Zwartboek (2006)
Regie: Paul Verhoeven | 138 minuten | thriller, oorlog | Acteurs: Carice van Houten, Thom Hoffman, Halina Reijn, Sebastian Koch, Christian Berkel, Waldemar Kobus, Michiel Huisman, Derek de Lint, Peter Blok, Ronald Armbrust, Dolf de Vries, Diana Dobbelman, Matthias Schoenaerts, Xander Straat, Frank Lammers, Rixt Leddy, Lidewij Mahler, Pieter Tiddens, Gijs Naber, Dirk Zeelenberg, Michiel de Jong, Jobst Schnibbe, Boris Saran, Jack Vecht, Jacqueline Blom, Seth Kamphuijs, Herman Boerman, Reinier Mulder, Bert Luppes, Marisa Van Eyle, Heleen Mineur, Bas van der Horst, Janni Goslinga, Wimie Wilhelm, Theo Maassen, Tjebbo Gerritsma, Timothy Deenihan, Nolan Hemmings, Garrick Hagon, Ronald de Bruin, Menno van Beekum, Marcel Musters, Hugo Metsers, Rian Gerritsen, Susan Visser, Maiko Kemper, Carsten Sasse, Liza de Weerd, Willem de Wolf, Oded Menashe, Gabriela Lewis, Emiel Jansen
Eindelijk is hij er dan: de nieuwe, langverwachte Verhoeven. De eerste Nederlandse film van deze regisseur sinds hij in 1983, vanwege tegenvallende reacties en het bekrompen filmklimaat in Nederland, naar Amerika vertrok om daar zijn vleugels uit te kunnen slaan. Het scenario van ‘Zwartboek’ is zeker twintig jaar in behandeling geweest en is nu dan eindelijk tot een film bewerkt, met een topcast en hoge “production values”. En, de film mag dan wel een uitgesproken lokaal karakter hebben, hij heeft internationale allure, niet in de laatste plaats door de “gebeurtenis” die ‘Zwartboek” vormt. Het feit dat deze, nu internationaal bekende, regisseur na zo’n lange tijd terugkeert naar zijn vaderland voor een productie die hem na aan het hart ligt, maakt de film tot een waar “event”, wat verklaart dat de film al vóór zijn première aan ruim vijftig landen is verkocht. Ook zal ‘Zwartboek’ de Nederlandse inzending worden voor de Oscaruitreiking in 2007.
Volgens Verhoeven moet ‘Zwartboek’ gezien worden als een correctie op het heroïsche ‘Soldaat van Oranje’ in de zin dat er nu voor een meer realistische benadering is gekozen. Meer grijstinten nu, in plaats van een zwart-wit aanpak waarin de goeden en slechten duidelijk gedefinieerd zijn. Er zijn helden die twijfelachtige dingen doen en “slechteriken” die toch niet zo schurkachtig zijn als we ze graag zouden willen zien. Het meest waardevolle voorbeeld van deze nuances is de centrale relatie in ‘Zwartboek’, die tussen Carice van Houtens Rachel Stein en Sebastian Kochs SD-chef Müntze. Het is hier waar het emotionele en intellectuele anker ligt, dat de kijker het verhaal in moet trekken, om hem vervolgens niet meer los te laten.
Dit lukt voor een groot deel, en dit is voornamelijk te danken aan de geweldige Carice van Houten. Ze weet de film met verve op haar fragiele, mooi gevormde schouders te dragen. Dit is waarlijk de Carice-show, en het lijkt alleen maar logisch dat ‘Zwartboek’ haar internationale doorbraak gaat betekenen, al gaat het hier om een Nederlandse film. Haar vermogen om subtiele emoties via haar gezicht over te brengen, en haar in het oog (van de camera) springende schoonheid kunnen gewoonweg niet onopgemerkt blijven door al die filmliefhebbers en producenten van over de hele wereld die ‘Zwartboek’ onder ogen zullen krijgen. Ze maakt indruk op vele momenten. Zoals in de scène waarin ze Müntze koelbloedig verleidt wanneer hij haar ware identiteit als Jodin doorkrijgt. “Ja, und?” zegt ze, na een korte schrikreactie, wanneer Müntze suggereert dat zij zich anders voordoet om te kunnen overleven, om vervolgens zijn handen op haar borsten te leggen met de vraag: “Sind die Jüdisch?”. Even gaat er een schok door de kijker heen en lijkt alles verloren te zijn, maar Rachel weet de situatie kundig naar haar hand te zetten. Ook in een scène in de trein, waarin ze de verloofde moet spelen van Thom Hoffman, weet ze door snel te denken aan de Duitsers te ontkomen, met als afsluiting een paar sprekende blikwisselingen tussen het tweetal. Maar ook in een heftige emotionele uitbarsting tegen het eind van de film weet ze te overtuigen, net als in verschillende scènes waarin ze voor de nazi’s moet zingen.
