Underground (1995)

Regie: Emir Kusturica | 165 minuten | drama, komedie, oorlog, avontuur, misdaad, geschiedenis | Acteurs: Miki Manojlovic, Lazar Ristovski, Mirjana Jokovic, Slavko Stimac, Ernst Stötzner, Srdjan Todorovic, Mirjana Karanovic Milena Pavlovic, Danilo ‘Bata’ Stojkovic, Bora Todorovic, Davor Dujmovic, Dr. Nele Karajlic, Branislav Lecic, Dragan Nikolic, Erol Kadic

De eigenzinnige regisseur Kusturica houdt wel van een absurd, of liever absurdistisch, verhaal op zijn tijd. Toch probeert hij niet alleen maar anders of kunstzinnig te zijn. Vaak schuilt er meer achter de gekte dan dwarsheid alleen. Hij wil uiteindelijk echt een verhaal vertellen, iets wezenlijks naar de kijker communiceren. Zo heeft een film als ‘Arizona Dream’, met Johnny Depp en Faye Dunaway in de hoofdrollen, ondanks de vele fantasierijke, droomachtige scènes en zwarte humor, een nadrukkelijk dramatische en romantische lading. Met Kusturica’s met een Gouden Palm beloonde ‘Underground’ is het niet veel anders. Het is een circus met doldwaze karakters, maar wel één die historische relevantie heeft en iets in bredere zin wil zeggen over politiek en de verschillende krachten in een maatschappij. Het is dus in zekere zin een film met een missie. Een film die wil laten zien hoe schizofreen een land soms kan zijn en handelen – verpersoonlijkt door de twee vrienden – hoe de buitenwereld op een gewelddadig conflict reageert (of heeft gereageerd), en hoe opportunisme hoogtij viert in crisissituaties. Dit klinkt allemaal zwaar, maar het wordt behoorlijk luchtig gebracht, en in een surrealistische stijl die sterk doet denken aan het werk van Jeunet en Caro, met name ‘Delicatessen’ en ‘City of the Lost Children’. Ook Terry Gilliam zou zich in dit universum prima thuis voelen. Er zijn slechtere stijlen te bedenken.

‘Underground’ is een drie grote hoofdstukken ingedeeld. Het eerste handelt over de periode dat de nazi’s Joegoslavië bezet houden, het tweede over de Koude Oorlog en het socialistische Tito-tijdperk, en het derde over de etnische zuiveringen in de jaren negentig. Deze periodes worden voornamelijk als achtergrond gebruikt waartegen de “avonturen” van de twee beste vrienden, die zich allebei moreel dubieus gedragen, zich afspelen. De film bevat misschien interessante symboliek, maar het meest in het oog springend is toch de absurdistische toon en grappige vondsten. De film bevat enkele scènes die kijkers lange tijd bij zullen blijven: het bombardement van een dierentuin, met rondrennende, stervende, en hun natuur volgende apen, leeuwen, en olifanten, die zelfs middenin de stad huishouden en nog nooit eerder ontmoette andere diersoorten te grazen nemen. Grappig is de manier waarop een bevallende vrouw wordt bijgelicht – door twee mannen een heftig trappende jongen omhoog te houden op zijn fiets, terwijl zijn koplamp op de dame gericht is. Of verschillende momenten waarbij Lazar Ristovski, oftewel Blacky, zichzelf ineens in een film vertolkt zit en later zelfs een geweer ter hand neemt om orde op zaken te stellen op de filmset. En dan is er nog de steeds terugkerende blazersband, die de zaken een beetje opfleuren of anderzijds met heftig of stemmig getoeter de boel van muziek voorzien.

De twee mannelijke hoofdrolspelers, Manojlovic en Ristovski, weten goed in hun personages te verdwijnen en hun moreel gecompliceerde en soms manische figuren zo goed als mogelijk te vertolken, al is de slapstick waar ze mee moeten werken soms wat aan de vervelende kant. Nog beter gaat het Mirjana Jokovic af, die een heerlijk foute femme fatale is – ze kiest nooit een kant – en een uniek soort sensualiteit uitstraalt. Wat knap is, voor zo’n prettig gestoord, ietwat melodramatisch personage. ‘Underground’ heeft veel in zich, maar doet ook veel herhalingen van zetten en wordt door flauwe humor helaas wat in zijn potentie ingeperkt. Toch is het uiteindelijk zeker een film die het kijken waard is, in ieder geval voor de avontuurlijke cinefielen onder ons.

Bart Rietvink

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 21 december 1995