True Grit (2010)

Regie: Joel Coen, Ethan Coen | 110 minuten | drama, western | Acteurs: Matt Damon, Jeff Bridges, Josh Brolin, Hailee Steinfeld, Barry Pepper, Dakin Matthews, Jarlath Conroy, Paul Rae, Domhnall Gleeson, Elizabeth Marvel, Roy Lee Jones, Ed Corbin, Leon Russom, Bruce Green, Candyce Hinkle, Peter Leung, Don Pirl, Joe Stevens, David Lipman, Jake Walker, Orlando Storm Smart, Ty Mitchell, Nicholas Sadler, Scott Sowers, Jonathan Joss, Maggie A. Goodman, Brandon Sanderson, Ruben Nakai Campana

‘True Grit’, de eerste western van de gebroeders Coen in de traditionele zin des woords, begint tamelijk dramatisch: Frank Ross wordt neergeschoten door zijn ingehuurde helper, Tom Chaney (Josh Brolin), die met kaarten al zijn geld had verloren. Ross’ vrouw blijft grievend achter met haar jongste dochter en zoon, maar oudste dochter Mattie heeft andere plannen: ze gaat op zoek naar wraak – alleen de doodstraf voor moordenaar Chaney voldoet. Mattie, gespeeld door de 14-jarige Hailee Steinfeld in haar eerste rol van betekenis, wordt al snel op de proef gesteld, wanneer ze het geld van haar vader moeten terugclaimen en de wetshandhavers ervan probeert te overtuigen achter Chaney aan te gaan. Deze is echter Indiaans territorium is ingevlucht, waardoor ze zelf een marshall, een verkapte huurmoordenaar, in moet huren om Chaney van kant te laten maken. Ze schraapt al haar geld bij elkaar en overtuigt de ruigste van allemaal, Reuben ‘Rooster’ Cogburn (Jeff Bridges) om de klus aan te nemen. Cogburn werd in de eerste verfilming uit 1969 van het gelijknamige verhaal van Charles Portis gespeeld door John Wayne, die legendarisch is geworden in talloze soortgelijke rollen en hiervoor nota bene zijn enige Oscar won. Dit was eigenlijk meer een oeuvreprijs dan dat deze rol er zo bovenuit sprong, maar dat weerhoudt Bridges er niet van om alles uit de kast te halen om het te overtreffen. Mattie zoekt true grit, vrij vertaald een brok rauwe onverzettelijkheid, en Bridges maakt daar met zichtbaar plezier wellicht nog meer werk van dan ‘The Duke’ Wayne indertijd: Bridges’ Cogburn sloft meer dan dat hij loopt, is veel te dik, mompelt maar half verstaanbaar en is consequent aan de fles. Zo bont maakte John Wayne het niet eens, die vooral een goede acteur bleef die een steenharde rauwdouwer speelt.

Mattie is hoe dan ook niet onder de indruk, vooral omdat het arbeidsethos van Cogburn te wensen overlaat. Zelfs als Cogburn met de Texaan LaBoeuf (Matt Damon), die ook achter Chaney aanzit, haar in veilig terrein achter wil laten, reist ze net zolang achter ze aan totdat ze geaccepteerd wordt; ze wil Chaney met haar vaders pistool eigenhandig neerschieten. Zij is, ondanks haar jeugdige leeftijd, misschien wel de meest onverzettelijke held die in de hele film voorbij komt en daarmee een fascinerend schouwspel. Dit komt mede door het indrukwekkende spel van Steinfeld, die deze onverzettelijkheid knap paart aan de jeugdige onzekerheid die er doorheen sijpelt. Het verschil met de hoofdpersoon in de vorige films van de Coen broers (‘A Serious Man’), de neurotische, klagerige en apathische Larry Gopnik, had niet groter kunnen zijn.  Vrijwel niemand twijfelde er nog aan, maar ook in ‘True Grit’ bewijzen de Coens fantastische filmmakers te zijn. Elk detail maakt indruk: de paarden snoeven, de prairiewind giert en de revolvers blinken verleidelijk. Je wordt onverbiddelijk meegezogen in het Wilde Westen in al zijn ongereptheid. Daarnaast hebben de Coens weer een stel acteurs gecast waar ieder andere filmmaker een moord voor zou moeten doen. Dat betaalt zich uit: de karakters van Bridges, Damon en Steinfeld zijn veelal op elkaar aangewezen, waarbij de nodige fricties ontstaan die het beste in de acteurs boven brengen.

Dit zijn de momenten waarop ‘True Grit’ de meeste indruk maakt. De gebroeders Coen zijn wellicht de beste filmmakers van de laatste twee decennia en leveren eigenlijk met iedere film wel iets moois af, maar er zijn nog wel te veel aanmerkingen mogelijk om deze film tot hun allerbeste te rekenen. Zo is het opvallend dat, net als in de eerste verfilming van dit verhaal, melodrama net iets te veel om de hoek komt zetten – met name in de vorm van de filmmuziek. Juist de prachtige, oer-Amerikaans aandoende rauwheid en onverzettelijkheid uit de filmtitel maken van ‘True Grit’ een kijkgenot, en als dat afgezwakt wordt, haalt dat de film naar beneden. Dit speelt steeds meer als het einde in zicht komt, dat ook niet helemaal overtuigt als samenraapsel van toevalligheden met af en toe een maar half overtuigend deus ex machina – kijk! Karakter X is net op tijd ter plaatse om redding te brengen! – tussendoor. Toegegeven, zo staat het in het oorspronkelijke verhaal, maar het staat filmmakers vrij om daar soepel mee om te gaan. In dit geval had het geen kwaad gekund.

Maar laten we niet overdrijven: ‘True Grit’ is het bekijken meer dan waard, en er is genoeg reden om nu al met smart uit te kijken naar de volgende toevoeging aan dat veelzijdige, onaantastbare oeuvre van de Coen broers.

David van Marlen

Waardering: 4

Bioscooprelease: 10 februari 2011