X-Men (2000)

Regie: Bryan Singer | 105 minuten | actie, thriller, science fiction | Acteurs: Hugh Jackman, Patrick Stewart, Ian McKellen, Famke Janssen, James Marsden, Anne Paquin, Halle Berry, Rebacca Romijn-Stamos, Bruce Davison, Shawn Ashmore, Tyler Mane, Ray Park, Matthew Sharp

Voordat regisseur Bryan Singer zich aan superheldenverfilming ‘X-men’ waagde, had hij al de intrigerende nazi-thriller ‘Apt Pupil’ en coole misdaadpuzzel ‘The Usual Suspects’ op zijn naam staan. Dit waren beide – hoewel niet perfect – erg geslaagde films, waarbij vooral het oog voor de personages en de stijlvolle regie opvielen. Een bewerking van een geliefde comic is echter een heel ander verhaal. De nadruk ligt op actie en spektakel terwijl iconische aspecten van het stripverhaal en de aard van de personages niet vergeten mogen worden. Fans moeten tevreden worden gesteld, maar nieuwelingen mogen ook de weg niet kwijtraken. De moeilijkheid van een serie als “X-men” is daarbij ook nog eens het enorme aantal (hoofd)personages dat geïntroduceerd moet worden. Het lijkt een onmogelijke koorddansact om al deze doelstellingen in een bevredigende mix te combineren, en er zullen ongetwijfeld teleurstellingen zijn, maar Singer toont zich een vaardige filmmaker door zich te concentreren op enkele thema’s en personages en hier alle actie en de vele bijfiguren omheen te bouwen. Het resultaat is een (uiteindelijk) actievolle superheldenfilm met een hart. Een film die de kijker op een begrijpelijke manier in dit nieuwe universum vol mutanten onderdompelt, spektakel weet te bieden en nieuwsgierig maakt naar wat er nog gaat komen. Een prima begin van de X-mannen, dus.

Het zou een hachelijke onderneming zijn geweest om alle personages – een ruim dozijn – uitgebreid te introduceren, dus kiest Singer er wijselijk voor om zich te concentreren op de belangrijkste groepen en enkele personages uit deze groepen en om vervolgens deze personen zijn thema’s te laten uitdragen. In feite draait het om de mensheid en twee groepen mutanten – mensen met speciale gaven zoals het beheersen van weerelementen, telepathie, of magnetisme – bestaande uit de X-mannen uit de titel, en de zogenaamde Broederschap van Mutanten onder leiding van Magneto (Ian McKellen). De X-mannen wensen, onder leiding van professor Xavier (Patrick Stewart), op een positieve, constructieve manier met hun krachten om te gaan en willen op diplomatieke wijze met de mensen, door wie ze buitengesloten en gevreesd worden, onderhandelen om zo vreedzaam met hen samen te kunnen leven. Magneto en zijn mutanten, daarentegen, willen op militante wijze strijden tegen de mensen omdat ze vinden dat ze op oneigenlijke gronden gediscrimineerd worden. Ze willen, indien nodig met geweld, hun rechtmatige plaats op de wereld toe-eigenen.

Singer maakt, om zijn thema van verdraagzaamheid en de (on)zin van xenofobie kracht bij te zetten, handig gebruik van Magneto’s geschiedenis. In het begin van de film wordt Magneto namelijk als klein joods jongetje bij een concentratiekamp getoond terwijl zijn ouders door nazi’s worden meegesleurd. De man heeft kortom wel enige ervaring met onverdraagzame mensen en nu hij er door zijn gaven opnieuw mee te maken krijgt, is hij niet van plan om het zo maar over zijn kant te laten gaan. Helemaal gezien het feit dat zijn ontwikkelde krachten hem bijzonder veel macht geven. Dat deze macht vervolgens weer kan corrumperen is een ironie waar hij zelf achter zal moeten komen. Enerzijds maakt deze achtergrond de thematiek helderder dan ooit en anderzijds zorgt het voor begrip voor Magneto, die nu geen stereotiepe bad guy is, maar iemand die te vaak teleurgesteld is door de mensheid en nu wellicht lichtelijk doorslaat naar de andere kant, maar niet geheel onmenselijk is.

Singer heeft zijn vertelling grotendeels op de personages Wolverine en Rogue gericht, die in de film voor het eerst kennismaken met de andere mutanten en wat daarmee ook de introductie van de kijker is in deze wereld; een handige constructie, aangezien nu het verhaal schijnbaar zonder interrupties kan worden verteld terwijl de kijker gaandeweg met alles en iedereen kennis kan maken. Wolverine is de grote actieheld van de film, wat een goede keuze van Singer is. Acteur Hugh Jackman is namelijk perfect gecast in deze rol. Hij is lekker cynisch en sarcastisch, waardoor alle fantastische elementen makkelijker te slikken zijn en er welkome humor aanwezig is. Vooral zijn driehoeksverhouding met Jean Grey (Famke Janssen) en Cyclops (Scott Speedman) zorgt voor leuke interacties.

Er komen regelmatig spectaculaire scènes in de film voor, maar uiteindelijk draait het om de personages en thema’s die economisch en mooi behandeld worden. In feite is de grote tweestrijd in mutanten of het contrast tussen mensen en mutanten in zijn geheel gebundeld in het personage van Rogue, uitstekend vertolkt door Anna Paquin. Zij is namelijk geconfronteerd met een kracht die haar sociale leven bijzonder beperkt (iedereen die zij aanraakt, raakt in een coma), dus twijfelt ze heel erg wat ze hiermee aan moet. Ze heeft het gevoel nergens thuis te horen en raakt in een soort identiteitscrisis. De worsteling in haar karakter zal later als rode draad door de serie gaan lopen en is wat de thematiek als geheel een menselijk gezicht geeft en de film een hart. Dat er daarnaast leuke one-liners gespuid worden en er van spectaculaire gevechten kan worden genoten, is alleen maar meegenomen.

Bart Rietvink

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 28 september 2000