Nee, teleurstellingen hoeven niet bij Carice van Houten gezocht te worden. Het is vooral het script dat te wensen over laat in termen van emotionele impact en meeslependheid. Verhoeven heeft met ‘Zwartboek’ een film willen maken die zowel vermaak biedt als een aangrijpend en intens stukje historisch drama laat zien, terwijl er in de context zaken naar boven komen die voorheen nog niet echt voor het voetlicht zijn getreden. Echter, de mengeling van actie, thriller, drama (op persoonlijk en breder vlak), en humor is niet altijd goed in balans, en zorgt voor een verwatering van de onderlinge onderdelen, wat het meest te betreuren valt in het essentiële dramatische element van de film dat zich concentreert op Rachels persoonlijke dilemma’s omtrent haar relatie met Müntze. Het innerlijke conflict van Rachel en de interessante dimensies binnen deze relatie worden onvoldoende uitgewerkt om je als kijker genoeg te kunnen inleven in de hierbij betrokken emoties. Moeilijke situaties voor Rachel, zoals wanneer ze de profielen van haar gevangen genomen verzetskameraden moet dicteren, zorgen voor tekenende pijnlijke momenten op het gezicht van Rachel. Ze maken haar lastige positie mooi duidelijk en zijn belangrijk voor de betrokkenheid van de toeschouwer. Ook de korte scène waarin Müntze over zijn eigen verloren gezin praat en er een interessante verwantschap tussen hem en Rachel ontstaat, is essentieel in dit opzicht. Dit soort momenten, die ofwel Rachels confrontatie met haar hoedanigheid als verzetsspionne laten zien ofwel haar steeds groeiende band met Müntze tonen, zijn echter niet veelvuldig aanwezig, waardoor Rachels emotionele uitbarsting later niet “verdiend” lijkt. Je krijgt als kijker het gevoel dat er een flink aantal scènes uit de film is geknipt; scènes tussen Rachel en Müntze, maar ook momenten van morele twijfel of moeilijke beslissingen aan de kant van Rachel. Dit maakt ook dat Rachels opmerking dat ze “bang is voor de bevrijding” vanwege haar omgang met Müntze, haar confrontatie met wrede acties van Nederlandse burgers jegens (vermoedelijke) collaborateurs, en een daadwerkelijke vernederingsscène laat in de film, niet zo geloofwaardig of intens zijn als ze hadden moeten zijn.
Een andere, hiermee samenhangende, reden voor de verminderde betrokkenheid bij Rachels situatie, is de externalisering van haar conflicten in de laatste akte van de film. Rond het moment van het einde van de oorlog en de laatste beslissende slagen van onze verzetsvrienden, moet Rachel vluchten voor haar voormalige maten wegens een misverstand, en verandert de film in een actiethriller waardoor er te makkelijk voorbij wordt gegaan aan de werkelijke schuldvraag van Rachels gedrag en omgang met Müntze ten faveure van simpele actie- en thrillermechanismen, waarbij toevallige ontmoetingen en ontdekkingen hoogtij vieren. Dit is jammer, vooral omdat Van Houten zo goed is in het communiceren van innerlijke strijd en dramatiek.
