Waiting for the Flood-Teibô wa kôzui o matte iru (2005)

Regie: Masafumi Yamada | 50 minuten | drama | Acteurs: Mahiro Hattori, Taro Iwai, Teruhiko Nobukuni, Eiji Teshima

Het begin van ‘Waiting for the Flood’ doet denken aan de muzikale scène in de fabriek uit ‘Dancer in the Dark’ of de soortgelijke scène in het Fred Astaire en Ginger Rogers vehikel ‘Shall We Dance’, waarin het geratel en gesis van machines voor het ritme in de scènes zorgt. In ‘Waiting for the Flood’ lijkt het hiernaast aanvankelijk om levenloze personages te gaan: we zien een lasser stokstijf achter een machine zitten terwijl er af en toe een fel licht verschijnt van zijn lasapparaat. De man zelf beweegt echter niet, waardoor het om een serie achter elkaar geplakte foto’s lijkt te gaan. Maar dan zien we hem zijn hoofd omhoog bewegen en zijn lashelm naar boven draaien.

Op interessante wijze wordt er met de zintuigen en verwachtingen van de kijker gespeeld. De scène die volgt is ook inhoudelijk verrassend, en tevens komisch, op een donkere manier. De gebeurtenis in de scène, waarbij een verstandelijk gehandicapte werknemer, een sadistische baas, en de zojuist genoemde lasser een rol spelen, zet een aantrekkelijke absurdistische toon, maar deze wordt helaas in de rest van de film niet meer geëvenaard, hoewel het soms dicht benaderd wordt. De relatie tussen een vrouw en één van de fabrieksarbeiders is niet geheel eenduidig en verloopt niet soepel. Communicatie is problematisch. Seks vindt spontaan plaats wanneer er een lepel op de grond valt, maar écht met elkaar praten of elkaar aankijken is er nauwelijks bij.

Filmisch is ‘Waiting for the Flood’ afstandelijk, met een cameratechniek die ofwel compleet stilstaande beelden gebruikt waarin de personages figureren, ofwel een heftige handheldcamera wordt ingezet. Een simpel meebewegen met personages komt zelden voor. Vervolgens worden er Ozu-achtige, punctuerende shots ingezet, maar de veel rustpunten bezorgen deze niet, vanwege de vervreemdende inhoud van de centrale beelden en het gebrek aan identificatie met de personages. Wel weer interessant is de conversatie tussen de man en vrouw die aan het einde van de film plaatsvindt, en wordt uitgebeeld door slechts shots te tonen van een tafel met lege stoelen, vanuit verschillende oogpunten en afstanden. We zien de personages niet, maar horen hun stemmen wel, als zitten ze wel degelijk voor ons. Het is een boeiend effect, en intrigerend qua (symbolische) implicaties.

Al met al is ‘Waiting for the Flood’ echter wat te ondoorgrondelijk en klinisch om veel mee te kunnen als kijker. De vaak niet evidente aaneenschakeling van de beelden en ongrijpbare reacties van de personages op wat hen gebeurt of wordt aangedaan, maakt van deze korte film van Yamada slechts een in potentie interessante film.

Bart Rietvink