Toon Hermans, de kleuren van een clown (2005)
Regie: Coen Verbraak | 80 minuten | documentaire| Met: John van Elk, Wim Hazeu, Youp van ’t Hek, Maurice Hermans, Michael Hermans, Gaby Hermans, Herman van Hove, Hans Koppes, Paul de Leeuw, Benny Ludemann, Frans Molenaar, Hugh den Ouden, Coen van Orsouw jr., Ida Schrijver, Herman van Veen
Zeg je Toon Hermans, dan denk je meteen aan “snieklaas” of het Amsterdamse theater Carré. Zijn naam is onlosmakelijk verbonden met dit grote theater aan de Amstel. Toon Hermans wordt samen met Wim Sonneveld en Wim Kan de Grote Drie genoemd. Zij waren degenen die het Nederlandse cabaret een ander gezicht gaven in de vorige eeuw. Hun visie en hun humor zijn voor vele cabaretiers die na hen kwamen een grote inspiratiebron geweest. De documentaire ‘Toon Hermans, de kleuren van een clown’ vertelt het verhaal van Toon. Geboren in 1917 te Sittard groeide hij op in redelijke welstand. Zijn vader verliest echter veel geld tijdens de grote beurskrach in de jaren dertig. De bittere armoe die het gezin daarna trof, heeft de jonge Toon gevormd. Al op jonge leeftijd heeft hij een revue show in Sittard. Door zijn succes met de revueshow in Sittard die hij al op jonge leeftijd heeft, belandt hij al snel in Amsterdam.
In 1955 neemt hij een unieke stap. Als eerste Nederlander gaat hij alleen het podium op om grappen te maken en te zingen: de one-man show is geboren. Het leven van Toon wordt voor een groot gedeelte bepaald door zijn vrouw Rietje. Zij is de steun en toeverlaat van de altijd weifelende Toon. Zij is ‘het blok beton’, zoals één van de zoons het noemt, waar het hele gezin op leunt. Het overlijden van zijn vrouw is dan ook meer dan een groot verlies voor Toon.
De documentaire laat een Toon zien die we niet allemaal kennen. Het fijne is dat veel intimi, mensen die hem echt gekend hebben, aan het woord komen. Dan krijg je een genuanceerd beeld van de lachebek van weleer. Zijn gedrevenheid en zijn perfectionisme komen naar voren. En ook dat alles wat hij deed, niet ‘zomaar’ was, maar alle stapjes, alle grapjes en knipoogjes waren van te voren gerepeteerd. De maandenlange repetities met zijn band, en dat voor een paar liedjes in zijn show, tekent de kunstenaar Toon Hermans. Vooral boekuitgever Wim Hazeu kan smakelijk vertellen over de ‘donkere’ kanten van Toon Hermans.
Al was het bij vlagen geen fijn persoon, iedereen spreekt met veel respect en bewondering over zijn talent. Dat hij geen instrument kon bespelen, zelfs geen noot kon lezen, deerde hem niet om met kleuren te vertellen hoe hij zijn liedjes wilde laten klinken: eenvoudig, recht uit het hart.
“Speel eens wat minder noten, ik weet wel dat je kunt pianospelen,” zegt hij op een gegeven moment tegen pianist Coen van Orsouw. Zijn liedjes en zijn gedichtjes zijn eenvoudig, maar zeer doeltreffend. Toon was een meester van de timing en kon stiltes als geen ander omdraaien in golvende lachsalvo’s, gewoon door er te staan. Daar kunnen heel veel ‘moderne’ cabaretiers nog wat van leren. De documentaire is echter geen aaneenschakeling van beroemde conferences, maar een mooi intiem portret van een man die het Nederlandse cabaret vorm heeft gegeven. Met unieke beelden uit het privé archief en bijzondere verhalen, verteld door mensen die Toon Hermans van zeer dichtbij meegemaakt hebben.
Gerard de Bruijn