Un amour à taire – A Love to Hide (2005)
Regie: Christian Faure | 102 minuten | drama, oorlog, romantiek | Acteurs: Jérémie Renier, Louise Monot, Bruno Todeschini, Michel Jonasz, Charlotte de Turckheim, Nicolas Gob, Olivier Saladin, Philippe Faure, François Aramburu, Miroslav Kosev, Maximilien Muller, Flannan Obé, Kitodar Todorov, Yuli Toshev, Anne Girouard, Nikolai Pureev, Vladimir Nikolov, Valentin Tanev, Anguel Gueorguiev, Kristiyan Fokov, Ivan Panev, Irinei Konstantinov, Françoise de Stael, Denis Sylvain, Patrick Pierron, Julian Vergov, Thomas Suire, Meglena Karalambova
Over het lot van de joden tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn de afgelopen decennia tientallen, zo niet honderden films gemaakt. Allemaal even indrukwekkend en hartverscheurend. Ook het drama dat vele zigeunergezinnen doormaakten tussen 1939 en 1945 is velen bekend. Maar een andere groep slachtoffers van de nazi’s is al die jaren schromelijk over het hoofd gezien; de homoseksuelen. De deportatie van Duitse homo’s begon al in 1933, toen Hitler aan de macht kwam, en verspreidde zich vervolgens naar de bezette en geannexeerde gebieden. Volgens het US Holocaust Memorial werden er tussen 1933 en 1945 in totaal ongeveer 100.000 homoseksuelen gearresteerd, van wie er 10.000 tot 15.000 stierven in kampen. Veel van hen werden bovendien als proefkonijnen gebruikt bij gruwelijke experimenten. Filmmaker Christian Faure vond het hoog tijd om dit drama eens aan de kaak te stellen en maakte in 2005 de tv-film ‘Un amour à taire’. Het was toen pas vier jaar geleden dat de deportatie van homoseksuelen tijdens de Tweede Wereldoorlog officieel was erkend door de Franse staat…
Het verhaal begint in Parijs in 1942 waar de joodse Sara Morgenstein (Louise Monot) aanklopt bij haar jeugdvriend Jean Lavandier (Jérémie Renier) in de hoop dat hij haar kan helpen. Haar familie is vermoord door de nazi’s, na te zijn verraden door iemand die ze vertrouwden. Jean, de oudste zoon en gedoodverfde opvolger van een Parijse wasserij-exploitant met dubieuze sympathieën (Michel Jonasz), neemt haar mee naar een schuiladres, de woning van Phillippe Ledoux (Bruno Todeschini). Sara is nog altijd verliefd op Jean, maar die heeft sinds enkele jaren een geheime relatie met Philippe Ledoux (Bruno Todeschini). Wanneer Sara de relatie van Jean en Philippe ontdekt is dat aanvankelijk een shock, maar nadat Philippe haar nieuwe identiteitspapieren bezorgt en Jean voor haar een baantje regelt in de wasserij ontstaat er een hechte vriendschap tussen de drie.
Alles lijkt zijn gangetje te gaan totdat Jeans jongere broer Jacques (Nicolas Gob), het zwarte schaap van de familie, uit de gevangenis komt. Hij is gepikeerd omdat vader Lavandier Jean heeft aangewezen als zijn opvolger. Hij heeft bovendien een oogje op Sara en om indruk op haar te maken met dure spullen heult hij met de vijand. Hij wijst een collaborerende antiekhandelaar op huizen van rijke joodse klanten van de wasserij die al maanden niet meer gesignaleerd zijn. Wanneer hij ontdekt dat zijn broer homo is, heeft dat een haast vernietigende uitwerking op Jacques. Wanneer tegelijk zijn toenaderingspogingen tot Sara op niets uitlopen vanwege haar onverstoorbare adoratie voor Jean, wordt hij jaloers. Hij zint op een mogelijkheid om zijn broer een lesje te leren. Met de hulp van één van zijn louche contacten bij het politiekorps – dat boordevol collaborateurs zit – wil hij Jean voor een nachtje laten arresteren wegens verzetsactiviteiten. Hij krijgt echter al snel spijt van zijn verraad als blijkt dat zijn broer niet meer vrijkomt en naar het concentratiekamp in Dachau wordt gestuurd. Hij probeert zijn daad nog terug te draaien, maar daar is het al te laat voor… Faure maakte de film als eerbetoon aan duizenden Fransen die vanwege hun seksuele geaardheid het leven lieten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het had nog heel wat voeten in de aarde om het verhaal, dat in grote lijnen is gebaseerd op de autobiografie van Pierre Seel uit 1994 dat een realistische beeld schetst van de vervolging van de Europese homo’s ten tijde van het nazi-regime, te verfilmen. In Frankrijk, waar de strafwetten tegen homo’s tot 1981 (!) gehandhaafd bleven, zat kennelijk niemand te wachten op deze film. Het kostte dan ook veel moeite om de realisatie van de film financieel rond te krijgen. Om kosten te besparen werd ‘Un amour à taire’ – internationaal uitgebracht onder de titel ‘A Love to Hide’- in zijn geheel in Bulgarije opgenomen en voor de rollen van de nazi’s werden Bulgaarse acteurs ingehuurd. Doordat Faure typische Parijse stadsgezichten heeft weten te vermijden en op inventieve wijze met zijn settings is omgegaan, dringt het geen moment tot de kijker door dat de film niet in Frankrijk is opgenomen. Met beperkte middelen reconstrueert hij ook de overige decors, waaronder de treinperrons waar de jodentransporten vertrekken en aankomen.
Met dank aan zijn overtuigende hoofdrolspelers, waarvan de jonge Belgen Jérémie Renier (‘L’Enfant’, 2005) en Nicolas Gob (‘Un fils sans histoire’, 2004) niet alleen de meest interessante rollen spelen maar ook de diepste indruk maken, weet Faure een aangrijpend en indringend verhaal te vertellen over eeuwige trouw, oneindige vriendschap, onbegrijpelijk verraad en beklemmend menselijk leed. Hij ruimt voldoende tijd in voor menselijke warmte, waarbij hij nooit uit het oog verliest welk verhaal hij tracht te vertellen. Daarnaast worden ook de harde confrontaties niet geschuwd. Vooral de scène in een Duits strafkamp, waarin Jean moet toekijken hoe een andere jonge homo, waarmee hij zojuist vriendschap heeft gesloten, afschuwelijk wordt toegetakeld, zullen niemand onberoerd laten. Maar waar het in andere oorlogsfilms, zoals Steven Spielbergs ‘Schindler’s List’ (1994) soms lijkt te gaan om de kwantiteit van het leed dat mensen ondergingen ten tijden van het nazi-regime, weet Faure met veel minder middelen en zonder een overdaad aan melodrama dezelfde verwoestende visuele kracht te ontlokken.
‘Un amour à taire’ had eigenlijk al vele jaren eerder gemaakt moeten worden. Het lot dat duizenden homoseksuelen in de Tweede Wereldoorlog ondergingen had namelijk al veel eerder moeten worden blootgelegd. Van alle homo’s die naar Duitse kampen werden gestuurd overleefde slechts tien procent. Dat zijn schokkende cijfers, die jarenlang zijn weggewuifd. Gelukkig is er nu deze prachtige film van Christian Faure boordevol complexe karakters en indringende scènes, die eindelijk de waarheid durft te vertellen over wat er nu écht gebeurd is met deze vergeten groep slachtoffers. Een buitengewoon aangrijpende film die absoluut een groter publiek verdiend.
Patricia Smagge