X+Y (2014)

Regie: Morgan Matthews | 111 minuten | komedie, drama | Acteurs: Asa Butterfield, Rafe Spall, Sally Hawkins, Eddie Marsan, Jo Yang, Martin McCann, Jake Davies, Alex Lawther, Alexa Davies, Orion Lee

Dat de wereld er voor een jongen met een vorm van Asperger er anders uitziet, is genoegzaam bekend. Ook de hoofdpersoon in ‘X+Y’, tiener Nathan, is briljant met cijfers en gefascineerd door kleuren en patronen. En ja, sociaal heeft hij een gebruiksaanwijzing. Raak hem niet aan, verander niet te veel en geef hem alleen Chinese garnalenballetjes te eten als dat aantal een priemgetal is.

Toch weet regisseur Morgan Matthews in zijn eerste speelfilm clichés te vermijden en maakt hij een eerlijk en liefdevol portret van Nathan (Asa Butterfield, ‘Hugo’ en ‘The Boy in the Striped Pyjamas’) en zijn moeder Julie (Sally Hawkins, ‘Happy-Go-Lucky’). De vader van het gezin overleed toen Nathan nog jong was. Met hem had Nathan een goede relatie: hij vermaakte hem, liet hem op zijn manier kind zijn. Julie probeert het wel, maar het lukt haar niet om door die barrière heen te breken. Als ze zich wil verdiepen in zijn interesse voor getallen, zegt hij kil: “Daar ben je te dom voor.”

Het knappe is dat Matthews Nathan niet neerzet als een emotieloos wezen. Hij kan wel degelijk contact maken en gevoelens tonen, maar alleen in de juiste context. Zijn wiskunde docent Martin (Rafe Spall) weet bijvoorbeeld de juiste formule te vinden. Hij laat Nathan kennismaken met de wiskunde olympiade, de belangrijkste wiskundewedstrijd voor scholieren ter wereld. Hij kwalificeert zich voor de voorselectie van het Britse team, waar hij wordt geconfronteerd met een vreemde wereld. Want tussen al die eigenaardige wiskundegenieën is hij ineens niet apart of slim. “Normaal ben ik de weird one’, zegt hij tegen een teamgenootje.

Het was gemakkelijk geweest om ‘X+Y’ te voorzien van Hollywoodsentimenten of een gemakzuchtig plot, waarin de olympiade zijn hele leven beter maakt. Zo’n film is het niet. Want behalve over het syndroom van Asperger en wiskunde, gaat de ‘X+Y’ over relaties. Natuurlijk de relatie met zijn vader, moeder en Martin, maar ook: hoe moet hij omgaan met zijn vreemde en minder vreemde teamgenootjes? En zijn dat nou gevoelens die hij koestert voor het Chinese meisje aan wie hij wordt gekoppeld tijdens de wiskundetraining? De ervaringen tijdens het ‘trainingskamp’ in Taiwan maken hem niet zozeer socialer, maar verwarren hem vooral.

Matthews inspireerde zijn film deels op zijn eigen documentaire over de olympiade ‘Beautiful Young Minds’, en misschien dat dit gedeelte daarom zo natuurlijk aanvoelt. Sowieso is zijn hand als documentairemaker de hele film door zichtbaar, dankzij het harde licht, rustige filmbeelden en losse eindjes die niet altijd aan elkaar worden geknoopt. Sommige dingen zijn nu eenmaal niet af, lijkt hij te zeggen. Het leidt tot een hoog realiteitsgevoel, maar kan niet voorkomen dat het einde gehaast aanvoelt.

Dat ‘X+Y’ zo’n prachtige film is geworden, is zeker ook te danken aan de jonge Butterfield. Met rustige poses maakt hij van Nathan een jongen die soms verlegen, dan weer naar binnen gekeerd oogt. Dat subtiele verschil maakt van Nathan een mens in plaats van iemand met Asperger. Ook Hawkins ontroert in haar rol, die ze heel minimalistisch invult. Ze lijkt ze soms alleen met haar hoofd te acteren: een knikje hier, een schuin hoofdje daar en natuurlijk haar grote sprekende ogen.

Tegenover al dat subtiele acteren zorgen Rafe Spall en Eddie Marshall, die de coach van het wiskundeteam speelt, voor de nodige humor, lompheid en lichtvoetigheid. Dat maakt ‘X+Y’ lichtere kijkkost dan je op grond van het onderwerp zou verwachten. En ook dat is in Matthews benadering te prijzen.

Bart Boersma

Waardering: 4

Bioscooprelease: 27 augustus 2015
VOD-release: 20 oktober 2015
DVD-release: 20 oktober 2015