Zombi 2 (1979)

Regie: Lucio Fulci | 87 minuten | horror | Acteurs: Tisa Farrow, Ian McCulloch, Richard Johnson, Al Cliver, Auretta Gay, Stefania D’Amario, Olga Karlatos, Ugo Bologna, Dakkar, Alberto Dell’Acqua, Ottaviano Dell’Acqua, Roberto Dell’Acqua, Franco Fantasia, Lucio Fulci, Leo Gavero

‘Zombi 2’  is van de hand van Lucio Fulci, en de kenners weten bij het horen van zijn naam wat ze bij het zien van zijn zombiefilms kunnen verwachten. Lucio houdt zich niet, zoals mede-zombieregisseur George A. Romero, in zijn films onder andere bezig met het leveren van maatschappelijk commentaar, maar het gaat bij hem vooral om keiharde en expliciet in beeld gebrachte horror en in mindere mate om de dreiging die er van de zombies uitgaat.

Zo ook in deze film. Fulci houdt hier vast aan de roots van het ontstaan van de zombies wanneer ze door voodoo tot leven gewekt worden. Het oorspronkelijk doel van het tot leven wekken van de doden is om ze zwaar en eentonig werk te laten verrichten, maar de zombies hebben hier hun eigen plannen en blijken vooral bezeten te zijn van een onverzadigbare eetlust. Als gevolg hiervan komen dan ook diverse scènes tot stand waar de liefhebbers van expliciet in beeld gebrachte horror hun hart mee kunnen ophalen: in close-up en in slow-motion opengescheurde kelen met uit de halsslagaders golvende stromen bloed, aan flarden geschoten en exploderende zombiehoofden, zombieschedels die gekliefd worden, ledematen die afgescheurd worden, zombies die stukken vlees uit hun levende of dode slachtoffers happen, en, wat wellicht de meest bekende scène uit de film is, de houtsplinter die langzaam in het oog van een slachtoffer wegzinkt. Vooral deze laatste scène roept de nodige bijna misselijkmakende horror op, al wordt op het laatste moment wel erg duidelijk dat het gebruikte hoofd niet echt is. Afgezien hiervan zijn de overige speciale effecten goed gelukt en het feit dat de kijker er pal met de neus op wordt gedrukt doet het een en ander wel des te gruwelijker overkomen. Ook de scène van het gevecht tussen een zombie en een haai is opmerkelijk en komt geslaagd over. De zombies zelf zien er eng en goor uit, met bloed bevlekt en verkerend in diverse stadia van ontbinding, daarbij opgeleukt met wormen en maden die in hun rottend vlees krioelen. De zombies in Lucio’s films komen angstaanjagender over dan de gemiddelde zombie zoals we die kennen van de meeste zombiefilms en dat draagt op passende wijze bij aan de dreiging die er van hen uitgaat.

Keiharde en expliciete horror dus, hoewel de zombies zelf in het grootste deel van de film een kleinere rol spelen dan wellicht verwacht zou worden. Hun verschijningen en optredens blijven in het grootste deel van de film kortstondig, hoewel dit genoeg is om diverse gruwelijke scènes te laten ontstaan. Pas in het laatste deel van de film gaan de zombies massaal tot de aanval over waarna volgens goed gebruik hun slachtoffers alle registers moeten opentrekken om te overleven. Ook dit stadium van de film levert de liefhebber van het zombie-genre genoeg smakelijke scènes op, hoewel de letterlijke keiharde horror die diverse eerdere scènes kenmerkte hier grotendeels achterwege blijft. In dit laatste deel neigen de in beeld gebrachte taferelen, hoe ranzig op zich soms dan ook, toch meer naar het middelmatige toe en gaat het bij de totstandkoming van de horror in eenzelfde mate om de dreiging die er uitgaat van de al dan niet groepsgewijs en traag naderbij komende zombies met hun overduidelijk kwaadaardig vraatzuchtige bedoelingen.

Het verhaal heeft op zich weinig om het lijf en op het optreden van de diverse acteurs is ook wel wat aan te merken, maar dat zal voor de rechtgeaarde horrorliefhebber geen probleem zijn: horror en dreiging staan in dit soort films voorop. Wat wel als nadeel van deze film ervaren kan worden is de relatief geringe aanwezigheid van de zombies in het eerste deel van de film en de traagheid die soms in de film aanwezig is. Desondanks komt een gepaste en voortdurend op de achtergrond voelbare dreigende sfeer tot stand door de onmiskenbare nadering van een onontkoombare crisis door de zich over het eiland verspreidende zombies. Ook de beelden van de talrijke stervende slachtoffers van de zombies in het plaatselijke ziekenhuis en de sfeervolle beelden van de traag uit hun graven rijzende zombies dragen hieraan bij, hoewel wat meer confrontaties met diverse zombies in een eerder stadium de film niet misstaan zou hebben. Ook de omgeving is, net als de op gezette tijden onheilspellende en door voodoo-trommels ondersteunde muziek, passend voor de totstandkoming van een sombere en claustrofobische sfeer en wel door het klassieke uitgangspunt ervan: een afgelegen gebied, hulp is van buitenaf niet in te roepen en men moet het alleen tegen het gevaar zien te rooien.

Deze film staat onder andere ook bekend als ‘Zombie 2’ en als ‘Zombies 2’, en wel omdat met de naamgeving van deze film is geprobeerd in te haken op het toenmalige succes van George Romero’s ‘Dawn of the Dead’. De film is echter, zeker op grond van de laatste scènes in de film, eerder als een prequel dan als een sequel te beschouwen, vooropgesteld dat de gebeurtenissen in Romero’s ‘Night of the Living Dead’ buiten beschouwing worden gelaten. Voor dit soort films met dusdanig expliciet in beeld gebrachte gruwelijkheden geldt wel dat men ervan moet houden of er minstens voor moet open staan. Ook voor de gemiddelde zombie- en horrorliefhebber zullen sommige scènes wellicht nog te ver gaan. Voor de hardcore horrorjunk echter levert ‘Zombi2’, hoewel het nog niet eens Fulci’s meest tot de verbeelding sprekende zombiefilm is, dusdanig veel geslaagde horror op dat het zonder meer tot een aanrader bestempeld kan worden.

Frans Buitendijk

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 5 juni 1980