Trilogy of Terror II (1996)
Regie: Dan Curtis | 91 minuten | horror, thriller | Acteurs: Lysette Anthony, Geraint Wyn Davies, Matt Clark, Geoffrey Lewis, Blake Heron, Richard Fitzpatrick, Thomas Mitchell, Gerry Quigley, Dennis OConnor, John McMahon, Alan Bridle, Brittaney Bennett, Norm Spencer, Bruce McFee, Joe Gieb, Alex Carter, Philip Williams, Tom Melissis, Aron Tager, Durward Allen, Peter Keleghan
Deze ‘Trilogy of Terror’ uit 1996 is een tweede deel in navolging op het gelijknamige eerste deel uit 1975, wederom geregisseerd door Dan Curtis. Vervulde in de eerste film actrice Karen Black de hoofdrollen in de diverse verhalen, hier is dat actrice Lysette Anthony.
1. The Graveyard Rats
Laura en haar minnaar Ben vermoorden Laura’s tirannieke echtgenoot Ansford door hem in zijn rolstoel van de trap te duwen. Om de erfenis in handen te krijgen moeten ze bij zijn bankrekeningen kunnen komen. Ze ontdekken dat de gegevens daartoe zich op Ansford lichaam in diens graf bevinden. Ze zetten koers naar het graf maar eenmaal daar aangekomen nemen de gebeurtenissen onverwachte vormen aan. De koelbloedig beraamde en uitgevoerde moord op Ansford en de gebeurtenissen in diens graf en in de gangen die door de ratten daaromheen gegraven zijn maken dit tot een geslaagd verhaal. Nachtelijke taferelen, een goed gebruik van licht en donker, onverwachte wendingen en een in de ondergrondse gangen goed opgeroepen claustrofobisch sfeertje wanneer Laura zich de aanvallende ratten van het lijf moet houden. De ratten zijn in hun uiterlijk nogal overtrokken, maar in alle angstaanjagendheid komen ze daardoor wel des te effectiever over. Het verhaal heeft een geslaagde ironische en zwartgallige afloop.
2. Bobby
Bobby’s moeder kan de dood van haar zoon niet verwerken en weet hem door magie uit de dood op te laten staan. Bobby blijkt echter niet meer degene die hij was wanneer zijn agressief gedrag uitmondt in regelrechte moordlust en zijn moeder voor hem op de loop moet gaan. Kwalitatief het minste verhaal in de film. Herhaaldelijk is het wel effectief wanneer de bedoelingen van de kwaadwillende Bobby duidelijk worden en er confrontaties van diverse aard met zijn moeder plaatsvinden. Ook is de omgeving geschikt wanneer de gebeurtenissen zich afspelen in een stil en afgelegen landhuis. Met wat magie, enkele andere bovennatuurlijke tintjes en een donkere en stormachtige avond wordt ook een duister sfeertje voldoende bereikt. Helaas verzandt het geheel toch enigszins in een relatief langdurige en niet op alle punten uit de verf komende achtervolging, en wordt het gevolgd door een toch ietwat te twijfelachtige afsluiting.
3. He Who Kills
In het laboratorium van Dr. Simpson wordt ter onderzoek een pop binnengebracht. De pop zou de geest van een Zuni krijger bevatten, staat er in een bijgevoegd schrijven te lezen. De pop komt tot leven en doodt een paar bewakers waarna Dr. Simpson alle zeilen bij moet zetten om zich de pop van het lijf te houden. Een goed gelukt verhaal. Het sluit aan op ‘Amelia’ in ‘Trilogy of Terror’ nadat Amelia’s moordzuchtige plannen daarin tot uitvoering zijn gebracht. Nadeel is wel dat het bij de beelden van de tot levende komende Zunipop nogal voorspelbaar is wanneer de pop aan moordlust en bloeddorstigheid niets heeft ingeboet en dit verhaal vooral een remake is van de gebeurtenissen in ‘Amelia’. Maar het maakt de manier waarop het wordt vormgeven er niet minder geslaagd op. Opnieuw vinden er achtervolgingen en hardhandige en bloederige confrontaties met de Zunipop plaats. Die worden weer spannend en vermakelijk uitgewerkt in de daartoe uiterst geschikte lange gangen en lege ruimtes van het laboratorium. En vooral ook een welkom en geslaagd weerzien met de enge geluiden uit slakende en voor de horrorfan hartveroverende Zunipop in zijn onverminderd maniakaal en bezeten en tegelijkertijd humoristisch bijt- en steekgraag gedrag. Goed camerawerk ook weer tijdens de diverse confrontaties en achtervolgingen.
Net als in de eerste film uit 1975 is er degelijk acteerwerk van de diverse betrokkenen. Lysette Anthony is weliswaar minder bekend en minder charismatisch dan Karen Black maar is als Blacks opvolgster niettemin een goede keuze wanneer ook zij de diverse personages met hun verschillende karakters geloofwaardig weet neer te zetten. Ook degelijk werk van de overige betrokkenen, hoewel in ‘He Who Kills’ buiten Anthony zelf niet bijster opvallend vanwege de geringe schermtijd die de overige menselijke personages krijgen toebedeeld. In ‘Bobby’ degelijk werk van Blake Heron die de uit de dood verrezen Bobby overtuigend dreigend weet neer te zetten. En in ‘Graveyard Rats’ keurig werk van Geraint Wyn Davies als Laura’s minnaar en handlanger Ben en van Matt Clark als de tirannieke Ansford.
Het maakt deze ‘Trilogy of Terror II’, in navolging van de eerste film, tot opnieuw een verdienstelijke trilogie. Wederom een film waarin weliswaar de nodige minpunten voorkomen, maar ook weer een waarin de pluspunten deze ruim tot verre overtreffen. Ook doordat regisseur Curtis het net als in de eerste film – mede omdat ook deze tweede film voor televisie is gemaakt – niet zozeer van al teveel bloederige speciale effecten moet hebben, maar weer een geslaagde opbouw van de spanning en het effectief vasthouden daarvan weet te bewerkstelligen. Het maakt deze vervolgfilm opnieuw tot een aan te raden horror- of thrillertrilogie. Een die ook de niet-horrorfans zal weten te boeien.
Frans Buitendijk