Torture Garden (1967)
Regie: Freddie Francis | 93 minuten | horror | Acteurs: Jack Palance, Burgess Meredith, Beverly Adams, Peter Cushing, Michael Bryant, John Standing, Robert Hutton, John Phillips, Michael Ripper, Bernard Kay, Catherine Finn, Maurice Denham, Ursula Howells, David Bauer, Niall MacGinnis, Nicole Shelby, Roy Stevens, Norman Claridge, Geoffrey Wallace, Clytie Jessop, Timothy Bateson, Roy Godfrey, James Copeland, Barry Low, Barbara Ewing
In ‘Torture Garden’ van Amicus Productions worden verschillende verhalen verteld als onderdeel van een omvattend verhaal, een recept dat Amicus herhaaldelijk heeft toegepast. We maken kennis met Dr. Diabolo die in zijn spookhuis op de kermis aan een groep bezoekers verschillende martelwerktuigen demonstreert en hen dan uitnodigt door middel van zijn gaven een blik in de toekomst te werpen. De titel van deze film, de duistere omgeving, en de uitspraken van Dr. Diabolo doen echter direct vermoeden dat die voor zijn bezoekers niet van veelbelovende aard zal zijn.
De behoeftige Colin Williams bezoekt zijn op sterven na dood zijnde oom Roger en probeert hem te ontfutselen waar deze zijn geld heeft verborgen. Oom Roger geeft echter voortijdig de geest en Colin besluit het huis te doorzoeken. In de kelder vindt hij een doodskist met een onthoofd lijk en een kat die zijn oom daarin opgesloten had. Colin komt er achter dat de kat zowel psychische krachten als een voorliefde voor mensenvlees heeft.Kwalitatief komt dit verhaal op de tweede plaats in deze film: geslaagd door de harteloosheid waarmee Colin (weliswaar onbedoeld) zijn oom de dood injaagt door hem zijn medicijnen te onthouden, de duistere atmosfeer in de catacomben onder het huis en de dreiging die er van de duivelse kat blijkt uit te gaan.
De ambitieuze Carla Hayes grijpt alles aan om het in de filmwereld te maken. Ze gaat uit met de acteur Robert Hutton die eeuwig jong lijkt te blijven. Ze is er getuige van hoe Robert wordt vermoord maar tot haar verbazing na een operatie weer hersteld is. Carla is vastbesloten uit te vinden wat hierachter zit maar heeft redenen dit te betreuren wanneer ze achter het geheim van Roberts eeuwige jeugd komt. Dit verhaal eindigt met niet al teveel daadwerkelijke horror na het vorige. Het roept wel de nodige nieuwsgierigheid op, maar ook door een gebrek aan al te noemenswaardige spanning blijft het daar wel bij. Het tempo is ietwat langzaam. Wel is er een geslaagd satirisch tintje te onderkennen ten opzichte van het acteursgilde in Hollywood.
De jonge Dorothy Endicott krijgt een verhouding met de beroemde pianist Leo. Ze merkt dat hij veel tijd aan zijn piano besteedt. Wanneer Dorothy daar verandering in wil brengen blijkt de piano een levend wezen te zijn dat jaloers wordt op de verhouding tussen Dorothy en Leo en dat besluit Dorothy te dwarsbomen. Kwalitatief is dit het minste verhaal in deze film: weinig horror en eveneens weinig spanning. De plot komt wat onzinnig, wellicht her en der zelfs tegen het lachwekkende, over. Verder is een zekere langdradigheid aanwezig. Al laat de piano haar kwaadwillende aanwezigheid op meerdere momenten onmiskenbaar blijken, toch gaat er weinig tot geen voelbare dreiging van uit, al zijn in de scènes waarin de piano het op Dorothy voorzien heeft de gebeurtenissen dan nog wel aardig vormgegeven.
Op een veiling ontmoeten de verzamelaars Ronald Wyatt en Lancelot Channing elkaar. Ze blijken een gemeenschappelijke obsessie voor de werken van Edgar Allan Poe te hebben. Wanneer Wyatt bij Channing op bezoek komt laat deze hem verschillende vroegere eigendommen van Poe zien. Vervolgens neemt de beschonken Channing Wyatt mee in de kelder van zijn huis, waar tot Wyatts verbazing blijkt dat Channing beschikt over zowel nog niet uitgegeven werken als nieuwe schrijfsels van Poe. Dit is het beste verhaal in deze film, dankzij het goede spel van Jack Palance als de nerveus gespannen Wyatt en het adequate tegenspel van horrorveteraan Peter Cushing als Channing. Er is sprake van een goed opgeroepen, vastgehouden en uitgebouwde spanning wanneer Wyatt langzaam dichter bij de ontrafeling van Channings geheimen komt. Verder een geslaagde duistere sfeer in de kelder van Channings huis en aardige gotische decors.
Het omvattend verhaal is aardig vormgegeven. Niet bijster ijzingwekkend, maar wel een van de meer opmerkelijke in de producties die Amicus volgens deze formule heeft uitgebracht. Een mooie duistere omgeving – wel zo toepasselijk ook voor een spookhuis – zorgt met de tentoongestelde martelwerktuigen en de dummy’s op wie diverse martelingen worden gedemonstreerd voor een aardig achtergronddecor. Mooi werk van Burgess Meredith als de creepy Dr. Diabolo en van de voor vele horrorfans bekende Michael Ripper als de (wellicht iets te) angstige spookhuisbezoeker. Verder valt op dat, in tegenstelling tot diverse gelijksoortige films van Amicus, ‘Torture Garden’ op niet al teveel plaatsen echt eng wordt. Met name in de twee middelste verhalen wil het aan spanning ontbreken. Reden dan ook dat deze productie in zijn totaliteit de haren niet bepaald te berge zullen doen rijzen. Sfeervol is het allemaal wel, ook in de twee minder geslaagde verhalen, maar ook van een dusdanige insteek dat het een en ander vooral als een combinatie van mysterie en horror overkomt, met de nadruk op het mysterie-aspect. Op een herhaling of evenaring van meer daadwerkelijk horrorgeoriënteerde Amicusproducties die volgens dit recept zijn vormgegeven hoeft dan ook niet teveel gerekend te worden.
Maar naast de minpunten heeft deze film wel degelijk zijn pluspunten en weet het meestentijds ook zonder al teveel moeite de aandacht vast te houden. Dit ook ondanks het ontbreken van allerlei bloederige taferelen, iets dat ook niet gestaan zou hebben binnen de insteek die deze productie kenmerkt. Verder, opnieuw overeenkomstig de overige Amicus-producties, is er verdienstelijk acteerwerk van de diverse betrokkenen, al valt het niet altijd evenzeer op door de vormgeving van het een en ander.
‘Torture Garden’ is daarmee niet de beste in zijn soort door Amicus ooit gemaakt, maar voor de liefhebbers van dit soort anthology films en voor de fans van het minder heftige werk heeft het al met al meer dan genoeg interessants te bieden.
Frans Buitendijk