Zoo (1962)

Regie: Bert Haanstra | 11 minuten | documentaire

‘Zoo’ was het eerste verborgen camera filmpje van Haanstra – en misschien wel de eerste ooit, en werd door de filmmaker zelf beschouwd als slechts een vingeroefening voor een langspeelfilm, wat later ‘Alleman’ zou worden. Zestig dagen lang heeft Haanstra hiertoe in Artis mensen geobserveerd in hun contact met dieren. Zijn vele beeldmateriaal heeft hij in weten te krimpen tot een filmpje van een dikke tien minuten, waarin enorm veel korte shots voorkomen die, begeleid met jazzmuziek van Pim Jacobs, in een ritmische en humoristische montage over de kijker heen worden gestort. Inderdaad, dezelfde methode die ook al zo goed werkte in Haanstra’s Oscarwinnende film ‘Glas’, waarin de muziek van Jacobs een ultieme aanvulling vormde op Haanstra’s interessante montage.

De kijker ziet de beesten vanuit het oogpunt van de mensen en omgekeerd en de mensen uit het oogpunt van de beesten, wat voor een leuke wisselwerking zorgt, en een serie zichtbare overeenkomsten tussen deze verschillende diersoorten. Dit levert voorspelbare montages op als vrouwen in streepjespakken gevolgd door shots van zebra’s of waggelende bezoekers gevolgd door een shot van een paar pinguïns. Maar er zijn ook minder voor de hand liggende momenten aanwezig, als leeuwen die elkaar in het oor likken, en een verliefd stelletje op een bankje dat hetzelfde doet. Of een vrouw die haar man streng toespreekt en een andere man die dit ook doet bij een papagaai. Er is ook een amusante montage van gapende mensen en beesten en wanneer er ineens een etende man in beeld komt, gevolgd door een kameel die een hap neemt uit de kont van de voorover buigende verzorger, wordt duidelijk dat het Haanstra toch echt om de humor te doen is.

Haanstra legt op een extra “feature” op de dvd uit hoe belangrijk ritme is, en de lengte van de shots om deze humor op een juiste manier uit te laten komen. Want voor humor is timing essentieel. Ook de plek die een shot in een scène of sequentie inneemt is cruciaal. Een shot van een kletsende vrouw is in zichzelf nietszeggend, maar wanneer dit shot omringd wordt door beelden van stille, rustige dieren en mensen wordt het ineens humoristisch.

Haanstra bedient zich ook van kleine visuele beeldgrapjes, zoals het shot van een jongetje dat een eland staat te voeren, maar waarbij het gezichtspunt het doet lijken alsof het kind een gewei heeft.

‘Zoo’ heeft weinig om het lijf, maar is wel degelijk een leuke vingeroefening. De film heeft een lekker (snel) tempo en opgewekte, opzwepende muziek van Jacobs die net als in ‘Glas’ weer enkele amusante muzikale accenten weet aan te brengen. En het blijft altijd leuk om naar het (overeenkomende) gedrag van mens en dier te kijken. Een prima korte film van Haanstra, dus.

Bart Rietvink