van de rederij of er wel genoeg reddingsboten aan boord zijn (ja, meer dan destijds wettelijk verplicht zelfs) en of er wel de juiste klinknagels zijn gebruikt. Maar ook hier draaft Fellows enigszins door: zo wordt in een flasback naar 1911 zelfs een bars blaffende Winston Churchill (toen minister van Binnenlandse Zaken) opgevoerd, die op zoek is naar de anarchist/crimineel Peter Lubov (Dragos Bucur). Dezelfde Lubov die een jaar later doodleuk inscheept op de Titanic en het aanlegt met de getrouwde Mary Maloney (Ruth Bradley).

De structuur van de miniserie is opmerkelijk te noemen: in de eerste delen wordt een aantal personages gevolgd, in elke aflevering botst het schip met de ijsberg en wordt er een soort van cliffhanger ingebouwd, waarna in het volgende deel het verhaal vanuit een ander perspectief weer opnieuw begint, waarbij de verschillende scènes elkaar overlappen. Pas in de laatste aflevering wordt duidelijk voor wie de ramp slecht afloopt – en wie uiteindelijk wordt gered. Het is een originele vondst, die echter niet optimaal uit de verf komt. Er zijn teveel personages, teveel verhaallijnen, waardoor het geheel onoverzichtelijk wordt, en de ogenschijnlijk zo heldere structuur spaak loopt. Door de losse verhaallijnen op te knippen, wordt de spanning verbroken en leef je als kijker ook niet ontzettend mee met de personages – en dat is niet zo best als hun leven in groot gevaar is. Een ander irritant puntje is dat je als kijker af en toe het gevoel hebt dat de personages zijn ingescheept op de “Love Boat”. Het is werkelijk ongelooflijk hoeveel romances er lijken te ontstaan in die paar dagen tussen het vertrek uit Southampton op 10 april 1912 en het zinken van de ‘Titanic’ in de nacht van 14 op 15 april. Het is niet alleen ongelooflijk, maar ook behoorlijk ongeloofwaardig. Het is zo’n opvallend en kunstmatig scenariotrucje, dat het gaandeweg de delen steeds storender wordt.

Het valt niet mee om ‘Titanic’ op zijn eigen merites te beoordelen, zonder daarbij aan de gelijknamige blockbuster van James Cameron uit 1997 te denken. Het is verre van eerlijk om de twee met elkaar te vergelijken, niet qua acteertalent en zeker niet op het gebied van special effects. Toch toont deze miniserie vooral ook aan, hoe goed Camerons’ versie qua verhaal eigenlijk in elkaar stak, ondanks de schmaltzy toon en het gekweel van Celine Dion. De miniserie doet eigenlijk hetzelfde: een mengeling van historische en fictieve personages, mensen uit verschillende klassen worden verliefd, er is zelfs een knullige juwelenroof in verwerkt en er wordt wanhopig afscheid genomen van geliefden die achterblijven. Heren van stand gedragen zich als heren van stand en drinken nog een glas en het orkest blijft tot het laatst toe spelen. Fellows weet weinig origineels toe te voegen aan een verhaal dat inmiddels bij miljoenen over de hele wereld al overbekend is. Behalve de scènes die voorafgaand aan de afvaart spelen, leer je als kijker eigenlijk niets nieuws. Daarmee wordt het een soort van herhaling van zetten – zeker door de structuur van de afzonderlinge afleveringen – en dan legt de serie het echt af ten opzichte van Camerons film.

Hans Geurts

‘Titanic’ verschijnt dinsdag 10 april 2012 op DVD en blu-ray.