Wake of Death (2004)

Regie: Philippe Martinez | 87 minuten | actie, drama | Acteurs: Jean-Claude Van Damme, Simon Yam, Philip Tan, Valerie Tian, Tony Schiena, Claude Hernandez, Lisa King, Anthony Fridjohn, Danny Keogh, Pierre Marais, Warrick Grier, Tom Wu, Jacqui Chan, Burt Kwouk

Het lijkt wel of Jean-Claude van Damme steeds beter gaat acteren. In het documentaire-achtige ‘JVCD’ bedient hij zich van een gezonde dosis zelfspot en laat hij zien op dramatisch vlak toch redelijk uit de voeten te kunnen. Ook in het betrekkelijk oude ‘Maximum Risk’, uit 1996, toonde hij zich meer dan alleen een dommekracht. Deze trend zet hij voort in ‘Wake of Death’, een no nonsense actiefilm met een doorsnee wraakverhaal, met wat meer aandacht voor tragiek en het verdriet van zijn personage dan gebruikelijk. Maar ook al weet hij zijn hoofd aardig boven water te houden in de meer dramatische scènes, is het verhaal toch te simpel en gemankeerd, om meerwaarde uit dit soort momenten te kunnen halen. En het is allemaal uiteindelijk wat te neerslachtig om een standaard actiefilm van genoeg entertainmentgehalte te kunnen voorzien. Goede bedoelingen, dus, maar een uitvoering die wat steken laat vallen. Gelukkig deelt Van Damme wel degelijk een paar goede klappen uit en zitten er boeiende achtervolgingen en shootouts in de film, zodat ‘Wake of Death’ voor de actiefans soms nog best de moeite waard is. ‘Wake of Death’ is een tamelijk deprimerende film.

Van Damme speelt een uitsmijter en ex-crimineel die het rustiger aan wil gaan doen voor zijn vrouw en kind. Wanneer in één van de eerste scènes van de film een idyllisch moment tussen Ben Archer (Van Damme) en zijn Cynthia (Lisa King) plaatsvindt – waarin hij haar vraagt om hem nooit te verlaten – kan het natuurlijk niet anders dan dat zij vermoord wordt en hij zijn brute kracht en connecties zal gaan gebruiken om haar te wreken. Niet dat het echt nodig was voor de schurk om op deze excessieve manier zijn naar Amerika gevluchte dochtertje terug te krijgen, maar er moet in de film nu eenmaal een manier gevonden worden om Jean-Claude bloedlink te maken en op het oorlogspad te sturen. En bloedlink wordt hij! Met vuisten, voeten, vuurwapens, en te voet, per auto, en zelfs op een crossbrommer (met spectaculaire sprongen in een overdekt winkelcentrum!) dunt hij het legertje schurken dat hem waagt dwars te zitten uit. Archer krijgt wat hulp van zijn vrienden waar nodig – met als meest memorabele voorbeeld een brute martelactie in een kelder, met als hoofdingrediënten een boormachine en de knieschijven van het slachtoffer.

Één vriend in het bijzonder, ene Tony (Tony Schiena), is bijzonder loyaal aan Ben en helpt hem tijdens een spannende shootout in een bordeel, waar Ben op zoek is naar één van de verantwoordelijken voor de moord op zijn vrouw. Dit personage is potentieel erg boeiend en het lijkt erop alsof er veel meer valt te vertellen over zijn verleden en zijn band met Ben. Wellicht dat er wel veel meer scènes met Tony zijn opgenomen maar in de montagekamer zijn gesneuveld. Zonde, als dit het geval is. Simon Yam zet een goede schurk neer als triadelid Sun Quan, en eigenlijk is de hele cast zeer competent. Waaronder dus Jean-Claude zelf. De regisseur schiet misschien iets te ver door in het tonen van het in gedachten verzonken of betraande gezicht van Van Damme, maar op het acteerwerk is niet zo heel veel aan te merken (hoewel de Engelse taal duidelijk nog steeds een struikelblok is voor de “Muscles from Brussels”). De brute actie is er nog steeds en Van Damme weet zich op dit vlak nog prima staande te houden, al is het jammer dat de regisseur niet wat vaker een beter overzicht geeft van de gevechten. Vaak bevinden nu tijdens gevechten (gedeeltes van) bewegingen of ledematen zich buiten het beeld, wat erg frustrerend is, helemaal wanneer je het gevoel krijgt dat het gevecht best kundig uitgevoerd is. Dit geldt eigenlijk voor heel ‘Wake of Death’: de gedeeltes die je ziet zijn vaak goed of smaken naar meer, maar er wordt net te weinig diepgang enerzijds en amusementsgehalte anderzijds geboden om de film een succes te laten zijn.

Bart Rietvink