Transformers One (2024)

Recensie Transformers One CinemagazineRegie: Josh Cooley | 104 minuten | animatie, actie, sciencefiction | Originele stemmencast: Chris Hemsworth, Brian Tyree Henry, Scarlett Johansson, Keegan-Michael Key, Steve Buscemi, Laurence Fishburne, Jon Hamm, Vanessa Liguori, Jon Bailey, Jason Konopisos-Alvarez, Evan Michael Lee, James Remar, Isaac C. Singleton Jr., Steve Blum, Jinny Chung, Josh Cooley, Dillon Bryan, Misty Lee | Nederlandse stemmencast: Matteo van der Grijn, Emmanuel Ohene Boafo, Franklin Brown, Peter van Rooijen, Gijs Blom, Maartje van de Wetering, Ruben Lürsen, Dennis Willekens, Simon Zwiers, Murth Mossel, André Dongelmans

Iedereen heeft een favoriete film die niet per se groot was, maar wel veel nostalgische gevoelens oproept. Dat kan een vergeten maar fantastische flop zijn, zoals ‘Piratenplaneet’ (2002), of het kan speelgoed tot leven wekken, zoals ‘Thunderbirds’ (2004) en ‘Bionicle (2003)’. Bij die laatste twee mag het nieuwste reclamespotje ‘Transformers One’ (2024) zich nu ook voegen. Met een simpel verhaal, een lichte toon en respect voor de oorsprong, weet ‘Transformers One’ zich eindelijk los te wrikken uit de doodgreep van Michael Bay. Maar kan de film ook meer dan zich afzetten tegen het verleden?

Het verhaal begint ver voor de oorlog tussen de Autobots en de Decepticons. Optimus Prime en Megatron zijn nog simpele mijnwerkers genaamd Orion Pax (Chris Hemsworth) en D-16 (Brian Tyree Henry). Ze werken in de mijnen op zoek naar energon (Transformer brandstof). Energon is schaars geworden sinds de Primes stierven en de Matrix of Leadership verloren ging in de oorlog met de Quintessons. Alleen Sentinel Prime is nog over en daarmee de ogenschijnlijk goedaardige alleenheerser van Cybertron. Toch knaagt er iets aan Orion, er moet toch meer uit het leven te halen zijn dan alleen maar energon mijnen? In zijn zoektocht naar de Matrix of Leadership, stuitten hij, D-16 en de rest van Cybertron op een samenzwering waar de planeet nooit meer van zal herstellen.

Excuses voor het Transformers-jargon, maar eigenlijk is het verhaal heel simpel en volgt het de oermythe van Campbell stap voor stap. Ironisch genoeg is het heel lang geleden dat de personages deze route af hebben gelegd, aangezien de Transformers-films van de afgelopen jaren vooral gefocust waren op de mensen. In ‘Transformers One’ zit geen enkel mens, wat vreemd genoeg een verademing is. En het doet niet af aan de film, het voegt zelf veel toe. De metalen personages zijn des te menselijker nu ze niet in contrast staan met de straten van Chicago en de vlezige mensen die hen normaal vergezellen. En zelfs al zijn het mechanische wezens, hun verhalen en ideeën zijn zo menselijk als je die kan krijgen in een film. Zij drijven de plot echt voort, in plaats van alleen maar te reageren op de tegenstanders. Alleen al daarin is de film radicaal anders dan de Michael Bay-films, waarin de Transformers vaak oppervlakkig waren.

Wat ook een groot verschil schetst met recentere vertoningen van Transformers (exclusief ‘Transformers: The Movie’ (1986) dus) is dat ‘Transformers One’ volledig geanimeerd is. De oude action figures spatten van het scherm als levensechte figuren met hun originele felgekleurde ontwerpen. Door middel van de animatie kan de kijker ook dingen uit het Transformers-universum zien die niet eerder vertoond zijn op het grote scherm, zoals het levende oppervlak van Cybertron. Ook de actie doet zijn voordeel met de animatie. Natuurlijk waren de actiescènes in de Michael Bay-films ook geanimeerd, maar deze simpelere animatiestijl geeft toch net wat meer ruimte voor kleine creatieve momentjes. In z’n geheel ziet de film er uniek uit en weet het een balans te bewaren tussen oude ontwerpen en nieuwe technieken. Een enkel shot stijgt daar zelfs bovenuit.

De film breekt dus in vrijwel alle opzichten met wat ervoor kwam. Iets wat ‘Bumblebee’ (2018) en ‘Rise of the Beasts’ (2023) niet wisten te doen. Dat is een pluspunt, maar toch is het lastig om ‘Transformers One’ te beoordelen zonder het recente verleden mee te nemen. De vraag is of de film op zichzelf ook opmerkelijk was geweest als de franchise niet al van ‘Transformers’ (2007) tot ‘Transformers: The Last Knight’ (2017) hetzelfde creatieve recept volgt. Daarbij weet de kijker al grotendeels wat er gaat gebeuren, omdat ‘Transformers One’ put uit dezelfde inspiratiebronnen als de eerdere films en het geen verrassing kan zijn dat Orion Pax en D-16 later Optimus Prime en Megatron worden. Maar zoals vaker het geval is, de reis is belangrijker dan de bestemming.

Al met al is ‘Transformers One’ (2024) een prima film. Het verhaal en de animatie zijn verfrissend in de eenvoud en fans van de originele tekenserie zullen blij zijn dat de franchise nu echt van koers verandert. Daarmee is de film leuk voor oud, maar ook voor nieuw. Verder zit er genoeg interessante actie in, maar doet dat niet af aan de rustige momenten waarin personages even met elkaar kunnen praten en zich kunnen ontwikkelen. En ‘Transformers One’ weet meer te doen dan zich alleen maar af te zetten tegen het verleden door een verhaal waarin de personages de plot voortdrijven (deels ondersteund door het stemwerk van Chris Hemsworth, maar zeker Brian Tyree Henry).

Dat is allemaal leuk en aardig, maar het belangrijkste is dat ‘Transformers One’ zich niet schaamt voor de oorsprong: die plastic speelgoedjes uit de jaren 80 waar je eindeloos mee kon spelen. En dat plezier voel je tijdens het kijken. Over twintig jaar zal ‘Transformers One’ ongetwijfeld iemands ‘Bionicle’ zijn.

Sam van Zuilen

Waardering: 4

Bioscooprelease: 19 september 2024