Whistle and I’ll Come to You (2010)

Regie: Andy DeEmmony | 52 minuten | drama, horror, thriller | Acteurs: John Hurt, Gemma Jones, Lesley Sharp, Sophie Thompson

Deze ‘Whistle and I’ll Come to You’ uit 2010 is een remake van het gelijknamige spookverhaal van de BBC uit 1968. En ook nu arriveert een geleerde in een kustplaats, neemt zijn intrek in een afgelegen hotel, zwerft rond in de verlaten omgeving en is getuige van zaken die steeds verontrustender vormen aannemen. Tot zover overeenkomstig het origineel. Ook aangaande enige aanvullende zaken waar de geleerde mee te maken krijgt: de wind die langs het hotel giert, nachtelijke krakende en krassende geluiden, zijn gewoel in bed, zijn wakker liggen… het vormt, tezamen met het verdriet en de schuldgevoelens aangaande zijn opgenomen vrouw in het bijna lege hotel een gepaste setting om, mits het een en ander in de juiste mate is gedoseerd, tot weer een verdienstelijk spookverhaal te komen.

Snel genoeg vallen echter ook de verschillen ten opzichte van het origineel op. Deze doen de remake in kwalitatief opzicht niet al teveel goed. Regisseur DeEmmony wil een vanaf het begin af aan te onheilspellende sfeer oproepen. Hiervoor neemt hij allereerst in frequente mate duister klinkende muziek ter begeleiding van de gebeurtenissen in zijn verfilming op. Op zich kan dit effectief genoeg zijn, maar meestentijds komt dit niet als zodanig over aangezien er veelal geen reden is om het op te nemen. Dit geldt ook voor de vele scènes waarin allerlei alledaagse en niet relevante gebeurtenissen voorbijkomen. Ondanks de sfeervolle bijdrage die het blijkbaar moet leveren, komen deze veelal als overbodig of nietszeggend over.

Daarnaast wordt datgene waar de professor tegenaan loopt en wat voor daadwerkelijke verontrusting zou moeten zorgen in een te geringe mate of niet altijd even effectief vormgegeven. De toch niet al te schrikwekkende gestalte op het strand.. waarom zou de professor er in paniek voor vandoor gaan? Het lampje in zijn hotelkamer dat het niet meer doet… ook niet zo bijster verontrustend. Ook de tussentijdse beelden van Parkins demente vrouw – wederom met maar al te duistere muziek op de achtergrond – voegen niet veel toe. In een later stadium wordt duidelijk welke betekenis er aan haar emotieloze gezichtsuitdrukkingen toegekend dient te worden, maar dan komt een en ander dusdanig overtrokken en vergezocht over dat het niet erg zinvol is. Niet dat deze verfilming zijn verdiensten niet heeft. De omgeving is mooi, sfeervol en verlaten en er zijn de nodige voor de professor verontrustende zaken, maar helaas zijn deze niet overtuigend genoeg in beeld gebracht. Het begint er wat dat betreft meer op te lijken bij het nachtelijk gekras dat de professor hoort, bij het gebonk op de deur van zijn hotelkamer en bij de close-ups van de verschrikte gezichtsuitdrukkingen van de door angst lamgeslagen Parkin. Het is echter niet doorslaggevend genoeg, omdat het te kleine en te weinig effectief vormgegeven onderdelen zijn.

Verder kunnen achter de teleurstellende ontknoping wel wat vraagtekens gezet worden. In het origineel uit 1968 leerde de professor het lesje dat er zaken zijn die in alle geleerdheid ook door hem niet de definiëren zijn, een lesje dat wel als passend overkwam bij zijn op meerdere fronten arrogante en betweterige houding. In DeEmmony’s verfilming gaat het echter om een ontknoping die de weliswaar rationeel ingestelde, maar meer sociaal voelende, eenzame en emotioneel gekwelde professor toch bepaald niet heeft verdiend. Een ontknoping ook waar er ten aanzien van de door Parkin gevonden ring de nodige vraagtekens gezet kan worden aangaande de relevantie ervan. Het zorgt er voor dat deze remake het in kwalitatief opzicht niet haalt bij het origineel uit 1968. Een enigszins duistere sfeer is weliswaar aanwezig, maar de te geforceerde en krampachtige pogingen om die op te roepen, in combinatie met de te gebrekkige vormgeving van de te weinig daadwerkelijk verontrustende zaken ondermijnen deze verfilming teveel. Het is niet spannend en de kijker moet moeite doen om de aandacht er bij te houden, omdat het verhaal herhaaldelijk traag verloopt.

Niettemin laat acteerveteraan John Hurt keurig werk zien als de eenzame en door gedachten aan zijn demente vrouw gekwelde professor Parkin. Alleen jammer dat Hurts personage, door het te veel ontbreken van effectieve bedreigingen en door de te geringe totstandkoming van een werkelijk verontrustende sfeer relatief langdurig wat verloren in de rondte dwaalt. Degelijk werk verder van Sophie Thompson als de hoteleigenaresse, al krijgt ze weinig schermtijd toebedeeld om de eenzaamheid van Parkin te benadrukken. Verder vanuit de insteek van het verhaal weliswaar verdienstelijk werk van Gemma Jones als Parkins echtgenote Alice, maar te weinig effectief gezien de tekortkomingen van deze productie. Al met al helaas is deze remake dus geen hoogvlieger. Weliswaar interessant voor de fans van Hurt en voor de kenners van het origineel uit 1968 om er eens een blik op te werpen maar verder niet om al teveel over naar huis te schrijven.

Frans Buitendijk