Waterloo (1970)

Regie: Sergey Bondarchuk | 128 minuten | actie, drama, geschiedenis, oorlog | Acteurs: Rod Steiger, Christopher Plummer, Orson Welles, Jack Hawkins, Virginia McKenna, Dan O’Herlihy, Rupert Davies, Philippe Forquet, Gianni Garko, Ivo Garrani, Ian Ogilvy, Michael Wilding, Sergo Zakariadze, Terence Alexander, Andrea Checchi, Donal Donnelly, Charles Millot, Yevgeni Samojlov, Oleg Vidov, Charles Borromel, Peter Davies, Veronica De Laurentiis, Vladimir Druzhnikov, Willoughby Gray, Roger Green, Orso Maria Guerrini, Richard Heffer, Orazio Orlando, John Savident, Jeffrey Wickham, Susan Wood, Gennadi Yudin

‘Waterloo’ zal niet vaak gerekend worden tot de beste oorlogsfilms. Hoewel er wel positieve recensies zijn verschenen, deed deze epische Russisch-Italiaanse co-productie, onder regie van Sergei Bondarchuk, slechte zaken aan de kassa. Zo slecht zelfs, dat meesterwerk-in-wording, Stanley Kubricks gigantische en vergevorderde filmproject ‘Napoleon’, geen financiers meer kon vinden. Toch is de slechte naam van ‘Waterloo’ nergens voor nodig. Als het om het in beeld brengen van veldslagen gaat – in dit geval voornamelijk de wereldberoemde confrontatie bij Waterloo – zijn er zelfs weinig films te bedenken die ‘Waterloo’ kunnen evenaren wat betreft formaat, spektakel, en strategisch overzicht. En het acteerwerk is daarbij geenszins beroerd, met Rod Steiger en Christopher Plummer als respectievelijk Napoleon en de hertog van Wellington. Historisch is de film ook nog eens behoorlijk accuraat.

Sergei Bondarchuk was niet onbekend met het maken van filmepossen. In 1967 had hij de regie van het prijswinnende ‘War and Peace’, naar het boek van Tolstoy, voor zijn rekening genomen. En drie jaar later deed hij deze exercitie nog eens dunnetjes over met ‘Waterloo’, alleen met wat minder menselijke dramatiek, en met vooral de nadruk op de gevechten. Er gaan geruchten over een vier uur durende versie van de film en de vraag is hoeveel aandacht er hierin zou zijn voor personages, subplotjes, en andere veldslagen, maar eerlijk gezegd is de nauwe focus op de veldslag uit de titel, die ongeveer de helft van de film in beslag neemt, verfrissend.

Natuurlijk duikt de film niet rechtstreeks in het gevecht en moeten de gebeurtenissen die naar de slag van Waterloo leiden duidelijk uiteen worden gezet, maar buiten de belangrijkste historische momenten en wendingen, zijn er nauwelijks afleidingen of scènes te vinden in de film. Eventjes lijkt dit wel het geval te zijn wanneer er aandacht is voor een ontluikende romance op een bal, maar gelukkig wordt hier later met geen woord (of beeld) meer over gerept, en wordt er volledig plaatsgemaakt voor wapengekletter en stoere taal van de militaire leiders.

Deze leiders worden over het algemeen kundig vertolkt. De voice-over van Rod Steiger, die bedoeld is om zijn gedachten en twijfels te communiceren, komt eerder storend dan verhelderend over, maar de man zelf is meestal overtuigend als de megalomane maar getroebleerde heerser. Hij heeft een gezaghebbende oogopslag en kan meeslepende speeches afsteken. Soms is hij echter door zijn woedeaanvallen net een stampvoetend kind dat driftig wordt wanneer de dingen niet gaan zoals hij wil, wat het mythische beeld van de grootse, onaantastbare leider toch enigszins geweld aan doet.

Christopher Plummer is praktisch perfect als de standvastige, gevatte, en elitaire Arthur Wellesley, de hertog van Wellington, en Napoleons grootste vijand. In feite herhaalt hij hier zijn rol van de starre kapitein von Trapp in ‘The Sound of Music’, maar dan met wat meer humor en zonder de uiteindelijke zoete, romantische inborst. Erg grappig is de scène waarin hij een stamelende soldaat tot korporaal bevordert wanneer deze betrapt wordt op het stelen van een big en zichzelf op creatieve wijze eruit probeert te praten. Er zijn ook verschillende officiële citaten in de film verwerkt, die de beide mannen goed typeren. Zo zegt Wellington over Napoleon: “He’s not a gentleman.”, maar ook: “By God, this man does war honour.”. Daarbij maakt zijn opmerking dat een gewonnen slag slechts een iets minder vreselijke ervaring is dan een verloren slag veel indruk, vooral wanneer hier het beeld bijkomt van Wellington die te paard tussen de vele hopen gesneuvelde soldaten doorloopt, wanneer de rook eenmaal is opgetrokken. Napoleon zegt op zijn beurt dat hij Wellington bewondert vanwege zijn “behoedzaamheid, maar bovenal zijn moed.”

Maar de grootste attractie is natuurlijk de slag bij Waterloo, geweldig gereproduceerd met zo’n twintig duizend echte (Russische) soldaten – een mooi tegenwicht voor de huidige overdosis aan cgi – en gebruik makend van vele stuntpaardrijders voor de indrukwekkende, authentiek overkomende confrontaties met de cavalerie. Adembenemend zijn de shots van vlak na elkaar vurende, en dikke, witte rookpluimen achterlatende kanonnen. Ook fascinerend is het moment waarop de Engelse verdedigingslinies (van de infanterie) zich omvormen tot verschillende vierkanten om weerstand te kunnen bieden aan de naderende cavalerie, mooi van afstand met overzichtsshots in beeld gebracht. De schilderachtige vlaktes, composities en ondergaande zon, geven het geheel daarbij een tijdloos karakter. Meeslepend en visueel stimulerend tegelijkertijd dus.

‘Waterloo’ is alleen al vanwege deze pure gevechtsscènes de moeite waard, maar voegt daar ook nog degelijk acteerwerk aan toe, een hogere historische nauwkeurigheid dan gebruikelijk, en een veelvoud aan organisch in de dialoog verwerkte beroemde citaten. De opbouw had wellicht iets sneller gekund, en bepaalde komische of juist melodramatische terzijdes op het slagveld hadden achterwege kunnen blijven, maar als geheel is ‘Waterloo’ een film die als spektakelstuk, en als historisch en militair document van één van de bekendste veldslagen uit de geschiedenis, uitstekend werk doet.

Bart Rietvink

Waardering: 4

Bioscooprelease: 12 november 1970
DVD-release: 5 juni 2013