Worldstar (2007)

Regie: Natasa von Kopp | 52 minuten | documentaire

‘Wereldster’, in bepaalde kringen is Miroslav Tichy dat geworden met zijn schilderijen en – vooral – zijn zwartwit foto’s. Regisseuse Natasa von Kopp probeert in ‘Worldstar’ uit te vinden wie de man nu werkelijk is, door hem op te zoeken in zijn kluizenaarshol.

De film opent met fascinerende beelden in zwartwit, Miroslav verschijnt als kleine witte figuur tegen een zwarte achtergrond. Even later zien we de omgeving waar hij woont, het stadje en de natuur erbij, in kleur gefilmd. Als we aankomen bij Tichy’s huis wordt de film weer zwartwit, met sprekende fotografisch aandoende beelden van de gebrekkige woning en Tichy’s minimale zelfverzorging die zich bijvoorbeeld uit in twee verschillende versleten sloffen. In de gehele documentaire zal het contrast tussen de levendige, kleurrijke buitenwereld en Tichy’s afgesloten zwartwit-wereld in stand gehouden worden, met alleen even wat toegevoegde kleur om te laten zien dat de foto’s die in zijn kamer over de vloer verspreid liggen in werkelijkheid ook zwartwit zijn.

Wie was/is Tichy? Op het eerste gezicht een vreselijk norse, nihilistische man. Hij gelooft nergens in: niet in God, niet in gevoelens, zelfs niet in kunst. Het enige wat hij de hele dag doet is alcohol consumeren. Hij snauwt tegen buren en galeriehouders die tegen beter weten in toch graag even met de kunstenaar in contact willen treden. Het meeste wat we over Tichy’s verleden te weten komen gaat via de buren en via een lezing bij een opening van een tentoonstelling. Zo komt een ander beeld van de man naar voren, de buren vertellen dat hij hen vroeger altijd met grapjes probeerde te vermaken en de galeriehouder vertelt dat Tichy tijdens het communistische regime voortdurend met repressie te maken had, in zoverre dat hij zelfs naar een psychiatrische inrichting werd gestuurd. Als kijker kun je zelf je conclusies trekken, bijvoorbeeld: deze onhebbelijke man die niets meer met de kunstwereld te maken wil hebben zal zo zijn geworden omdat de opofferingen die hij voor de kunst heeft moeten doen te groot waren. Aan de andere kant, als je de eenzame Tichy hoort zeggen dat hij nooit verliefd is geweest en dat gevoelens hem nooit geïnteresseerd hebben krijg je ook het idee dat de man het ergens aan zichzelf te danken heeft.

Von Kopp doet een heleboel dingen goed: de cinematografie is perfect, ze betrekt zowel de man als zijn werk en het gevolg van zijn werk (via de galeriehouders) in haar documentaire en ze lijkt werkelijk een soort band met Tichy opgebouwd te hebben. Dit alles maakt ‘Worldstar’ een fascinerende documentaire. De vraag is alleen voor wie. Mensen die Tichy’s werk bewonderen kunnen misschien maar beter niet zien hoe onaardig de man erachter is, terwijl voor mensen die zijn werk niet kennen de vraag wie hij zelf is minder relevant is.

Emy Koopman