Vampyr – Der Traum des Allan Grey (1932)

Regie: Carl Theodor Dreyer | 65 minuten | fantasie, horror | Acteurs: Julian West, Maurice Schutz, Rena Mandel, Sybille Schmitz, Jan Hieronimko, Henriette Gérard, Albert Bras, N. Babanini, Jane Mora

Deze film uit 1932 is van de hand van regisseur Carl Dreyer en is gebaseerd op de roman ‘In a glass darkly’ van Sheridan Le Fanu. In dit verhaal is het een vampier die een kleine dorpsgemeenschap bedreigt, maar regisseur Dreyer hanteert bij de vormgeving van zijn film een aanpak die een vergelijking met andere vampier- of horrorfilms maar moeilijk mogelijk maakt. Allereerst valt vanaf het begin op dat de sfeer in de film donker en duister is. Niet alleen door een effectief gebruik van licht en donker of doordat het in zwart-wit is opgenomen, maar vooral door de licht flikkerende, soms korrelige en van een lichtgrijze tint voorziene filmbeelden. Ook de veelal vage, mistige en onscherp afgetekende contouren van personen, objecten en landschappen springen al snel in het oog. Een gevolg wellicht doordat de tand des tijds deze productie uit 1932 niet onberoerd gelaten heeft? Niet echt, nee. Regisseur Dreyer had het oorspronkelijk niet zo in gedachten. Maar een al opgenomen deel van de film werd per ongeluk beschadigd, en toen regisseur Dreyer het resultaat ervan op het witte doek zag, besloot hij dat hij de gehele film in deze stijl wou vervaardigen. En zijn redenen daartoe? Dreyer had een horrorfilm in gedachten waarin sfeer en stijl voorop stonden. En de door hem gemaakte keuze aangaande de voorgeschotelde beeldkwaliteit van deze film leverde hem daartoe in elk geval een goed begin op.

Daarnaast valt het hoge ‘stomme film’ gehalte van Dreyer’s productie op. ‘Vampyr’ was oorspronkelijk ook als een stomme film bedoeld. In een later stadium zijn er echter scènes met gesproken woorden aan toegevoegd, maar het aantal gesproken woorden blijft beperkt. Daarnaast laat Dreyer het verhaal zich in een langzaam, om niet te zeggen soms erg traag tempo afspelen. Doordat er verder niet alleen effectief gebruik wordt gemaakt van licht en donker maar ook van stilte en geluid, komt het verhaal af en toe ook bijna stil te liggen, onder andere om de kijker stukken tekst uit een boek voor te schotelen waarmee de nodige toelichting met betrekking tot vampirisme wordt gegeven. Hoewel daaruit langzamerhand de aard van het gevaar blijkt dat het plaatsje Courtempierre bedreigt, wijkt de vormgeving van de gebeurtenissen nogal af van die zoals we die kennen uit vampierfilms van later jaren. Weinig actie, geen wilde achtervolgingen of al te heftige confrontaties, amper tot geen bloedvergieten en ook de vampier zelf komt maar weinig in beeld. Het zal de kijker tijdens het aanschouwen van deze film duidelijk worden dat het niet zozeer de titel ‘Vampyr’, maar meer de subtitel ‘der Traum des Allan Grey’ is die de inhoud van deze film recht doet. Want naast de bovenstaande elementen valt ook het zwevende gehalte van de gebeurtenissen in deze film op. Doordat Dreyer meerdere kanten met zijn verhaal op lijkt te gaan, diverse scènes geen doel lijken te hebben en het daarnaast veelal onduidelijk is welke gebeurtenissen in het verhaal als realiteit of als een illusie of droom beschouwd moeten worden. Realiteit en fictie lopen herhaaldelijk in elkaar over, waarbij herhaaldelijk pas na verloop van tijd blijkt water zich precies heeft afgespeeld. En in combinatie met elkaar, ondersteund door aparte camerastandpunten en een geslaagde beklemmende soundtrack, vormen de diverse elementen in hun geheel een droomachtig gebeuren zoals dat in weinig films te vinden is. Een droomachtige, en op sommige punten ook spookachtige film met her en der nachtmerrie-achtige trekjes, waarvan vooral de scène waarin hoofdpersoon Allan Grey vanuit zijn eigen grafkist de gebeurtenissen rondom hem gadeslaat een sprekend voorbeeld van is. Maar binnen het verhaal zijn het ook de overige personages, hun handelingen en tal van overige punten die Dreyer op een juiste wijze vorm heeft gegeven. De onduidelijke identiteit van diverse schijnbaar doelloos voorbijkomende personages, de schaduwen die als vanzelf over de muren dansen, de niet alleen spaarzame maar soms ook onsamenhangende dialogen, het langdurig achter de feiten aanlopen van hoofdpersoon Allan Grey, de weerloosheid van de diverse beoogde menselijke prooien van de vampier en hun angst tegen het hen bedreigende kwaad, de slachtoffers die zich een voor een aandienen, de kwaadaardige trekjes die een van de slachtoffers van de vampier begint te vertonen… het draagt binnen de opzet van deze film op effectieve wijze bij de duistere sfeer die deze productie kenmerkt. Temeer daar de menselijke handlanger van de vampier weliswaar duidelijk in beeld komt, maar de vampier zelf nauwelijks voorbijkomt. Aan de gevolgen van diens kwaadaardige handelingen is echter niet te ontkomen. En omdat die langzaam maar zeker steeds meer naar voren komen is een des te subtielere in de achtergrond hangende dreiging voortdurend voelbaar aanwezig.

In zijn totaliteit ademt deze film daarmee een sfeer uit van vaagheid, verwarring, claustrofobie, wanhoop, verval en ondergang. Een film waarin wordt ingespeeld op diverse angsten van de mens, en waarin dit door veel kijkers ook herkend zal worden. En door de gevoelens van onrust die velen van hen daardoor maar al te zeer zullen bekruipen is te stellen dat regisseur Dreyer’s opzet geslaagd te noemen is. Er komen echter ook wat onvolkomenheden in deze film voor. De in de film optredende acteurs en actrices zijn zo goed als allen amateurs, hetgeen bij diverse van hen maar al te duidelijk is. Op een paar karakters na worden de personages niet echt uitgediept, en daadwerkelijke betrokkenheid blijft dan ook herhaaldelijk achterwege. Het verhaal zelf blijkt uiteindelijk weinig diepgang te hebben, en in enkele delen van de film die onmiskenbaar als ‘realiteit‘ in het verhaal gelden, blijken wel een paar gaatjes voor te komen.

Afgezien daarvan zal deze film door Dreyer’s aanpak op de meeste kijkers ook als een moeilijke film overkomen. Een film waar goed de aandacht bij gehouden moet worden, want afgezien van de voorgeschotelde tekst met uitleg over vampirisme wordt er weinig tot geen uitleg gegeven. Reden genoeg dus om binnen de toch al vage beelden en het surrealistische karakter van deze film niets te missen. Dat houdt ook in dat deze film met het nodige geduld ondergaan moet worden. En om het daadwerkelijk te kunnen waarderen, moet de kijker zich ook overgeven aan de dromerige sfeer die deze productie kenmerkt. Dat zal niet iedere kijker zogauw kunnen, maar voor degenen die in de sfeer van deze film kunnen opgaan, voor de liefhebbers van klassieke werkjes en van de zogeheten ‘cinéma bizarre/fantastique’, vormt de kennismaking met Dreyer’s film een aanbevelenswaardige en unieke kijkervaring.

Frans Buitendijk