Un pays qui se tient sage (2020)
Regie: David Dufresne | 86 minuten | documentaire
Praten, praten, praten, Fransen zijn er goed in. Maar zoveel als in ‘Un pays qui se tient sage’ wordt gediscussieerd is uitzonderlijk; vermoeiend zelfs – al gaat het over belangrijke zaken, zoals het recht op demonstratie en toenemend politiegeweld in het dynamische Frankrijk van Emmanuel Macron.
Bijna onmogelijk is het de beweegredenen van de makers in twijfel te trekken; dit is een staaltje actiejournalistiek van de zuiverste graat. Een filmmaker die vragen stelt kan meer bereiken, want actiejournalistiek trekt slechts mensen die het al eens zijn met het vertelde, en dan hoeft een film als deze in onze ogen niet te worden gemaakt.
Een en ander geeft aan hoezeer de westerse samenlevingen zijn gepolariseerd de laatste jaren. Dialoog is gewenst, emoties nemen de overhand. Gele hesjes, Covid-protesten, noem maar op: de standpunten zijn verhard. Hoe dat komt? Groeiende sociale ongelijkheid en wantrouwen in de politiek. Laat dan niet alleen mensen aan het woord die sowieso al machthebbers wantrouwen.
Toegegeven, ook politiemensen komen aan het woord in ‘Un pays qui se tient sage’; de zwijgende meerderheid is echter de grote afwezige in deze docu, die wordt beheerst door geagiteerde, intellectualistische gesprekken en beelden van demonstraties met intimiderend politiegeweld. Kan dat niet anders? Ja, in Nederland, maar ook hier wordt vooral in bubbels geleefd.
Technisch vaardig toont filmmaker Dufresne zich. De uitdaging zit in het filmen van geweld, waarvoor bewondering. Dufresne maakt slim gebruik van smartphonebeelden; nobel is zijn streven te tonen dat de Franse regering burgerrechten inperkt, zoals het recht op filmen van politieagenten. We mogen ons gelukkig prijzen dat films als deze gemaakt kunnen worden, de film zelf valt echter regelmatig in herhaling.
Jan-Kees Verschuure
Waardering: 2.5
VOD-release: 4 maart 2021 (Picl, Vitamine Cineville)