Zama (2017)

Recensie Zama CinemagazineRegie: Lucrecia Martel | 120 minuten | drama | Acteurs: Daniel Giménez Cacho, Lola Dueñas, Matheus Nachtergaele, Juan Minujín, Nahuel Cano, Mariana Nunes, Daniel Veronese, Carlos Defeo, Rafael Spregelburd, Jorg Román, Camila Sosa

Don Diego de Zama (Daniel Giménez Cacho) is een Corregidor, een koloniale officier van het Spaanse Rijk die een gebiedje in het huidige Paraguay bestuurt voor de kroon. Hij heeft al veertien maanden zijn gezin niet meer gezien en wacht op een nieuwe aanstelling in Buenos Aires, een belangrijkere post in Zuid-Amerika. Hoe langer hij vergeefs wacht, hoe slechter het mentaal met hem gaat.
Regisseur Lucretia Martel heeft een dichterlijke, moeilijk toegankelijke film gemaakt die er bijzonder fraai uitziet, maar zeker niet naar ieders smaak zal zijn. Wie bereid is om de film in zijn hart te sluiten, staat een bijzondere ervaring te wachten.

Met veel symboliek en een sombere kijk op het menselijk leven, weet Martel een boeiend portret neer te zetten, dat zich niet makkelijk laat vangen in een categorie. Het isolement van een heersende minderheid in een vreemde omgeving. Met een drukkende hitte die goed wordt gevangen in zweterige shirts, glimmende lichamen en in de slordige pruiken van de Spaanse officieren. Er is niet veel te doen behalve de lokale bevolking uitbuiten en mishandelen. Het contrast tussen de twee groepen wordt zo’n beetje als enige element met nadruk gebracht. Ook heeft de film een surrealistisch gevoel voor humor, waardoor scènes grappig overkomen die eigenlijk meer tragisch of bizar zijn. Zama’s pogingen om een legendarische lokale bandiet te vangen, hebben zeker iets tragikomisch. Net als zijn mislukte flirtpogingen met een Spaanse dame (Lola Dueñas).

Bewust kiest Martel ervoor om de kijker op het verkeerde been te zetten door vervreemdende, overlappende dialogen op te volgen met scènes die als een dissonant voelen in wat net begint te lijken op een coherent verhaal. Het gevoel beklijft dat niet alles wat Don Diego meemaakt, ook daadwerkelijk gebeurt en dat het getoonde een afspiegeling is van zijn afbladderende geestelijke toestand. Hij, de koloniale onderdrukker, probeert zijn leefwereld te domineren, maar ontdekt gaandeweg dat hij nauwelijks enige grip heeft op zijn omgeving vol met dienaren, slaven en lokale stammen in wat het einde van de wereld moet voelen.

‘Zama’ is verder vooral een soort van ‘ervaring’ die ondergaan moet worden. De kleuren, de geluiden van de natuur – het is bijna jammer dat Martel niet de mogelijkheid had om ook geur over te brengen op de kijker. Oppervlakkig gezien gebeurt er eigenlijk niet zo heel veel en het ontbreken van een plot zal kijkers kunnen afstoten en hen de film afdoen als “saai”. Het vereist wel enige inspanning om de film echt te kunnen waarderen. De onrustwekkende geluiden die telkens van net buiten het beeld komen, zijn een briljante vondst die zeker bijblijft.

Uiteindelijk voelt ‘Zama’ toch ook frustrerend aan en wordt de kracht van de film ook een zwakte door het lang ontbreken van structuur. Het perspectief ligt haast vanzelfsprekend bij de titulaire hoofdpersoon. Dat betekent echter ook dat de positie van de lokale bevolking onderbelicht blijft. In het laatste stuk van de film weet Martel de losse draadjes alsnog tot een fraai, tot nadenken stemmend einde te verbinden.

De film is gebaseerd op de gelijknamige roman uit 1956 van de Argentijnse schrijver Antonio Di Benedetto, dat lang een verborgen meesterwerk is geweest. Pas in 2016 kwam er een (bekroonde) Engelse vertaling. ‘Zama’ was ook de inzending voor de Oscar voor beste buitenlandse film namens Argentinië, maar viel daar niet in de prijzen.

Hans Geurts

Waardering: 4

Bioscooprelease: 5 april 2018