You, Me and Dupree (2006)
Regie: Anthony Russo, Joe Russo | 108 minuten | komedie, romantiek| Acteurs: Owen Wilson, Kate Hudson, Matt Dillon, Michael Douglas, Seth Rogen, Amanda Detmer, Ralph Ting, Keo Knight, Todd Stashwick, Bill Hader, Lance Armstrong, Jason Winer, Sidney S. Liufau, Billy Gardell, Eli Vargas, Houston McCrillis, Bob Larkin, Suzanne Ford,
Gooi een populaire cast in een gemakkelijk in elkaar gedraaide formulefilm en je hebt een hit in handen. Tenminste, dat lijkt de gedachte te zijn geweest voor ‘You, Me and Dupree’. En, het moet gezegd, de film komt nog redelijk ver op de kracht van Owen Wilsons droogkomische talent en Kate Hudsons schattige glimlach en sexy wiegende achterwerk, maar je moet toch echt een origineler script en interessanter, geloofwaardiger personages hebben dan hier het geval is, om de film boven water te kunnen houden.
Deze film kan als officieus vervolg worden gezien op ‘The Wedding Crashers’. Het verschil is dat in die film bruiloften gecrasht werden door Wilson en hier het huis en leven van een pasgetrouwd stel. Oh, en “Crashers” was een stuk grappiger toen Vince Vaughn er nog was als sparringpartner voor Wilson. Hier moet laatstgenoemde het praktisch alleen doen, aangezien Dillon vooral serieus bezig is met het bijeen houden van zijn huwelijk en eigenwaarde, en Hudson haar man voornamelijk op zijn huid zit vanwege de stoorfactor van hun nieuwe huisgenoot.
In ‘You, Me and Dupree’ wordt de aloude “waarheid” in beeld gebracht van de man die geketend is, en door de vrouw gedomineerd wordt, zodra hij getrouwd is. Hij “mag” niet meer tot laat in de kroeg rondhangen, of eens gek doen of feesten met zijn maten. Nee, hij moet zich schikken naar “moeder de vrouw” in deze gevangenis genaamd “huwelijk”. Dit aloude “concept” werd in ‘The Break-Up’ ook al zo, ahem, hilarisch uitgewerkt toen Vince Vaughn zich door Jennifer Aniston beperkt zag in zijn vrijheid. We zien hier dat het een algemeen verschijnsel is. Dillons vrienden in de film moeten ook op tijd thuis zijn, en hebben thuis niets in te brengen. Het ontnemen van mannelijkheid en eigenwaarde lijkt een belangrijk thema te zijn voor de makers van de film, de gebroeders Russo, want er wordt herhaaldelijk op teruggekomen. Zo ook in de subplot met Dillons schoonvader Douglas, die hem achter zijn karretje spant en hem vraagt of hij de achternaam van zijn dochter wil aannemen. Hij stelt hem zelfs letterlijk een sterilisatie voor op een gegeven moment. Veel meer dan een glimlach weet deze humor echter niet op te wekken. Er wordt gepoogd een soort tragikomisch geheel van dit verhaalelement te maken, maar het levert meer een ongemakkelijke mix op tussen drama en komedie, waarbij beide elementen niet uit de verf komen. Even lijkt Dillons droomproject, dat dreigt uiteen te vallen door baas Douglas, een belangrijk plot te gaan vormen in de vorm van een persoonlijke overwinningstocht, maar het is slechts als de zoveelste steek bedoeld in de ontmanning van Dillons personage.
