Zulu (1964)

Regie: Cy Enfield | 138 minuten | actie, oorlog, geschiedenis | Acteurs: Stanley Baker, Jack Hawkins, Ulla Jacobsson, James Booth, Michael Caine, Nigel Green, Ivor Emmanuel, Paul Daneman, Glynn Edwards, Neil McCarthy, David Kernan, Gary Bond, Peter Gill, Tom Gerrard, Patrick Magee, Richard Davies, Denys Graham, Dafydd Havard, Dickie Owen, Larry Taylor, Joe Powell, John Sullivan, Harvey Hall, Gert Van den Bergh, Dennis Folbigge, Kerry Jordan, Ronald Hill, Chief Mangosuthu Buthelezi

De film opent met een inleiding van acteur Richard Burton (die zelf niet in de film speelt) die vertelt over de aanloop tot de bloedige confrontatie tussen Zulu’s en Britten bij Rorke’s Drift. Tijdens de hoogtijdagen van het Britse Rijk, toen de Union Jack nog over meer dan een kwart van de wereld wapperde, kreeg het prestige van de Britten een gevoelige knauw in het huidige Zuid-Afrika. Op 22 januari 1879 valt een Zulu-leger het Britse fort bij Isadlhwana aan en worden 1.500 soldaten afgeslacht. Hierna trekt het leger verder naar Rorke’s Drift, een kleine missiepost, hospitaal en voorraadstation, dat slechts bemand wordt door ongeveer honderd manschappen.

Visueel opent ‘Zulu’ sterk met beelden van een massale Zulu bruiloft, waarbij allerlei rituele dansen worden uitgevoerd door honderden krijgers en vrouwen. Naast de Zulu koning Cetshwayo zit de Zweede predikant Witt (Hawkins) en diens dochter Margareta (Jacobsson), die zo uit de eerste hand verneemt over de slachting. Halsoverkop vertrekken de twee naar hun missiepost, om de daar aanwezige troepen te waarschuwen en de gewonden en zieken weg te halen.

Rorke’s Drift wordt geleid door de arrogante luitenant Bromhead (Caine, in zijn eerste grote filmrol), capabel bijgestaan door sergeant-majoor Bourne (Green). Bromhead komt uit een lange militaire traditie binnen zijn familie en houdt zich vooral bezig met het jagen op roofdieren als luipaarden. Vlakbij de buitenpost is intussen luitenant Chard (Baker) van de genie bezig om een brug te bouwen voor de hoofdmacht van het leger. Dan blijkt dat die hoofdmacht vernietigd is en dat het Zulu-leger onderweg is naar hun post. Chard en Bromhead moeten eerst onderling uitvechten wie van hen beiden eigenlijk de bevelvoerend officier is. Het blijkt dat Chard iets meer anciënniteit heeft en hij het commando dient over te nemen. Iets wat de manschappen overigens maar moeilijk verdragen. Verschillende soldaten worden er uitgelicht, vooral de norse Hook (Booth) die doet alsof hij ziek is, om zo zijn taken te kunnen ontlopen. De vroege scènes hebben hier en daar ook wat milde humor. De Welshmen die het grootste deel van de troepen vormen, hebben het bijvoorbeeld over Engelsen als buitenlanders en spreken elkaar bij hun nummer aan, vanwege de vele achternamen die op elkaar lijken. Hoewel de film ruimschoots de tijd neemt om de personages te leren kennen, voordat de aanval na een uur speeltijd ook daadwerkelijk wordt ingezet, is de muziek van John Barry uitermate sfeervol en dreigend om de spanning erin te houden. Vanaf het moment dat de Zulu’s aanvallen, is er bijna non-stop actie te beleven. Uiteindelijk duurt de belegering twee wanhopige dagen, waarbij de Britse soldaten alles op alles moeten zetten om te overleven.

‘Zulu’ is episch van opzet en regisseur Enfield laat de actie over het hele scherm lopen en brengt de belegerde buitenpost van alle kanten fantastisch in beeld. De beelden zijn haarscherp geschoten met veel oog voor visuele flair. Naar verluidt had de film een beperkt budget, maar door de uitgekiende wijze van filmen, met soms extreme close-ups en de haast onafzienbaar lijkende massa’s Zulu’s, hebben de makers dit uitstekend weten te verbergen.

De film wordt naast de actiescènes vooral gedragen door de uitstekende acteerprestaties. Zowel Baker (tevens producent) als Caine zetten sterke en overtuigende rollen neer. Verder weet de al eerder genoemde Green het aannemelijk te maken dat hij nooit anders gedaan heeft dan soldaten commanderen, waar zijn enorme bakkebaarden misschien ook wel bij helpen. In een kleine rol is ook de van de Inkatha-beweging bekende chief Buthelezi te zien, die zijn eigen voorvader koning Cetshwayo speelt.

Minpuntjes zijn er ook wel. Sommige karakterontwikkelingen zijn enigszins vergezocht. Zo slaat aartscynicus Hook (hoewel goed gespeeld door Booth) ineens om tot gedreven en toegewijde soldaat. Dat de predikant ineens van weldoener verandert in een schaamteloze dronkelap, zal wel aan het feit liggen dat hij bezwijkt onder de Zulu-dreiging, maar ook hier gaat het iets te snel om helemaal geloofwaardig over te komen. Overigens was acteur Hawkins zelf ook niet tevreden over de uitwerking van zijn rol. Verder valt nogal op dat een deel van het leger Zulukrijgers geweren heeft weten te bemachtigen van de eerder gesneuvelde Britten en daarmee de buitenpost danig onder vuur neemt. Ineens zijn die schutters echter verdwenen en nemen geen deel meer aan het verhaal. Los van de vraag of de 2-daagse belegering ook historisch precies zo gelopen is, lijken de tactieken van de Zulu’s er soms op gericht om een filmische spanningsboog in stand te houden. En dat lijkt niet helemaal de bedoeling. Voor het overgrote deel werkt ‘Zulu’ echter wel en is het een erg spannende en knap gemaakte film. Het einde, dat ingeluid wordt met de Zulu’s en de Britten die elkaar met liederen proberen af te troeven, is krachtig en stemt tot nadenken.

Zoals verteller Burton aan het einde mededeelt, werden na afloop elf Britse militairen onderscheiden met het Victoria Cross, de hoogste militaire onderscheiding van Groot-Brittanië.

Hans Geurts