Dit alles resulteert in slechts een degelijk scenario dat echter groots en meeslepend had kunnen zijn met wat meer aandacht voor karakterscènes en een consistentere dramatische toon. De actie- en thrillerscènes, die vooral in de laatste dertig minuten hun opmars maken, zijn weinig bijzonder en voorkomen dat ‘Zwartboek’ zijn sterke, unieke karakter behoudt die het in de eerste helft van de film ten toon spreidt. Ook de dialoog is soms wat simpel of voor de hand liggend, en weerhoudt de film van grootsheid.
De productie als geheel zit wel uitermate professioneel in elkaar. Er is sfeervol camerawerk en belichting, waarbij de locaties effectief neergezet worden en personages op optimale wijze gekadreerd worden. De camera (Verhoeven) is duidelijk verliefd op Van Houten, die mooie close-ups krijgt en wier bekoorlijke (naakte) lichaam ook regelmatig in beeld komt. Maar ook de schurken krijgen hun deel. In een iconisch introductiemoment wordt SD-officier Franken (Waldemar Kobus) langzaam van onder naar boven in beeld genomen wanneer hij een sigaret opsteekt, compleet met dreigende, bombastische muziek erbij. Hier zien we al dat we niet louter met een serieus drama van doen hebben, maar dat de beproefde actiefilmwetten ook toegepast worden. Ook de locaties zijn mooi gekozen, zoals de straten van Den Haag en het station van Haarlem. De film bevat meeslepende muziek van Anne Dudley, en de mooie kostuums en rekwisieten, waaronder een speciaal uit Engeland overgevlogen B-17 bommenwerper, dragen bij aan de sfeer en authenticiteit van de film.
De bijrolspelers zijn doorgaans prima gecast, met een uitstekende Derek de Lint als de sympathieke communist Gerben Kuipers, die één van de eerste personen is binnen het verzet waar Rachel mee kennismaakt. Hoffman is, hoewel enigszins over-de-top, een goede combinatie met Van Houten, en is amusant als de wat wilde, maar nauwkeurig schietende verzetsman. En hij is kennelijk zo indrukwekkend dat sommige Duitsers stokstijf blijven staan wachten tot hij ze kan neerknallen, zoals in een scène waarin onze vrienden net zijn verrast door een groep Duitsers. Deze plotselinge invallen van de nazi’s, die enkele keren plaatsvinden in de film, zijn overigens keer op keer verrassend en vaak bijzonder schokkend in hun gewelddadigheid. Meestal vindt zo’n situatie plaats terwijl er net een zorgeloos gesprekje plaatsvindt tussen twee personages, waardoor je als kijker niet aan mogelijk gevaar denkt. Verhoeven weet zo op zeer effectieve wijze de kijker, samen met de personages, onverwachts te overvallen.
Halina Reijn is goed als de opportunistische losbol, maar heeft een rol die niet erg diepgaand is, net als de meeste (bij)rollen overigens. Waldemar Kobus is een lekker foute, en afstotelijke, bad guy, bij wie vooral het contrast tussen zijn wreedheid en meedogenloosheid in het “veld” enerzijds, en zijn sulligheid in zijn privé-leven anderzijds, mooi is verbeeld. Wanneer Rachel moet zingen terwijl hij piano speelt, en we hem schaapachtig zien lachen, is het een wereld van verschil met het monster dat we eerder in de film hebben ontmoet. Christian Berkel speelt op prima wijze de grootste nazi-schurk in de film, SS-generaal Käutner (in ‘Der Untergang’ vertolkte hij al eerder een nazi, die echter eens stuk sympathieker was dan Käutner).
Hoewel ‘Zwartboek’ niet het meesterwerk is geworden waar iedereen op had gehoopt en de door Verhoeven beoogde grijstinten het drama te weinig ten goede komen omdat ze vooral dienst doen als thrillerwendingen laat in het verhaal, is het een film waar geen van de makers zich voor hoeft te schamen. Deze – met zeventien miljoen euro – duurste Nederlandse film aller tijden is over het algemeen een sterk staaltje filmkunst en toont, naast een excellerende Van Houten, een in uitstekende vorm verkerende Verhoeven. Laten we hopen dat hij nu even besluit te blijven, want deze film maakt hongerig naar meer.
Bart Rietvink
Waardering: 3.5
Bioscooprelease: 14 september 2006