Tout est parfait – Everything is Fine (2008)

Regie: Yves Christian Fournier | 118 minuten | drama | Acteurs: Maxime Dumontier, Chloé Bourgeois, Maxime Bessette, Sébastien Bergeron-Carranza, Jean-Noel Raymond-Jetté, Niels Schneider, Normand D’Amour, Claude Legault, Marie Turgeon, Anie Pascale, Pierre-Luc Brillant, Alexandra Cosentino Dagenais, Martin Dubreuil

Sasha (Niels Schneider) is de eerste van de vier die zichzelf van het leven berooft. Niet lang daarna volgen Alex (Jean-Noel Raymond-Jetté), Simon (Sébastien Bergeron-Carranza) en Thomas (Maxime Bessette). De een schiet zichzelf door het hoofd op de begraafplaats, een ander verhangt zichzelf of springt van een brug en verdrinkt. Familie en vrienden blijven achter in shock, vol onverteerbaar verdriet. De vier tieners vormden een hechte vriendenclub. Ook Josh (Maxime Dumontier) maakte deel uit van de groep. Hij blijft eenzaam en verbouwereerd achter. Velen denken dat hij meer wist van het zelfmoordpact van zijn vrienden, maar hij ontkent. Hij kruipt in zijn schulp, sluit zich af voor zijn ouders en laat niets los tegen zijn psycholoog. Medelijden hoeft hij niet, van niemand. Het gaat allemaal wel, lijkt hij te willen zeggen. Vooral tegen zichzelf. Aan sommige mensen heeft hij wél behoefte. Aan de knappe Mia (Chloé Bourgeois) bijvoorbeeld, de ex van Sasha. En aan Henri (Normand D’Amour), de vader van Thomas. Mensen die hem aan zijn overleden vrienden herinneren…

‘Tout est parfait’ (2008) werd geregisseerd door Yves Christian Fournier, een Franse Canadees die naam maakte als regisseur van commercials en videoclips. Zijn stijl is erg visueel, en dat is te merken in dit verstilde drama: veel wordt er niet gezegd. Fournier laat de beelden veelal voor zich spreken. Thematisch is ‘Tout est parfait’ gelieerd aan het werk van Gus Van Sant (‘Elephant’, 2003) en Larry Clark (‘Ken Park’, 2002), die ook films maakten waarin jongeren geconfronteerd worden met de dood en/of zelfmoord. Maar de reden waarom de jongens zelfmoord plegen is – in tegenstelling tot bijvoorbeeld ‘Ken Park’ – ondergeschikt aan het effect dat hun dood heeft op de achterblijvers. Fournier focust daarbij niet op de ouders van de tieners, maar op hun leeftijdsgenoten. Josh, van wie iedereen vermoedt dat hij op de hoogte was van de plannen van zijn vrienden, is het centrale karakter. Hij is een binnenvetter, die het moeilijk vindt om over zijn gevoelens te praten, laat staan dat hij gemakkelijk zijn verdriet uit. Door de uitstekende Maxime Dumontier wordt hij neergezet zoals tieners daadwerkelijk zijn: stug, teruggetrokken, tegendraads en stuurs. Doordat hij weinig zegt, is het moeilijk om hoogte van hem te krijgen. Over zijn vriendschap met de andere vier jongens leren we vooral uit de flashbacks die Fournier voor ons heeft geconstrueerd.

Josh doet zijn uiterste best om toenadering te vinden bij Mia en Henri. Op de momenten dat hij niet bij een van hen is, dwaalt hij rond op zijn skateboard, door de meest troosteloze wijk van Quebec. Fournier is op zijn best als hij sfeer creëert, in dit geval de sfeer van moedeloosheid, eenzaamheid en vertwijfeling. Het handheld-camerawerk is dromerig en wonderschoon in al zijn desolaatheid. De term ‘mood piece’ is voor weinig films zo toepasselijk als voor ‘Tout est parfait’. De regisseur, die ook het scenario schreef, heeft bovendien een zeer getalenteerd cast verzameld, want naast Dumontier spelen ook Bourgeois en D’Amour erg sterk. Toch kent ‘Tout est parfait’ ook zijn mindere kanten. De toon is namelijk bijzonder deprimerend. Humor is in geen velden of wegen te bekennen, wat de film wellicht een pretentieuze nasmaak geeft. De stugge en in zichzelf gekeerde Josh wekt niet direct een gevoel van sympathie op. Bovendien biedt Fournier ook weinig ruimte voor een sprankje licht aan het einde van de tunnel. Het onconventionele einde zal niet door elke kijker gewaardeerd kunnen worden. Zonder al te veel te verklappen: Fournier laat een hoop vragen onbeantwoord. Niet iedereen zal dat even goed kunnen waarderen. Aan de andere kant wordt het publiek gestimuleerd om zelf de ontbrekende puzzelstukjes in te vullen. Niet alles hoeft voorgekauwd te worden.

‘Tout est parfait’ is een oogstrelend visueel hoogstandje boordevol verstilde introspectie. Getraumatiseerde tieners werden zelden zo waarheidsgetrouw geportretteerd. Debutant Yves Christian Fournier geeft een intrigerend visitekaartje af. Natuurlijk valt er nog genoeg aan te merken op zijn eersteling, vooral op scripttechnisch vlak, maar dit belooft in ieder geval veel goeds voor zijn tweede film. ‘Tout est parfait’ is geen film die gemakkelijk wegkijkt, vanwege zijn trage tempo, zware thema’s en zwijgzame hoofdpersoon. Hier moet je dus echt even goed voor gaan zitten. Voor de liefhebbers van de betere arthousefilm!

Patricia Smagge