De drama komt, wanneer deze komt, niet goed tot zijn recht. We weten nooit goed wat we van Wilsons gedrag jegens Dillon moeten maken. Neemt hij hem nu in de maling wanneer hij in het begin van de film zegt bewondering voor hem, en zijn “Carlheid”, te hebben, of meent hij het oprecht? Het komt in ieder geval erg artificieel over. Bovendien is het, net als in eerdergenoemde ‘The Break-Up’, weinig geloofwaardig dat deze twee mannen überhaupt een vriendschap hebben opgebouwd: zo weinig lijken ze met elkaar gemeen te hebben. Als klap op de vuurpijl vindt er in de laatste akte van de film een (soms) onbegrijpelijke omslag plaats in het gedrag van de hoofdpersonages. Dillon gedraagt zich ineens als een ongevoelige zak jegens Wilson; Hudson wil Wilson nu graag in huis hebben; Douglas komt tot inkeer na al zijn onplezierigheden; en Wilson zelf blijkt ineens een sentimentele en productieve vriend te zijn, die poëzie schrijft (hierdoor door Dillon als homo bestempeld) en huilt bij Audrey Hepburn-films. Ook al is het een genot om fragmenten te zien van het heerlijk romantische en tijdloze ‘Roman Holiday’, het is niet bepaald consistent met Wilsons personage om met deze film te dwepen. Grappig is het alleen door Wilsons komisch talent, die uit veel onmogelijke situaties toch nog wel een lach weet te persen. Ook zijn er meer filmverwijzingen dan de genoemde Hepburn-film. Een zin uit DePalma’s ‘Scarface’ komt op een grappige manier terug in Wilsons t-shirt, dat een kaboutertje laat zien en als opschrift heeft: “Say hello to my little friend”. En wanneer Dillon Wilson op betrekkelijk agressieve wijze vraagt of hij verliefd is op zijn vrouw, zegt deze laatste: “Hold on, Jake LaMotta”, verwijzend naar Scorcese’s intense ‘Raging Bull’.
Dit laatste twistpunt, de wrijving vanwege vermeende liefdesgevoelens tussen Wilson en Hudson, biedt overigens de mooiste aanknoping voor interessante dynamiek tussen het drietal, maar wordt nauwelijks benut. Een interessant soort leedvermaak vindt plaats wanneer we Wilson en Hudson op een gegeven moment geregeld zien lachen en geinen, terwijl Dillon uit de gratie ligt en alleen maar furieuzer wordt door het wel erg familiaire gedrag van zijn vrouw en, voorheen toch in ieder geval, beste vriend. Dit gedrag bouwt zich in Dillons gedachten uit tot grootse proporties, verbeeld in een droomscène, waarin we Owen en Hudson samen met Dillons schoonvader op de boot zien zitten, en Hudson gekleed in een sexy zwart badpak, met langzame heupbewegingen naar Wilson toeloopt, waarna het tweetal elkaar innig omhelst.
Maar dit soort amusante (gedroomde) conflictsituaties zijn schaars. We moeten het vooral doen met een ‘Meet the Parents’-achtige slapstickroutine, waarbij Wilson op allerlei schaamteloze wijzen inbreuk maakt op de privacy van Dillon en Hudson. Zo onderbreekt hij een net begonnen vrijpartij tussen het pasgetrouwde stel om even snel van de toilet naast hun kamer gebruik te maken; grote boodschap, uiteraard, met indenkbare gevolgen. Ook blijkt hij in zijn blote kont op de bank te slapen, en wordt hij al masturberend betrapt met de pornocollectie van Dillon. Maar we zien ook letterlijk hoe hij een groot kind is doordat hij overdag met de kinderen uit de straat honkbal speelt of een “ramp” bouwt om met zijn skateboard vanaf te razen. Dat sommigen van dit soort momenten nog enigszins effectief zien, is geheel op het conto te schrijven van Wilson. Hij en Hudsons mooie aanwezigheid weten deze slappe productie gelukkig nog enigszins op te leuken, aangezien ‘You, Me and Dupree’ op zichzelf geen enkel origineel of interessant idee weet aan te voeren. Het is echter verre van voldoende om de film aan te bevelen.
Bart Rietvink
Waardering: 2
Bioscooprelease: 10 augustus 2006