Toy Story 2 (1999)
Regie: John Lasseter, Ash Brannon, Lee Unkrich | 92 minuten | animatie, komedie, avontuur, familie, fantasie | Originele stemmencast: Tom Hanks, Tim Allen, Joan Cusack, Kelsey Grammer, Don Rickles, Jim Varney, Wallace Shawn, John Ratzenberger, Annie Potts, Wayne Knight, Estelle Harris, John Morris, Laurie Metcalf, Jodi Benson, Joe Ranft
De reputatie van ‘Toy Story’ is bekend. De animatiefilm uit 1995 schreef geschiedenis als de eerste film die volledig met de computer gecreëerd is, en deed het publiek versteld staan. Driedimensionale, gedetailleerde personages en omgevingen zorgden voor een ongelooflijk gevoel van vrijheid in de geanimeerde wereld van ‘Toy Story’. Jammer genoeg miste de film toch een bepaalde energie, wat vooral duidelijk wordt in vergelijking met latere Pixar-producties als ‘Monsters, Inc.’ (2001) en ‘Finding Nemo’ (2003)
‘Toy Story 2’ laat datgene wat werkte in het eerste deel intact, en vult dit aan met meer actie, meer humor, en meer kleurrijke personages. Het enige nadeel van het intact laten van bepaalde verhaalelementen is dat het soms een beetje teveel een herhalingsoefening is. Moest Woody in de eerste ‘Toy Story’ Buzz redden en hem een hart onder de riem steken, nu zijn de rollen omgedraaid. Qua structuur is de film ook grotendeels hetzelfde. In ‘Toy Story’ begon het verhaal met het speelgoed dat bang was om vervangen te worden. Nu zijn ze bang om als tweedehands spullen verkocht te worden. De boodschap van vriendschap en liefde is ook nog steeds prominent aanwezig, en net als in de eerste ‘Toy Story’ vindt er ook nu weer een sentimenteel muzikaal intermezzo plaats.
Buiten deze wat voorspelbare elementen, biedt de film echter genoeg aangename verrassingen. Het begint al meteen goed: Buzz maakt een spectaculaire entree als held van een computerspel, waarin hij het opneemt tegen zijn aartsvijand Zurg. In deze sequentie wordt ook meteen de toon gezet voor de vele filmverwijzingen die ‘Toy Story 2’ rijk is. Zo horen we op een gegeven moment de eerste karakteristieke noten van “Also Sprach Zarathustra” uit Kubricks ‘2001: A Space Odyssey’ (1968). Een moment dat het waarschijnlijk maakt dat Buzz’ strijdkreet “to infinity and beyond” een verwijzing is naar het hoofdstuk “Jupiter and beyond the infinite”, uit dezelfde film. Andere films en franchises waarnaar verwezen wordt zijn ‘Star Wars’ (“I am your father”), ‘Star Trek’ (middels de Vulcan-groet van Buzz, die ook in het eerste deel voorkwam), en ‘Jurassic Park’ (1993)(dinosaurus in de zijspiegel van een auto). Ook komt er een sequentie in voor die sterk doet denken aan de vervolgfilm ‘Die Hard 2’ (1990).
De film is niet alleen boeiend vanwege de vele knipogen naar andere films. Ook de gebeurtenissen en thema’s in de film zijn de moeite waard. Wat deze film iets dynamischer maakt dan de vorige is de mate van participatie van het “andere” speelgoed. Bevonden de bijrol”speeltjes” zich in de eerste film nog grotendeels in de kinderkamer(s), in deze film komt iedereen in actie. Samen gaat het speelgoed op pad om Woody uit de klauwen te redden van de winkelier die hem gekidnapt heeft, wat voor de nodige afwisseling en humor zorgt. De thematiek van de film heeft ook vrij volwassen implicaties. De zonde die ijdelheid kan vormen wordt naar voren gebracht, wanneer Woody beseft dat hij een ster is (of kan worden), en zelfs het onderwerp van (on)sterfelijkheid wordt aangeraakt. De boodschap is dat je het leven moet (in)delen met de personen die er echt toe doen, en dat het leven waardevol is, ook al is het kort (of juist hierdoor).
Er zijn verschillende nieuwe personages aan de bestaande cast toegevoegd. Drie hiervan zijn onderdeel van “Woody’s roundup gang”, een groep die samen ooit in een populaire televisieserie figureerde en een hoop merchandise tot gevolg had. Er is Jessie, de hyperactieve cowgirl, Bullseye, het niet minder actieve paard van Woody, en Stinky Pete, een bebaarde goudzoeker die zijn naam (in figuurlijke zin) eer aandoet. De manische Jessie wordt enthousiast vertolkt door Joan Cusack; Bullseye, Woody’s trouwe en sympathieke kameraad, is prachtig geanimeerd en lijkt écht van stof gemaakt; en Stinky Pete is vooral interessant vanwege zijn langzaam duidelijk wordende aard. Een van de grootste aanwinsten is toch wel de nieuwe schurk Al. Gespeeld door, en tevens lijkend op, Wayne Knight, is dit personage heerlijk over-de-top. Knight, vooral bekend als Newman uit de sitcom ‘Seinfeld’, is hier volledig in zijn element en geeft zijn personage de juiste cartoonachtige kwaliteit.
De kwaliteit van de animatie ligt weer een treetje hoger dan bij de vorige film. Er is meer detail te ontdekken, zoals in het geval van de haren van de hond en op de arm van Al, en de mensen zien er realistischer uit (hoewel het ook een keuze kan zijn geweest om juist de mensen in de eerste film minder realistisch te maken dan het speelgoed). Het “camerawerk” en de montage zijn over het algemeen ook wat inventiever. De scène waarin Woody gerepareerd wordt door een oud mannetje is wat dit betreft een lust voor het oog.
Al met al is dit een vermakelijkere film geworden dan zijn voorganger, die wat te ingehouden was om constant te blijven boeien. Soms geldt het argument “less is more”; in dit geval is het tegengestelde waar.
Bart Rietvink
Waardering: 4
Bioscooprelease: 17 februari 2000
Bioscooprelease: 5 mei 2010 (re-release in 3D)