Tous les matins du monde – All the Mornings of the World (1991)

Regie: Alain Corneau | 115 minuten | drama, muziek, biografie | Acteurs: Jean-Pierre Marielle, Gérard Depardieu, Anne Brochet, Guillaume Depardieu, Carole Richert, Michel Bouquet, Jean-Claude Dreyfus, Yves Gasc, Jean-Marie Poirier, Myriam Boyer, Violaine Lacroix, Nadège Teron, Caroline Sihol, Yves Lambrecht, Philippe Duclos, Yves Gourvil

Wat is de essentie van een musicus? Wat is het hoogste wat hij kan bereiken? Waar zou hij naar moeten streven? Dit zijn de thema’s van ‘Tous les matins du monde’, een karakterstudie van twee mannen die leven voor de muziek, maar heel verschillend denken over hoe ze hun talenten inzetten.

Het getoonde in de film wordt, grotendeels voor voice-overs, door de oude Marin Marais (Gérard Depardieu), aan elkaar gepraat. De grote gambist verkeert in zijn nadagen en doet tijdens een concert verslag van het leven van zijn meester en leraar, Jean de Sainte-Colombe (Jean-Pierre Marielle). Middels één lange flashback (met ook daarin weer tijdsprongetjes…) legt Marais uit wat het verschil is geweest tussen de keuzes die de Sainte-Colombe en hijzelf in hun leven hebben gemaakt.

De Sainte-Colombe heeft zich na de dood van zijn vrouw (gespeeld door Caroline Sihol) teruggetrokken op het platteland. Hij wijt zich in zijn schuurtje op zijn landgoed aan zijn prachtige spel op de viola da gamba en verliest zichzelf in langdurige conversaties met zijn vrouw, die als een soort van geest aan hem verschijnt.  De Sainte-Colombe wordt, ondanks talloze aansporingen door het hof, pas uit zijn isolement gehaald door de komst van Marais.

De jonge Marais wordt gespeeld door Guillaume Depardieu, de zoon van Gérard, wat de rol een authentiek tintje geeft, al lijken de twee qua gelaatstrekken niet eens zo heel veel op elkaar. De jonge Depardieu komt in zijn debuut wel wat stijfjes over, maar heeft wel dezelfde fysiek imponerende houding die zijn vader ook heeft. Marais, zoon van een schoenmaker, die als koorzanger furore maakte totdat hij de baard in de keel kreeg, wil niets liever dan schitteren. Voor hem is de muziek niet zoveel een doel op zichzelf, zoals voor de Sainte-Colombe, maar een middel om vooruit te komen in de wereld. Dat hij voor een positie aan het hof veel moet opofferen wat hem lief is, lijkt hem niet al te veel te kunnen schelen. Pas als hij oud is, rest Marais de spijt om wat hij in zijn leven heeft laten lopen en hoezeer hij mensen gekrenkt en gekwetst heeft. Hiermee is hij het spiegelbeeld van de Sainte-Colombe, voor wie de muziek een middel is om contact te voelen met zijn overleden vrouw en juist vanuit de liefde voor haar en zijn twee dochters handelt.

De film is een zeer geslaagd drama over twee beroemde Franse musici uit de tijd van de Zonnekoning. Hun levensverhaal is zwaar geromantiseerd en is zeker niet bedoeld als een echte biografie, al is het maar omdat er over het leven van de hoofdpersonen maar weinig bekend is. De bestaande historische personen zijn in een fictief kader geplaatst van bijzondere muzikale gaven en hoe je met die talenten kunt omgaan. Marielle is fantastisch als de Sainte-Colombe en ook vader Depardieu, die relatief weinig in beeld is, speelt zoals je van een acteur van zijn kaliber mag verwachten. En Anne Brochet legt al haar passie in de rol van Madeleine, de dochter die wanhopig verliefd is op Marais.

Wat je de Fransen moet nageven: ze weten hoe ze een kostuumdrama moeten maken. De zeventiende eeuw komt schitterend tot leven, niet alleen door de weelderige kostuums en sets, maar ook door het schilderachtige landschap zo fraai mogelijk in beeld te brengen. Voor het camerawerk tekende Yves Angelo, die hiervoor één van zeven terechte Césars voor de film won. De prachige viola muziek (veelal composities van de Sainte-Colombe en Marais zelf) wordt gespeeld door de Spanjaard Jordi Savall en is vaak betoverend om naar te luisteren.

‘Tous les matins du monde’ vergt wel wat goed zitvlees: het tempo ligt laag en er is relatief weinig dialoog. De acteurs leunen op gebaren, lichaamstaal en gezichtsuitdrukking om de emoties voor het voetlicht te brengen, onderstreept door de vaak melancholieke tonen van de gamba. Wie het geduld heeft om zich te laten overspoelen, zal de film een genot vinden om naar te kijken.

Hans Geurts

Waardering: 4

Bioscooprelease: 3 september 1992