Undergods (2020)

Recensie Undergods CinemagazineRegie: Chino Moya | 92 minuten | fantasie | Acteurs: Johann Myers, Géza Röhrig, Michael Gould, Hayley Carmichael, Ned Dennehy, Khalid Abdalla, Eric Godon, Tanya Reynolds, Tadhg Murphy, Jan Bijvoet, Kate Dickie, Sam Louwyck, Adrian Rawlins, Slavko Labovic, Jonathan Case, Maddison Whelan, Burn Gorman, Simon Manyonda, Lorraine Hilton, Tim Plester

‘Undergods’ opent met beelden van een vervallen stad. Gebouwen liggen in puin of staan op instorten, diepe scheuren staan als littekens in het wegdek en de stoep gekerfd en er is geen levende ziel te bekennen op de smerige straten. Tegen deze desolate achtergrond rijden twee sjofel geklede mannen in een aftandse truck rond om de door vliegen bedekte doden op te rapen die langs de kant van de weg liggen. Af en toe pakken ze ook levende mensen op, gedoemde zielen die verkocht worden aan een ondergrondse coöperatie die er allerlei duistere en mensonterende praktijken op nahoudt. De dystopische wereld in ‘Undergods’ lijkt een nachtmerrieachtige kruising tussen het postapocalyptische universum van ‘Mad Max’ en de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog.

Hoe het zover heeft kunnen komen en wat de oorzaak is voor de zichtbare ineenstorting van de beschaving? Regisseur Chino Moya vertelt het ons niet en geeft de verbeeldingskracht van de kijker de ruimte om het antwoord op die vraag te geven. Wanneer de twee mannen in het vrachtwagentje elkaar verhalen beginnen te vertellen om de tijd te doden (en wellicht ook even geestelijk te ontsnappen uit de deprimerende realiteit), krijgt de film een soort omnibusvorm. We krijgen verschillende verhalen voorgeschoteld die op het oog los van elkaar staan, maar toch een link naar de overkoepelende setting van de film hebben. Bovendien hebben de vertelsels ook allemaal een gemene deler: ze laten weinig ruimte voor hoop en worden bevolkt door overwegend ongelukkige personages die allerlei onheilstijdingen zijn toebedeeld in de vorm van getroebleerde relaties en thuissituaties, moord, doodslag en onvervulde verlangens.

De verteltoon zwenkt een beetje op en neer; vaak is de toon serieus en naargeestig, maar Moya lardeert de verhalen ook geregeld met een flinke dosis absurdisme, ironie en zwartgallige humor. Het wordt niet bij alle verhalen duidelijk of ze verzonnen of waargebeurd zijn. Twee vertellingen lijken zich in elk geval wel af te spelen in een periode voor de totale tenondergang van de maatschappij (of misschien wel in een alternatief universum).

‘Undergods’ is niet voor één gat te vangen; de film smeedt elementen uit verschillende genres (thriller, drama, zwarte komedie, fantasie en een vleugje horror en sciencefiction) samen tot een duistere cocktail. Die experimentele werkwijze levert best een aardig resultaat op, wat zeker ook deels te danken is aan de bekwame cast. Er zitten geen grote sterren in de film, maar wel een paar prima karakteracteurs die je vast al eens in een paar series of films voorbij hebt zien komen. De soundtrack, die sterk hint naar muziek uit de jaren zeventig en tachtig van de twintigste eeuw, draagt prima bij aan het gevoel van moedeloosheid en totale uitzichtloosheid dat deze duistere toekomstparabel continu uitstraalt.

Hoewel ‘Undergods’ soms wat traag voortkabbelt, is het een boeiend filmexperiment dat er het grootste deel van de tijd in slaagt om aan de goede kant van de dunne scheidslijn tussen genialiteit en gekte te blijven.

Frank Heinen

Waardering: 3.5

Speciale vertoning: Imagine Filmfestival 2021