Winchester: The House That Ghosts Built (2018)

Recensie Winchester: The House That Ghosts Built CinemagazineRegie: Michael Spierig, Peter Spierig | 100 minuten | fantasie, horror, thriller, biografie | Acteurs: Helen Mirren, Sarah Snook, Finn Scicluna-O’Prey, Jason Clarke, Emm Wiseman, Alana Fagan, Rebecca Makar, Tyler Coppin, Michael Carman, Angus Sampson, Alice Chaston, Eamon Farren, Laura Brent, Adam Bowes, Bruce Spence

‘Winchester: The House That Ghosts Built’ is een effectieve en aardige horrorfilm over een mysterieus huis vol met geesten, dat zegt gebaseerd te zijn op waargebeurde feiten.

Sarah Winchester (Helen Mirren) is de weduwe van de oprichter van de beroemde wapenfabrikant William Winchester. Na zijn dood verhuist ze van de Oostkust naar Californië en bouwt en herbouwt ze daar een enorm landhuis. Waarom? Om de kwade geesten te bezweren die omgekomen zijn door de geweren die het bedrijf maakte, natuurlijk. 
Het verhaalt lijkt regelrecht afkomstig uit de pen van een matige horrorschrijver, maar verrassend genoeg heeft Sarah Winchester echt bestaan (ze overleed in 1923) en staat het huis er nog steeds, in San José. Sarah was er ook van overtuigd dat het huis bezeten was en dat de enige oplossing was om meer kamers en delen aan het huis aan te bouwen. Zonder enige architectonische ervaring en zonder plan voor een verbouwing, bleef ze gedurende 38 jaar aan het huis breken, slopen en bouwen.



Vandaag de dag worden er tours aangeboden over het mysterieuze landhuis en kunnen bezoekers – tegen betaling – ook de merkwaardige constructies die Sarah binnen aanbracht bekijken. Escher zou er van genoten hebben: zo zijn er trappen die nergens heengaan, deuren waar alleen een blinde muur achter zit en eindeloos kronkelende gangen. Op zichzelf al bizar genoeg voor een goed spookverhaal.

Terug naar de film: we gaan er maar van uit dat alle geesten niet echt verschenen zijn, maar door de scenarioschrijvers zijn toegevoegd. Naast een inwonend familielid, Marion Marriott (Sarah Snook) en haar zoontje Henry (Finn Scicluna-O’Prey), waart er in het huis ook de kwade geest Benjamin (Eamon Farren) rond, die het ’s nachts op Henry gemunt heeft. Gaandeweg komen we erachter wat Benjamin drijft. Intussen is het hoofdkantoor van de Winchester-fabriek de inmenging van grootaandeelhouder Sarah in hun bedrijfsdoelen behoorlijk zat. Ze sturen de alcoholische arts Eric Prince (Jason Clarke) op Sarah af om haar mentale capaciteiten te observeren en daar verslag over uit te brengen. Eric raakt algauw verstrengeld in de mysterieuze gebeurtenissen.

Hoewel Helen Mirren als hoofdrolspeelster geafficheerd wordt, is de echte hoofdrol voor het huis – en de aankleding daarvan door de setontwerpers. In het echte huis was het moeilijk filmen door de krappe ruimtes, waardoor de makers zich genoodzaakt zagen om delen van het interieur na te bouwen in een studio in Australië.

Regisseurs (en tweeling) Michael en Peter Spierig maken van ‘Winchester’ een typische atmosferische horrorfilm die hier en daar een schrikeffect kent. Voor de hardcore horrorfans zal de film weinig verrassingen of bijzonderheden kennen en extreem bloederig wordt het al helemaal niet. Toch weten de broers Spierig een aangenaam onheilspellend sfeertje te scheppen, waardoor de film blijft boeien. Het is niet de meest uitdagende rol voor Mirren, maar zelfs op haar routine, is het altijd een genot om naar haar acteerwerk te kijken. De interactie met Jason Clarke is minder gelukkig, iets in hun samenspel lijkt niet helemaal te klikken.

Al met al een degelijke horrorfilm die de meeste liefhebbers van spookachtige locaties en geestverschijningen wel zal kunnen bekoren.

Hans Geurts

Waardering: 3

Bioscooprelease: 8 februari 2018
VOD-release: 8 juni 2018
DVD- en blu-ray-release: 22 juni 2018