Tony Manero (2008)
Regie: Pablo Larrain | 98 minuten | drama | Acteurs: Alfredo Castro, Paola Lattus, Héctor Morales, Amparo Noguera, Elsa Poblete
Tony Manero was de naam van het personage dat John Travolta speelde in ‘Saturday Night Fever’, een rol die hem in 1977 definitief op de kaart zette. In ‘Tony Manero’, dat zich in het Chili van 1978 afspeelt, ten tijde van Pinochets gewelddadige regime, is Raul volledig geobsedeerd door dit karakter. In zijn droom een Chileense Tony Manero imitatiewedstrijd te winnen gaat hij over lijken. Letterlijk. Die eerste moord komt nog als een mokerslag aan, omdat het zo onverwacht is. Raul ziet vanuit het raam van zijn bedompte appartementje dat een oud dametje mishandeld wordt op straat en schiet in een broek en de bejaarde te hulp. Wanneer hij haar thuisbrengt, duurt het echter niet lang of hij slaat haar schedel in. Waarom? Omdat ze hem vertelde dat Pinochet blauwe ogen heeft? Waarschijnlijk omdat ze een kleurentelevisie heeft, die Raul dan ook koelbloedig onder zijn arm meeneemt naar huis.
In het begin van de film heb je nog iets van sympathie voor de 52-jarige man, als hij een week te vroeg op komt draven bij studio waar de talentenwedstrijd gefilmd wordt (het is Chuck Norris week), maar al gauw verspeelt hij dit medeleven. Raul is een afgrijselijke vent, die nietsontziend zijn doel probeert te bereiken, zonder rekening te houden met de mensen in zijn omgeving, waarvan vooral het vrouwelijke deel toch op onbegrijpelijke wijze als een blok voor hem valt. Raul woont samen met zijn vriendin Cony en haar bijna volwassen dochter Pauli, met wie hij een dansgroep vormt. Ondanks het feit dat de man zo impotent is als wat, en daar geen geheim van maakt, ziet de jonge Pauli hem wel zitten, wat zich uit in een bizarre en vrij expliciete seksscène (in een soortgelijke scène daarvoor zien we al hoe “gezellig” Cony en Raul het hebben op het seksuele vlak). Pauli’s jonge en ambitieuze vriendje Goyo maakt de dansgroep compleet; onder leiding van Raul proberen ze het ‘SNF’ gevoel op te roepen. Die ambities van Goyo strijken regelrecht tegen de haren van Raul in, wat een humoristische scène oplevert als het jonge duo een nieuwe dansroutine aan Raul laten zien. “Maar dat zit niet in de film!” is Rauls verontwaardigde reactie. Het is duidelijk: Raul bepaalt hoe het moet gebeuren en de enige leidraad is de film, die hij herhaaldelijk in een morsig bioscoopzaaltje bekijkt, ondertussen de dialogen naprevelend en de moves van zijn held imiterend. Dat het uit de programmering halen van ‘Saturday Night Fever’ (ten faveure van ‘Grease’) niet zonder gevolgen blijft, zie je overigens wel aankomen, toch levert dit een van de meest schokkende scènes in de film op.
‘Tony Manero’ is erg macaber. Het is een moeilijke film om uit te zitten, niet alleen omdat de hoofdpersoon het prototype van een naarling is, ook het camerawerk draagt hieraan een steentje bij. Soms lijken scènes opzettelijk onscherp gesteld opgenomen te zijn, maar dit dient geen enkel doel en leidt alleen maar af. Het komt nogal pretentieus over en dat is erg jammer. Het schokkerige beeld versterkt het documentairegevoel, en dat maakt wel dat de film aan impact wint. Wat de film echter vooral naar de pluskant trekt is het uitstekende werk van de cast, die helemaal opgaan in het bizarre verhaal. ‘Tony Manero’ is de tweede film van Pablo Lerrain, die eerder ‘Fuga’ inblikte. Zijn tweede produktie, waarin hij op subtiele wijze kritiek levert op het politieke klimaat van Chili in de jaren zeventig, leverde hem in ieder geval veel publiciteit op, de film maakte indruk op diverse internationale filmfestivals. De grimmige stijl en de inktzwarte humor (die je wel moet willen zien) maakt het echter geen aanrader voor een groot publiek. Hou je echter van aparte verhalen en deins je niet terug voor wat zinloos geweld en andere gore gebeurtenissen, dan is deze film zeker het kijken waard.
Monica Meijer