We Come as Friends (2014)
Regie: Hubert Sauper | 105 minuten | documentaire
Tien jaar geleden verblufte de Zwitserse filmmaker Huber Sauper iedereen met zijn ingrijpende documentaire ‘Darwin’s Nightmare’. Dat het Afrikaanse onrecht sindsdien niet verminderd is, toont hij nu aan met ‘We Come as Friends’, een ingrijpend verhaal over neokoloniale uitbuiting in al haar vormen. Wederom trekt hij in zijn eentje met camera, observerend maar ook activistisch, door de Afrikaanse binnenlanden.
In deze film doet Sauper Zuid-Soedan aan, aan het begin van de draaiperiode nog niet afgesplitst van het islamitische Noorden en toenmalig (in de ongescheiden vorm) het grootste land van Afrika. Hij vliegt met een zelfgebouwd vliegtuigje door Zuid-Soedan om de afsplitsing mee te maken en de verhalen vast te leggen van de inwoners van het jongste land ter wereld. Een jonge natie, groot en nog nauwelijks ingevuld – een land vol mogelijkheden, grondstoffen en ruimte, trekt anno 2014 vanuit alle windstreken hongerige avonturiers aan die in het land iets denken te kunnen winnen. Of dat nu olie, grond, geld of zieltjes is, Sauper laat zien dat het allemaal op dezelfde exploitatie neerkomt.
Hij begint de film met algemene achtergronden over de Afrikaanse koloniale geschiedenis, om context te scheppen en voor de onwetende kijker aan te tonen hoe idioot willekeurig de verdeling van het continent in verschillende landen is geweest. Koningin Victoria tekende met potlood willekeurige lijnen over een grote landkaart, en ziehier: grenzen waren geboren en daarmee de oneindige reeks conflicten en oorlogen.
De film voert langs Chinese bedrijven, Europese investeerders, lokale dorpen en kwartieren van de Verenigde Naties en toont aan dat de verwoestende invloed van Europese overheersing nog lang niet is uitgedoofd, sterker nog: dat het kolonialisme in Afrika nooit is verdwenen; het heeft alleen nieuwe spelers gekregen. Want waar Europese landen in de 21e eeuw nog wat huiverig zijn zich aan ouderwetse uitbuiting tegoed te doen, de Chinezen en Noord-Amerikanen lijken zich daar in ‘We Come as Friends’ (net als in de titel zijn in de rest van de film volop metaforen te vinden voor buitenaardse ontdekkingsreizen) niet druk over te maken. Grote milieuproblematiek door de bouw van een gigantische olieraffinaderij? Dat is hun eigen probleem. Een hoog hek om de villa van een stel godsdienstfanaten uit Texas? Dan grazen de lokale geiten maar ergens anders.
De voorbeelden die Sauper aanhaalt zijn legio, de ene nog schrijnender dan de andere. De domme ego’s van westerse (en Chinese) personages uit de film gooien clichés en vooroordelen de camera in. De documentaire laat ook lokale leiders aan het woord, huisvrouwen uit de dorpen en laat huilende kinderen zien die door de Texaanse missionarissen worden gedwongen kleding en schoenen aan te trekken.
Enige kanttekening is het ontbreken van elke vorm van zeggenschap door het jonge land en haar inwoners. Doordat Sauper in verhouding weinig Soedanese prominenten aan het woord laat, en de binnenlandse en regionale problemen zelf niet bespreekt, suggereert hij dat alles alleen maar gezien kan worden binnen de postkoloniale structuren. Er is nog weinig geloof in Soedans eigen krachten, en als we ‘We Come as Friends’ mogen geloven wordt dit jonge land momenteel elke kans daarop ontnomen. We kunnen alleen maar hopen dat de toekomst werkelijk verlichting zal brengen, en dan niet in de vorm van de pas door buitenlandse bedrijven gebouwde elektriciteitscentrale, waar Soedanezen slechts als schoonmaakhulpje welkom zijn.
Ruby Sanders
Waardering: 4
Bioscooprelease: 8 oktober 2015 (in het kader van Movies that Matter On Tour)