Tokyo Loop (2006)

Regie: Nobuhiro Aihara, Taku Furukawa, Takashi Ito, Toshio Iwai, Joji Kuri, Tomoyasu Murata, Kei Oyama, Masahiko Sato, Mika Seike, Maho Shimao, Kotobuki Shiriagari, Tabaimo, Keiichi Tanaami, Atsuko Uda, Mio Ueta, Atsushi Wada, Koji Yamamura | 75 minuten | animatie

“Een ode aan de levendige metropool Tokio”, zo wordt de animatiefeature ‘Tokyo Loop’ omschreven. Als je de 16 aan elkaar gevlochten animatiefilms ziet, ga je echter twijfelen in hoeverre de uitdrukking “een ode aan” hierop van toepassing is. Het heeft er immers de schijn van dat lang niet alle films de stad positief af schilderen. Zo zien we onder meer een film waarin de hondenpoepproblematiek op komische wijze aangekaart wordt en een film waarin geweld in de ondergrondse op symbolische wijze wordt afgeschilderd.  Symboliek blijkt überhaupt een belangrijke rol te spelen in een groot deel van deze animatiefilms. En of dit nou typisch Japans is of niet, dit maakt de ene animatie extra interessant, maar de ander weer behoorlijk ongrijpbaar of zelfs vervelend.

‘Tokyo Loop’ wordt echter ook als volgt beschreven: “viering van honderd jaar animatie in Japan. Zestien kunstenaars verkennen de grenzen van het medium geïnspireerd op de levendige metropool Tokio.” Dit komt meer overeen met het gepresenteerde materiaal. Want dat valt wel te zeggen over het merendeel van deze films, de grenzen van wat er zoal met animatie mogelijk is, worden zo nu en dan flink afgetast. We worden getrakteerd op allerhande technieken, waar sommigen animatieliefhebbers hun vingers wellicht bij af zullen likken.

Deze veelzijdigheid is tegelijkertijd hetgeen dat ‘Tokyo Loop’ welhaast de das omdoet. Alhoewel zeker een derde van de individuele fragmenten zeer zeker de moeite waard is en nog eens een derde goed te pruimen, zitten er ook een vijftal films tussen waarvan je je afvraagt wat hier zo bijzonder aan is. De films zijn rondweg zo verschillend dat je je afvraagt waarom ze eigenlijk bij elkaar gestopt zijn.  Wanneer je na zo’n zeventig minuten animatie bij het laatste fragment ’12 O’Clock’ bent aanbeland, heb je het wel ongeveer gehad en alhoewel de hallucinerende beelden je de tijd proberen te doen vergeten, blijf je je focussen op de wijzers van de klok, in de hoop dat ze de 12 snel zullen bereiken. Het is de hoogste tijd.

Vanwege een deel van de afzonderlijke animaties – waarin de kijker geconfronteerd wordt met zijn eigen perceptievermogen – en voor een deel te danken aan de sprankelende elektronische sound  is ‘Tokyo Loop’ desalniettemin een aanrader om te bekijken. Het zou echter niet vervelend zijn als de verschillende animaties los van elkaar bekeken zouden kunnen worden. Wellicht kan een dvd-release hieraan in de toekomst uitkomst bieden.

Vincent Nijman