Walk Don’t Run (1966)
Regie: Charles Walters | 114 minuten | komedie, romantiek | Acteurs: Cary Grant, Samantha Eggar, Jim Hutton, John Standing, Miiko Taka, Ted Hartley, Ben Astar, George Takei, Teru Shimada, Lois Kiuchi
Tokyo 1964. Industrialist Sir William Rutland is twee dagen eerder dan verwacht aangekomen in Tokyo. De stad maakt zich op voor de Olympische Spelen en in het hotel is daarom geen enkele kamer meer vrij. Sterker nog, in de hele stad is alle accommodatie bezet. Rutland gaat naar de ambassade om te vragen of ze voor die twee nachten onderkomen voor hem willen regelen. Terwijl de dienstdoende ambtenaar Julius P. Haversack (John Standing) rondbelt naar collega’s, ziet Rutland een advertentie hangen op het prikbord om tijdelijk een appartement te delen in de overvolle stad.
De vrijgezelle Christine Easton is totaal overvallen dat een man op haar advertentie reageert in plaats zoals ze verwacht had een vrouw, maar voor ze het zich goed en wel realiseert wat er gebeurt heeft Rutland al zijn tijdelijke intrek genomen. Beducht voor het commentaar op het feit dat ze als vrouw alleen een appartement deelt met een oudere man, weet ze even niet hoe ze het heeft als Rutland de volgende dag de Olympische atleet Steve Davis onderdak in haar appartement heeft aangeboden die net als hij twee dagen te vroeg in de stad is gearriveerd. Rutland probeert vervolgens de twee aan elkaar te koppelen, maar Christine is verloofd met de oerdegelijke Julius P. Haversack en ziet niets in een rondreizend leven met Steve Davis. Hoe leuk ze hem ook vindt.
Wie een traag bewegende, bejaarde komiek op zijn retour verwacht die in zijn laatste filmrol nog een beetje nasuddert op zijn goede naam komt hier wel heel erg bedrogen uit. Cary Grant is ongelooflijk goed en geestig in zijn rol van oudere koppelaar en legt weer eens een onnavolgbaar gevoel voor timing aan de dag waardoor alle grappen sprankelend zijn. Als hij zijn teksten net iets eerder of later ten beste zou geven, zou de magie zou weg zijn, maar nu is het elke keer raak. Zo knap. En wat mimiek en grappenmakerij betreft, is hij zoals altijd ononovertroffen. Hij krijgt daarbij de hulp van een goed scenario met running gags en naast alle romantiek ook milde spot en goede dialogen. Ook het feit dat hij een appartement moet delen met iemand die haar ochtend van minuut tot minuut heeft ingedeeld en exact zijn en haar tijd in de badkamer of keuken in afgemeten porties heeft verdeeld, is natuurlijk een kolfje naar zijn hand. Het maakt het kijken naar het ochtendritueel in badkamer en keuken tot een feest. Dat de andere acteurs even innemend en geestig zijn, maakt de film helemaal af.
Een schitterende afsluiting van een indrukwekkende filmcarrière van een van de allergrootste acteurs van het witte doek. Dat je mensen nog hardop aan het lachen kunt maken, terwijl je al zo’n lange carrière achter de rug hebt, en je ook nog eens je medeacteurs zo gul de ruimte geeft om ook te schitteren, dan ben je wel heel erg bijzonder. En dat is Cary Grant natuurlijk zonder meer.
Diana Tjin-A Cheong